"Driejaar later, als er een polio-epidemie
uitbreekt zijn wij al ingespeeld. Handig
gezien het grote aantal kinderen in
Heerhugowaard. Tijdens de vaccinatie
voert Trien van Langen de administratie
en zuster Van Puij velde assisteert collega
Buirma en mij. Onze vrouwen koken
voortdurend de injectiespuiten uit.
Wegwerpspuiten zijn er dan namelijk nog
niet."
In 1961 treedt zuster P.E. (Nel) van
Buuren aan. Zij doet de wijkverpleging
ten noorden van de spoorlijn
Heerhugowaard-Hoorn. Als zuster Van
Puij velde in 1963 om gezondheidsredenen
vertrekt, wordt zij opgevolgd door zuster
C. Bakker. Heerhugowaard groeit inmid
dels zo snel dat het aantal wijkverpleeg
kundigen ook snel toeneemt.
Verloskundige zorg
De verloskundige zorg wordt in het begin
door de huisartsen gedaan. Tijdens de
praktijk van dokter Spierings wordt de
zorg gedeeltelijk overgenomen door een
verloskundige. Die functie wordt in die
tijd nog aangeduid met vroedvrouw.
Vroed staat voor wijze. De eerste vroed-
vrouw heet G. van de Pal. Zij woont naast
dokter Spierings aan de Middenweg 198.
"Zij deelden samen een auto. Maar op kri
tieke momenten kon zij er vaak geen ge
bruik van maken", herinnert Twisk zich.
Verloskundige Van de Pal trouwt later met
B. Tromp. Het echtpaar wordt bewoner
van 'Us Wente'(Middenweg 122). Later
bewoont mevrouw Tromp-v.d.Pal aan de
Van Veenweg 1, waar zij overlijdt. Haar
opvolgsters heten achtereenvolgens R. van
Wunnik en Jansen. In 1954 wordt de laat
ste opgevolgd door zuster F. Levinson die
in de periode tot 1982 enkele duizenden
kraamvrouwen assisteerde.
Snelle veranderingen
De laatste decennia hebben zich vele ver
anderingen voltrokken die niet met de be
handeling van patiënten hebben te maken,
maar die soms tot veel onrust onder de
huisartsen leidden.
Dokter Twisk rept daarbij over de opvol
ging in de huisartsenpraktijk.
"Vroeger was de verkoop van je praktijk
de oudedagsvoorziening van een arts.
Vanaf 1988 kwam er een goede pensioen
regeling waarbij de praktijkverkoop werd
Het moet gezegd: de huidige fysiotherapeut zal
zich niet in deze hardhandige therapie willen
herkennen.
In de eerste helft van de 19e eeuw wordt deze
regio geteisterd door een epidemie die wijst in
de richting van tyfus, een zeer besmettelijke
bacteriële infectie. Maar het zou ook kunnen
dat dysenterie hier is voorgekomen. Logisch
dat de rijksoverheid, met in het kielzog de loka
le overheid, zich ernstig zorgen maakt. Aan het
begin van de 19e eeuw vaccineren artsen al
tegen pokken. Niettemin sterven noveel men
sen aan deze ziekte. En ook roodvonk maakt
slachtoffers. Een nieuwe ziekte dient zich rond
1830 in deze regio aan: cholera, ofwel
Aziatische Braakloop. Met chloordampen pro
beren de artsen van die tijd deze dodelijke
ziekte uit te bannen.
Dat de lokale overheid steeds meer invloed
krijgt op de volksgezondheid past ook bij het
tijdsbeeld. Van een typische agrarische samen
leving ontwikkelt Nederland zich meer tot een
industriële gemeenschap. Dat leidt tot meer rijk
dom van de overheid en tegelijkertijd tot meer
armslag voor de volksgezondheid. In die sa
menhang past dan ook de beslissing van burge
meester Wonder en zijn gemeenteraad om in
1890 dokter Post aan te stellen en voor hem
een dokterswoning te bouwen.
1