JAN ROOD: "BROOD BAKKEN IS
TOCH JE LUST EN JE LEVEN"
Bakker Rood bakt ze bruin in Heerhugowaard: al 125 jaar
Dit jaar bestaat bakker Jos Rood 125 jaar. Het moeten
duizenden broden zijn die zich hebben ontworsteld aan
een mengsel van meel met water en gist. Tel daarbij de
uren die drie generaties Rood in Heerhugowaard hebben
besteed aan het bakken van brood en kom dan tot de slot
som dat de Rood-dynastie menige Heerhugowaardse mond
heeft gevuld. Daarmee het bewijs leverend dat het 'beter is
naar de bakker te gaan dan naar de apotheker'.
Wij spraken langdurig met Jan
Rood(1931) en zijn naar Nieuw-Zeeland
geeïmigreerde broer Henk(1936). Aan het
einde weten we veel van het bakkersvak,
van de ontwikkeling van Heerhugowaard.
Maar over het recept van het fijnste rog
gebrood en het heerlijkste knipbrood van
die tijd wordt met geen woord gerept. Net
als de smid met vuur omgaat, doet de
bakker dat ook. En daarom hebben beiden
ook hun eigen geheimen.
Takkenbossen
We schrijven 1881 als Cees (Cornelis)
Rood (1858-1909) als 22-jarige zich aan
de Middenweg vestigt als bakker. Voor
achtduizend gulden
koopt hij twee grondper-
celen aan de 'drukste'
straat van de piepkleine
poldergemeente. Op één
van de grondstukken
staat een huis, annex
bakkerij van Cornelis de
Haan. Omdat Cees min
derjarig is, staat de hand
tekening van vader Jan
Rood (1825-1901) op de
notariële akte.
Bij een eigen zaak hoort
een vrouw, zal Cees heb
ben gedacht. Nog in het
zelfde jaar trouwt hij met
Maria Dekker uit
Lutjewinkel.
Om - letterlijk en fi
guurlijk - brood op de
plank te hebben, moet er
door het jonge stel hard
worden gewerkt. Het is in die tijd gebrui
kelijk om de oven te stoken met takken
bossen.
Jan Rood weet nog dat zijn vader Cor
Rood (1900-1961) ook brandhout ge
bruikte. Tot rond 1920. Steenkool volgt
het ovenhout op. Dan doet ook de machi
ne haar intrede in de bakkerijeen meng
machine. Vanaf die tijd maakt steeds meer
apparatuur zijn opwachting: een opbol- en
een afweegmachine zijn slechts twee
voorbeelden.
Bakkersbrigade
Als Cees in 1881 voor de eerste keer het
ovenvuur aansteekt aan de Middenweg is
er aan bakkers geen gebrek.
Heerhugowaard, met nauwelijks meer dan
drieduizend inwoners, heeft dertien
broodbakkers binnen haar gemeentegren
zen. Grote bakkers en kleintjes, verduide
lijkt Jan Rood.
"Bakker Nieuwboer was een kleintje. Die
had niet meer dan vijftig kilo meel per
week nodig; mijn grootvader duizend kilo
in de week".
Het moet al gek gaan als je in
Heerhugowaard op loopafstand geen bak
ker kunt vinden. De meesten zitten - logi
scherwijs - aan de Middenweg. In 't
Kruis zitten zelfs twee bakkers, onder wie
Simon Rood (1895-1981), oudere broer
van Cor.
Van de dertien zijn er maar weinig over
gebleven. De grootgrutter is een moor
dende concurrent. 'Lekkere bakker Jos
Rood' voert in zijn logo vol trots het jaar
tal 1881. Honderdvijfentwintig jaar bete
kent ook een gelijk aantal jaren overleven.
Tekst en beeld: John Moesker e.a.
Drie generaties Rood,
v.l.n.r. Jorik, Jos en
Jan Rood
"Afschrift ener Acte van
Verkoop van Een huis,
erf en perceel weiland te
Heer Hugowaard
Koopprijs achtduizend
gulden. Verleden den 22e
Januari 1881
bij Notaris
Mr. A. Haar-
selhorst te
Obdam.
Koper:
Cornelis
Rood, thans
broodbakker
aldaar
S3E) ïr^s-r,a
AFSCHBIFTA?^
CSSsACTK VAN VEItKOUlV# V
JjTy,„.Wt
/Vrij*. ZC