Communicatie Overdracht van informatie en gedachten In de (rijtuig)musea vindt men m.n. de eerder genoemde speelwagens terug als sieraden van de boerencultuur en de vakbekwaamheid van de wagenmakers en smeden. Het kleine (de dobbelstenen op de foto dienen als vergelijklingsmateriaal) en uiterst fraaie model van de Hollands-Friese boerenwagen, afgebeeld op de foto's, kreeg het poldermuseum onlangs aangeboden door Henk Bakker te Heerhugowaard, hoofd medische techniek van het MCA. Zijn oom, Simon Bakker (1914-2001 ooit veehouder te Nieuwe Niedorp, was een begaafde, self-made modelbouwer die vele uren van zijn vrije tijd besteedde aan deze liefhebberij. Zo bouwde hij, naast vele kleinere dingen, destijds o.a. 'De Groene Draeck' op schaal na. Henk Bakker erfde van hem o.a. een prachtig model van een schoener en de miniatuur boerenwagen waarmee hij de collectie van het poldermuseum wilde verrijken. Dit aanbod heeft het museum verrast en dankbaar aanvaard. De vader van Henk, Jan Bakker, was destijds in Heerhugowaard een bekende figuur. Nog in de tijd dat hij tuinder was aan de Jan Glijnisweg 81 raakte hij betrokken bij de N.H.Kerk als koster en als begrafenisondernemer (in dienst van de vereniging 'De Laatste Eer'). Later, ca. 1965, groeide dit werk van een deeltijdfunctie uit tot een bijna volle dagtaak. Dit maakte dat Jan Bakker Klaasz. uiteindelijk een algemeen bekend, gewaardeerd en op latere leeftijd geridderd persoon werd in het 'zuid-end'. Ton Schotten Met dank aan de medewerkers van het museum 'Westerhem' te Middenbeemster: Mart Timmer man en Piet Stroet voor hun deskundige informatie t.b.v. dit artikel. UOIMGDRUK 6 Zoals bekend is onze maatschappij de laatste decennia aan grote veranderingen onderhevig. Met name is dat het geval bij de communicatie. Op het ogenblik beschikt bijna iedereen over een zogenaamde GSM, maar het is nog niet zó lang geleden,dat lang niet iedereen een gewone telefoonaansluiting had. Kort na de tweede wereldoorlog moest je, wilde je voor een aansluiting in aanmerking komen, een verzoek richten aan de PTT en daarin duidelijk de noodzakelijkheid van de aansluiting aantonen. Ook kon je, in die tijd, lang niet alle telefoonaansluitingen automatisch draaien. Aanvankelijk waren bepaalde gebieden uitsluitend te bereiken via de telefoniste van de centrale, die voor doorverbinding zorgde. Ging je naar het buitenland - destijds een onderneming van formaat -, dan luisterde je 's morgens naar oproepen van de ANWB Alarmcentrale, die berichten uitzond voor mensen die onderweg waren en opgeroepen werden om contact op te nemen met het thuisfront. Het zijn, sinds de komst van de GSM-telefoon, inmiddels achterhaalde zaken. Toch is het nog niet zo heel lang geleden, dat de communicatie nóg moeizamer verliep, getuige de hierna volgende, waar gebeurde, geschiedenis. Op 26 februari 1889 werd Sientje (Klasina) Snelten geboren in Heerhugowaard. Sientje groeide daar op, ging naar school en later naar de rederijkers en naar de kermis. Bij één van deze gelegenheden kwam zij in contact met een jonge man, Cornelis Groen uit Harenkarspel. Comelis was een goed uitziende, ondernemende tuinder. De twee raakten verliefd op elkaar en kondigden op 22 december en 29 december 1912 aan, dat zij voornemens waren om met elkaar in het huwelijk te treden. De huwelijksvoltrekking vond plaats op 6 januari 1913, voor de ambtenaar van de gemeente Heerhugowaard, Wiebe van Slooten. Comelis was tuinbouwer, maar de vooruitzichten op dat gebied waren op dat moment (de crisisjaren 30 waren in aantocht) beslist niet geweldig. Voor Comelis en Sientje, die inmiddels naar Callantsoog waren verhuisd, was de toekomst evenmin rooskleurig, wat er de aanleiding van was, dat zij de ogen op Amerika richtten. Amerika was het land van de toekomst. Die gedachte ontwikkelde zich in die zin, dat werd besloten, dat Comelis, als "verkenner" de oceaan zou oversteken om de mogelijkheden van een "rijke" toekomst te onderzoeken. In juni 1929 stapte hij op de boot en waagde de overstap. Het was voor hem een sprong in het duister. Hij beschikte niet over adressen, waar hij heen zou kunnen reizen en die hem mogelijk op weg zouden kunnen helpen. Maar, zo dacht hij, Amerika was het land van de onbegrensde mogelijkheden, dus moest hij wel slagen. Uiteraard was de afspraak, dat als het bedje eenmaal was opgeschud, Sientje hem onverwijld na zou reizen. Zodoende bleef zij achter, in spannende afwachting van de berichten uit Amerika. De reis duurde lang en de verdere oriëntatie zou tijd vragen, dat realiseerde Sientje zich wel. Toch begon zij na enkele weken al naar post uit te zien. Maar wat de post ook bracht... geen berichten van Comelis. Zo gingen er weken en maanden voorbij zonder een teken van leven van Comelis uit Amerika. Waar Sientje niet over enig adres van een mogelijke verblijfplaats beschikte, bleef er slechts één ding over, dat zij kon doen... en dat was afwachten. Er ging een jaar voorbij en daarna nog een jaar. Allengs vatte de gedachte post, dat Comelis wat zou zijn overkomen. Misschien leefde hij zelfs niet eens meer. Voor Sientje, die een tijdelijk onderkomen had gevonden bij haar moeder (vader was overleden), werd het noodzakelijk in eigen onderhoud te voorzien. Februari 1932 liet zij zich inschrijven in het Dienstboderegister van de gemeente Heerhugowaard en kwam in dienst bij Charles Francois Josep de Meulder, pastoor te Heerhugowaard. Dienstbode van meneer pastoor bleef zij tot maart 1943, waarna zij naar Alkmaar vertrok. Het is duidelijk, dat contacten uit Amerika waren uitgebleven. Lees verder op blz. 10 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2004 | | pagina 5