40. Boerderijen in brand Het was op 12 oktober 1944. Ik stond die morgen in de schuur tomaten te sorteren. Plotseling vond er een paar honderd meter verder op de spoorbaan een explosie plaats. De rails waren beschadigd. De schade was niet groot. Na enkele dagen kwamen er weer treinen langs. Wij dach ten eerst aan een vliegtuigbom, maar al spoedig vernamen wij dat dit het werk was van een verzetsgroep. Uit ervaring wisten wij dat een actie van het verzet meestal een wraakactie van de Duitsers tot gevolg had. De volgende morgen zaten wij koffie te drinken toen er een Duitse vrachtwagen stopte en een groep soldaten met geweren in de aanslag het pad op kwam. Wij vluchtten onze schuilplaatsen in. Even later hoorden wij dat een Duitse ambtenaar in opdracht van een oppercom mando kwam vertellen dat onze boerderij in de brand zou worden gestoken. De deur sloeg dicht en direct daarna kwam vader Wagenaar naar boven rennen en riep: "Jongens kom er uit, want ze steken ons huis in brand!". De hele familie uiteraard in de opperste verwarring. De vrouwen in tranen, maar mijn baas hield het hoofd nog een beetje koel en zei dat iedereen de kostbare dingen moest meenemen. Voor ons onderduikers was het duidelijk dat wij snel naar de schuilplaats moesten gaan in het land. Een klein voordeel was dat de Duitsers opdracht hadden vier boerderijen in brand te steken. Zij gaven ons een half uurtje de tijd, wellicht om zaken als vee en belangrijke papieren uit het huis te ha len. (Op 12 oktober 1944 werden Stationsweg 67 en 84, Westerweg 7 en Westdijk 18 in brand gestoken. Een maand eerder, op 13 september hadden de Duitsers Middenweg 289 in vlammen op laten gaan - red.). Burenhulp Vanuit onze schuilplaats in het land kon den wij volgen wat er gebeurde. De men sen in de buurt waren in rep en roer. Nooit heb ik een gerucht zo snel zien ver spreiden. Onmiddellijk begonnen alle bu ren te helpen om spullen uit de bedreigde huizen te slepen. Zij sloegen de ramen in en gooiden alles wat enigszins was te til len door de ramen naar buiten. Later bleek veel daardoor kapot te zijn gegaan. De actie van onze ijverige buren kon ech ter niet lang duren. De Duitsers bleken wel enige ervaring te hebben in het brand stichten, want al spoedig brandde de mooie statige boerderij als een fakkel. De brandweer was inmiddels ook ter plaatse, maar mocht uiteraard niet spuiten. Alles brandde tot de grond toe af. Vanuit de wijde omtrek waren intussen mensen toe gesneld. Plotseling ontstond er nog tumult op het erf toen de Duitsers beweerden dat er in de schuur achter het huis wapens aanwezig zouden zijn. Als dreiging werd Jaap, een broer van Piet, tegen de muur geplaatst. Hij zou worden neergeschoten als er wapens zouden worden gevonden. Er werd echter niets gevonden. Vergelding na herinnering Wij konden dit schouwspel, dat om negen uur 's morgens was begonnen met het drinken van een kopje koffie, van afstand bekijken. De consternatie in de wijde om geving was uiteraard enorm. Van heinde en verre kwamen mensen lopend of fiet send aan. De bewoners van de verbrande huizen vroegen zich wel af waarom zij waren uitgekozen om dit lot te ondergaan. Spoedig daarna werd duidelijk dat de commandant in Alkmaar zich herinnerde dat een aantal mensen uit Heerhugowaard een brief had gezonden waarin werd ge protesteerd tegen de invordering van paar den. De Duitser kreeg nu de kans om wraak te nemen. De schuur die achter het huis stond en waar de gehele bloembollenoogst lag, was aan de westkant verbrand. We hebben de schuur met grote kleden en planken dicht getimmerd en vervolgens daar slaapplaat sen gemaakt. Door de vele openingen in het dak waaide het bij storm in de 'slaap kamer' net zo hard als daar buiten. Piet Wagenaar en zijn gezin hebben ergens an ders kamers kunnen betrekken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2005 | | pagina 42