39. den en werken deden we elke dag - moest je steeds op je hoede zijn. Huiszoeking Op een morgen stopte er voor de boerderij een auto en zagen wij soldaten uitstappen die snel ons huis omsingelden. Dit veroor zaakte bij iedereen een grote opwinding. Wij verdwenen snel naar onze schuilplaat sen en wachtten daar af wat er ging ge beuren. Wij lagen achter een houten schot van een slaapkamer. De soldaten door zochten de woning en de schuren. We hoorden ze vlakbij met elkaar praten. "Hat man schon etwas gefunden?" en "Sie haben sich natürlich versteekt!" Na enige tijd vertrokken ze weer zonder succes. Onze angst was dat de soldaten door de zolders zouden schieten. Na dit voorval waren wij zo geschrokken dat we nog uren op zolder uit het raam hebben gekeken in de verwachting dat ze zouden terugkomen. Dagenlang bleef je extra op je hoede, maar daarna kwam de gewen ning weer. Kamperende bezetters Het gebeurde een enkele maal dat Duitse soldaten met paarden en wagens enkele dagen op het weiland kampeerden. Van zo'n groep soldaten hoefde je niets te vre zen. Het waren vaak mannen op leeftijd waar je rustig mee kon praten. Die waren dolblij dat ze weer naar huis gingen. Een groot verschil met SS'ers. Wij hebben hen vaak op het station zien lopen. Maar ook soldaten van de Feldgendarmerie waren niet allemaal fout. Tijdens een huiszoe king hield een van onze vrienden zich verborgen in een kast tussen de jassen. De Duitse politieman trok de jassen opzij en zag de man zitten. Hij duwde de jassen weer terug en sloot de kastdeur. Dat was een goede Duitser. De bom en de geit Op de terugweg uit Duitsland hadden sommige bommenwerpers nog bommen aan boord die ze dan kwijt wilden om de thuishaven in Engeland te kunnen halen. Op 7 september 1944 waren wij daarvan getuige. Wij waren aan het wieden op het land. Even voor negen uur stelde Piet Wagenaar voor om 'een koppie te doen'. Toen we dicht bij de boerderij waren, hoorden wij het fluitende geluid van val lende bommen. Wij lieten ons op de grond vallen en zagen vlak na elkaar modderzuilen van wel twintig meter hoog. Blijkbaar een vliegtuig dat problemen had en zijn bommenlast liet vallen. Toen wij hevig geschrokken gingen kijken, bleek dat een van de dertien bommen op onze akker was gevallen. Een gat met een doorsnee van wel acht meter stond vol met water. We waren blij dat Piet had voorgesteld om koffie te gaan drinken an ders hadden we daar gestaan waar de bom was gevallen. Toen we bij de volgende bomkrater gingen kijken, troffen wij op de rand van de bomkrater een geit aan. Die stond daar te mekkeren toen wij kwa men aanlopen. Hij stond nog steeds aan een ketting en mankeerde niets. Een ande re bom kwam in de tuin van een mevrouw terecht. Zij woonde in een houten huis. Het huis was veranderd in een grote hoop balken en planken. Zij werd gewond on der de balken weggehaald. De schade aan huizen en kassen was aanzienlijk. Wij hadden heel veel glasschade. Naar de (spoor)weg vragen... De spoorwegstaking, die in augustus 1944 begon, veroorzaakte een steeds grimmiger sfeer. Het gehele spoorwegpersoneel ver dween waardoor ook het aantal onderdui kers fors toenam. De Duitsers moesten zelf spoorwegdiensten verrichten. Dat leidde in het begin tot zotte situaties. Onze boerderij stond vlak bij het station. Hier was ook de splitsing van de spoor baan naar Den Helder en naar Hoorn. Op een dag zagen wij een lange trein met sol daten en oorlogsmateriaal voorbij komen. Enige tijd later kwam de trein achteruit rijdend terug en stopte weer op het sta tion. Toen werd er bij ons aangebeld. De Duitsers aan de deur hadden geen aan dacht voor onderduikers, maar kwamen beleefd vragen of ze nu verder bij de wis sels linksom of rechtsom moesten gaan naar Den Helder.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2005 | | pagina 41