en geen Adam - Jan Swart -
Hoe het kwam, dat Dirk Swart, Dirk heette
Drama aan de Oostdijk
In het museum ontmoet je verschillende mensen en zo ook meneer Vethaak uit Alkmaar, die vroeg om
een foto, of afdruk van de gedenkplaat, die achter in de pompruimte boven de bestuurstafel hangt,
want daarop staat zijn overgrootvader genoemd, nl. dhr. G.Gelder, Nou, daar wilden we best wel voor
zorgen, als hij wat meer hierover kon vertellen, en zo kregen we dit verhaal
Op 20 maart 1843 kochten mijn
betovergrootouders Jan Gelder en Maartje
Hemke de boerderij "de Witte Koe" aan de
Oostdijk in Heerhugowaard. Later boerde
daar hun zoon Gerrit Gelder, gehuwd met
Elisabeth Hos, uit De Woude.
Gerrit was eerst hoofdingeland en later
heemraad van de polder Heerhugowaard. (zie
de plaquette aan de wand) Meer van zijn
werkzaamheden buiten het boerenbedrijf was
niet te achterhalen. Merkwaardig - maar niet
belangrijk - is het feit, dat hij volgens de
rouwbrief op 7 oktober 1910 in de
Heerhugowaard is overleden, doch dat de
burgerlijke stand vermeldt, dat het overlijden
op 8 oktober plaatsvond.
Na zijn dood zette zijn weduwe het bedrijf
voort met haar zoon Gijsbert ("Bertus") en
haar dochter Maartje ("Ma")
Hieraan kwam echter in 1918 een abrupt einde,
doordat op 15 november Gijsbert overleed,
gevolgd door mijn overgrootmoeder Elisabeth
Hos op de 18^e, en tenslotte Maartje op 21
november, allen aan de Spaanse Griep. De
goede zorgen van een van de kinderen, mijn
grootmoeder van moeders kant, die elke dag
vanuit Ursem kwam, mochten niet baten.
Binnen zes dagen stond het huis leeg. De
boerderij werd door de overgebleven kinderen
verkocht en er zou nooit meer een "Gelder" op
de plaats komen wonen.
We hebben de heer Vethaak een mooie afdruk
van de plaquette doen bezorgen, denken we, zie
maar...
M. KALIS. DHTCWmr:
P. WON nil R. 5tCRET\R!Sk<
G. BOS. \VV PrAM.NOMF.hSTER':
K. BLOM
I SWAAG
k. iviF.rr
iK.v.n. BUS5E
O GELDER
i LUI .RUN
HEEMRADEN
(Cu k uwutsggyit
SlTS'Vf R"l- AMSTERDAM
T, ifl'l-AA - iP-Yli; 1
C \iOEYES OPZiCHTC"
10
Op 19 juli 1905 trouwde Jan Swart met
Vrouwtje Pot. Nadat Jan aanvankelijk stoker
was geweest aan het stoomgemaal van het
Geestmer Ambacht, werd hij later
meesterknecht bij de zuurkoolfabriek van
Kostelijk een het Oxhoofdpad, om tenslotte als
"transporter" in dienst te treden bij de
groente-exporteur Rens Slot Bonnet.
Transporters zorgden, dat de door de firma
aangekochte groente en aardappelen klaar
gemaakt werden voor transport naar het
buitenland. Dat was in die jaren meestal
Duitsland. De kool, die in de vaarveiling in
Broek op Langedijk werd gekocht, werd door
transporters uit de schuiten, die daartoe naar de
laadplaats voeren, in de klaarstaande
goederenwagons van de spoorwegen geladen.
Dat werd gedaan door een ploeg van een man
of drie, vier. De eerste man pakte de kool uit de
schuit - als de kool niet te groot was met twee
kolen tegelijk - en wierp ze omhoog uit de
schuit naar de tweede man op de kade. Deze
verzorgde het transport, met een worp, naar een
derde man in de spoorwagen, waar de vierde
man de kool netjes opstapelde. Groente werd
soms in kisten overgepakt en uien werd in jute
zakken gedaan, die bij een bepaald gewicht
werden dichtgenaaid. Daarna konden ze verder
worden vervoerd.
Jan kwam uit een gezin met vier broers en drie
zusters, Vrouwtje moest het met minder doen.
Zij had een broer en twee zussen. Jan en
Vrouwtje leefden een eenvoudig en gelukkig
leven in een huurwoning aan de Dorpsstraat in
Zuid-Scharwoude. De gelukkige stemming
werd verder verhoogd, toen zich bij hen
gezinsuitbreiding aankondigde. Tijdens de
zwanger-schapsperiode deden zich geen
bijzonderheden voor, en zo werd op 12 januari
1907 aan de Dorpsstraat in Zuid-Scharwoude
een kind geboren. Het geluk was helemaal
compleet, toen de baker liet weten,
dat Vrouwtje een welgeschapen zoon ter
wereld had gebracht. De naam Swart was
voorlopig voor het nageslacht verzekerd!
De zoon werd in de nacht geboren. De
volgende dag fietste de trotse vader, in het
opknapperspak, eerst naar de baas, om hem op
de hoogte te stellen, dat er gezinsuitbreiding
was geweest en te vertellen, dat hij verder die
morgen moest zorgen voor de aangifte van de
geboorte op het gemeentehuis.
Over de naam van de jonggeborene behoefde
niet lang te worden nagedacht. De zoon van Jan
Swart werd vernoemd naar zijn vader, Adam.
En de zoon van Adam zou weer Jan worden. Zo
ging het al eeuwen lang.
Het was in die tijd niet ongebruikelijk, dat je
onderweg naar het gemeentehuis, de horeca
gelegenheden even binnenliep, om het blijde
nieuws te verkondigen. Meestal deelde de
kastelein in de vreugde en gaf als blijk daarvan
een borreltje weg. Zo ging het ook met vader
Jan. Nadat hij al in twee café's had verkondigd,
dat hij vader was geworden, stapte hij "Café de
Landbouw" binnen. Het café was nog leeg, op
een bezoeker na, Dirk Met, een vrijgezel. Dirk
werd in de kleine gemeenschap gerespecteerd.
Niet zozeer vanwege zijn grote werkprestaties,
maar meer vanwege zijn geld. Als enig kind
van rijke ouders, zat Dirk er warmpjes bij en
daarvan was iedereen op de hoogte. Dirk zijn
dagindeling bestond uit 's morgens een bezoek
aan de veiling en daarna een bezoek aan het
café voor het dagelijkse "afzakkertje". Zo
ontmoette Jan, naast de caféhouder, Dirk, die
ervan op de hoogte was dat er bij Jan en
Vrouwtje wat stond te gebeuren, en deelgenoot
werd in de vreugde, nu hij vernam, dat er een
zoon was geboren en dat alles naar wens was
verlopen. Ook hij bood de jonge vader
spontaan een borrel aan. En toen ze eenmaal
gezellig bij elkaar zaten, werd het er nog een,
en nog een
11