HET POLDERMUSEUM voorbeeld uit Groningen. Het was leuk om zo'n "vreemde" auto dan in je schriftje te noteren. De meeste auto's kwamen uit Noord-Holland GZ Naast knikkeren, tollen en touwtjesprin gen liepen we op stelten, op lege blikken met 'n touwtje en met hoepels. En met het "ari-jatten", een soort tikkertjespel, was het 'n levendige boel tijdens de toen nog vele, lange zomeravonden. Nu, 60 jaar la ter, zijn de auto's niet meer te tellen en is het gedaan met de rust in de buurt. Wat de kinderen betreft is het nu veel stiller rond de kerk. Te stil! Nuttige bestemming voor oud poldergemaal In de aanloop naar het 350 jarig bestaan van de Heerhugowaard (1979) vroeg dijk graaf Jaap van Langen aan zijn buurman Cees Heiligenberg om eens mee te gaan kijken in de kluis van het oude gemaal aan de Huigendijk. Wat ze daar aantroffen, in een paar kranten op de grond, was in feite de start van het museum. In de kluis werden naast de administratie ook een aantal unieke zaken uit de begin tijd van de polder bewaard. Het ging om de kopergravures van de oude kavelkaar- ten en de wapenschilden van de toenmali ge geldschieters van de droogmaking. Ook vonden ze het kavelboekje van Baert Claesz en een oude overzichtskaart uit de natte tijd, nu verplicht overgedragen aan het Rijksarchief van de provincie Noord Holland, zodat er nu slechts een kopie bo ven de schoorsteenmantel hangt. Daar de vergaderruimte in het gemaal niet meer gebruikt werd, opperden de mannen het idee om daar een museumruimte van te maken. Onderdak voor één gulden In een aantal vergaderingen werd het tra ject gelopen dat uitmondde in de oprich ting van de stichting Den Huygen Dijck. Met inzet van gemeente waterschap en de Rotary Club Heerhugowaard-Langedijk werden de fondsen verworven en de in richting van twee ruimten tot stand ge bracht. En zo kreeg Heerhugowaard tij dens het 350 jarige bestaan een eigen mu seum. Als adviseurs bij het samenstellen van thematentoonstellingen hielpen o.a. Gerrit van der Heide (oud-adjunct direc teur van het Zuiderzee Museum) en de heer J.J. Schilstra schrijver van diverse historische werken, waaronder het boek "De Heerhugowaard"). Het waterschap verleende jaarlijks voor fl 1,00 genereus onderdak, inclusief water en licht. Daar kwam echter een einde aan toen het nieu we gemaal in gebruik werd genomen (1992) Het stichtingsbestuur werd op de hoogte gebracht van de sloopplannen voor het oude gemaal. Vanuit de gemeente werd daarop de suggestie gedaan om met Oostelijk deel van de Middenweg ten noor den van de Dyonisiuskerk omst reeks 1945 I Steven Yperlaan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2005 | | pagina 57