54.
'Dubbelskotverdoen'
Naast het winkeltje van Betje was het bre
de pad naar de boerderij van de gebroe
ders Dirk en Kees Tromp. Op dat pad
werd vaak geknikkerd door grotere
schooljongens. Je hoorde dan kreten als
"dubbelskotverdoen" en "achter je pik-
kie". De huishoudster van de gebroeders
was Marie Deen. Zij had vaak een pet op
haar hoofd, met de klep naar achter. Op
het "lichie" in het keukentje stond de kof
fie te pruttelen tot de mannen daar met
"koppiestijd" binnenkwamen.
Naast het huis was de bollenboet waar in
de grote vakantie ook kinderen zaten te
pellen. De kassen met druiven waren over
de sloot en de schuit was een geliefde
speelplek waar je ongezien kon blijven.
Ook alle andere schuren dienden als ver
stopplaats bij "skuilhonkie" spelen. Je
kroop achter de ploeg, op de balen turf
molm of achter het varkenshok. Dat ging
goed tot één van de gebroeders ons dan
wegjoeg. "Vurt joös", klonk het dan. Dan
verplaatsten we ons terrein achter de heg
gen en onder de bruggen aan de oostkant
van de Middenweg, want daar was toen
nog een sloot. Ieder van ons is wel eens
kletsnat thuisgekomen, maar dat is 'n an
der verhaal. Het zwembad Deiko kwam
immers pas 'n paar jaar later.
Naast Tromp woonde de familie
Peppelenbosch met hun kinderen Francien
en Pim. Ze hadden een manufacturenwin
kel en achterom kwam je in een grote zit-
keuken.Soms mochten we daar kijken
naar de toverlantaarn, 'n soort dia-projec
tor, waar een strip met plaatjes doorheen
werd geschoven. De belichte afbeelding
verscheen dan op de keukenmuur. Meestal
was het een sprookjesverhaal. Meneer
Peppelenbosch vertelde er wat bij, maar
het verhaal moest af en toe onderbroken
worden als er 'n klant in de winkel kwam!
We zaten rustig aan de keukentafel te
wachten op het vervolg.
Daarnaast was de kruidenierswinkel van
Jan Groot, tegenover de kerk. Het was een
druk bezochte winkel, waar menig kind
een ons gist heeft gehaald. Soms een zakje
krenten of nootmuskaatnootjes, die je
thuis kon raspen. Met de kinderen van
Groot, Beerepoot en Zut tellen we er zo
weer 15 kinderen bij. In het eerste huis
van de Hondenweg woonden Piet, Sjaak
en Jan Beerepoot, die rond hun twintigste
alle drie naar Nieuw-Zeeland zijn geëmi
greerd.
Het Goddelijke Kind
Op de hoek Middenweg/Hondenweg, (nu
Van Veenweg) bij het witte hek woonden
de dames Scholten. De kleinste, Alie, was
juffrouw Scholten van de lagere school
"Het Goddelijk Kind" aan de Hondenweg.
Verder woonde aan de Middenweg de fa
milie Van Leeuwen. Meester Van
Leeuwen was onderwijzer aan genoemde
school. Ze hadden drie jongens: Leo, Kees
en Hans en een meisje, Marietje. In de 40-
er jaren was wiskunde troef in huize Van
Leeuwen. Ik weet dat daar ieder randje
van de krant beschreven was met wiskun
dige formules en meetkundige figuren.
Geen wonder dat er later een paar doctor
in de wiskunde zijn geworden. Het papier
was schaars, dus alles werd goed benut.
Maar zo vlak na de oorlog was je overal
zuinig op. Niet alleen met eten en drinken,
maar ook met klompen. Die werden voor
zien van leertjes van een oude fietsband,
zodat ze minder gauw versleten. Het ene
kledingstuk werd met het andere versteld
of verlengd, zodat het volgende kind het
ook weer kon dragen. Dat werd door de
jongste niet altijd in dank afgenomen. Iets
weggooien deed je niet en daarom was er,
behalve de schillenboer, ook geen vuilnis
ophaaldienst nodig.
Dit zijn zo enkele van de vele herinnerin
gen aan vroeger tijden, toen het zo rond
1945 nog mogelijk was om op en rond de
Middenweg te spelen met de hele buurt,
's Avonds kwam er bijna geen auto voor
bij. Overdag zaten we aan de wegkant
soms autonummers op te schrijven. Je kon
aan het nummerbord zien uit welke pro
vincie een auto afkomstig was. 'A' was bij