VERGISSING Siein de Haan Sportlaan. Aan het einde daarvan lag het voetbalveld van SVW en tussen het laat ste huis van de Sportlaan, destijds be woond door Herman Groot, en het voet balveld lag een grasveld. Op een hoek daarvan kwam het huisvuil terecht. Als kind leegde ik daar ook regelmatig de vuilnisbak van de buurvrouw, waarvoor ik vorstelijk werd beloond met een stuiver. Als ik dit neerschrijf zie ik hier en daar zorgelijke rimpels in het voorhoofd ver schijnen... en terecht! Maar in die tijd was het een normale zaak, waar niemand zich druk over maakte. En zo zie je op nieuw, dat er in korte tijd veel kan veran deren. Dat met name middenstanders op het platteland in vroeger jaren lang niet altijd correct behan deld werden, valt op te maken uit de volgende geschiedenis. Het zal begin jaren zestig van de vorige eeuw geweest zijn, dat een brandstofhandelaar (stienköleboer) in H.H.Waard, zoals in die tijd gebruikelijk was, 's zomers al partijtjes kolen bij zijn klanten bezorgde. Die kolen werden dan ge leverd tegen de z.g. zomerprijs die altijd iets la ger was.Dit was ook voor de handelaar interes sant, omdat hij op die manier zijn werk beter over het jaar kon verdelen. In het onderhavige geval had de man 's morgens een flink vrachtje van 25 mud (hectoliter) bij een klant, een kleine veehouder, afgeleverd, die zeker zo'n 15 kilometer bij hem vandaan woon de. De kolen werden niet los in een kolenhok ge stort, maar deze keer geleverd in gebruikte plas tic kunstmestzakken die een halve hectoliter, dus 50 liter, konden bevatten. De klant in kwestie had van de afgelopen winter nog een klein aantal zakken kolen overgehouden die in de hoek stonden. Onze handelaar zette dus de zakken van de nieuwe lading er aanslui tend bij.De rekening liet hij bij de boerin achter want hij wist dat het geld kort erna per bank be taald zou worden. Tijdens het middaguur echter belde de boer in kwestie op, met de korte maar nuchtere mededeling: "Ik heb twei zakke tekort van je had!" Onze kolenboer, die zeker wist dat hij exact 50 zakken geleverd had kon zeggen wat hij wilde, maar de boer hield voet bij stuk. De enige oplossing was dus dat hij zelf dan maar ter plaatse zou aantonen dat het wel dege lijk was zoals hij gezegd had. Dus hij reed er, ondanks dat hij het heel druk had, meteen maar heen en liep samen met zijn klant naar de zakken met kolen. "Nou" zei de boer. "D'r stonde d'r venochend nag acht, en nou stane d'r gien achtenvoiftig, maar zesenvoiftig! Koik zelf maar!" En hij be gon vanuit een bepaald punt luidop te tellen en kwam inderdaad op het gezegde getal uit. "En me vrouw heb mee teld en die kwam op hetzelfde uit" voegde hij er nog aan toe. Maar onze handelaar die al gauw zag wat er aan de hand was zei: "Laten we nu eens van boven naar beneden gaan tellen want de zakken staan niet in rechte rijen!" Dus ook hij telde luidop en kwam precies op achtenvijftig uit. De boer echter geloofde het nauwelijks, telde nóg twee keer en kwam inderdaad toch ook op het juiste getal uit. Zijn reactie echter is onze verkoper nog heel lang bijgebleven. De boer n.l. draaide zich van hem af, liep meteen weg en bromde slechts: "Beter zó as aars om!"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2005 | | pagina 45