jaar van de stolpboerderij werd de boerderij Oostdijk 59 gesloopt. Maar de eigenaren van de stolpboerderijen Veenhuizerweg 14 en Beukenlaan 2 hebben te kennen gegeven hun stolp eveneens te willen slopen en er is niets dat ze tegenhoudt. We kunnen er zonder twijfel vanuit gaan dat het aantal stolpen in Heerhugowaard de komende jaren verder zal dalen. De eerste stolpen Als we de geschiedenis van de stolpboerderij in Heerhugowaard bestuderen, dan zien we dat door de eeuwen heen de stolpen komen en verdwijnen. In 1680, zo'n vijftig jaar na de drooglegging van de Waard, telde de polder al zo'n 95 stolpboerderijen. In die eerste ontginningsjaren werden dus het grootste aantal stolpen gebouwd. Op de verpondinglijst van 1733 is dat aangegroeid tot 115 om uiteindelijk uit te komen op 125 in 1832 als het kadaster wordt ingevoerd. Hoewel het over het algemeen regel was dat na brand een stolp weer werd herbouwd, kunnen we niet zeggen dat elke stolp uit 1680 er ook nog stond in 1832. Cranenbosch bijvoorbeeld. Deze boerderij staat op de kaart van 1680 ingetekend op de plaats hoek Rustenburgerweg en Jan Glijnisweg, waar nu de speeltuin staat in 't Kruis. Op de verpondingslijst van 1733 komt deze boerderij nog voor, maar op de kavellegger van 1791 al niet meer. Zo verdween ook de stolp op het Grote Gelde Bos (nabij de Frik) al snel uit het Heerhugowaardse landschap. Sinds de Tweede Wereld oorlog komen er voor verbrande of gesloopte stolpen geen nieuwe meer terug. Dat was eeuwenlang anders. Er werd wel eens een stolp gesloopt, maar dan verscheen op hetzelfde erf vervolgens een nieuwe boerderijMeestal bleef het vierkant staan en werden de muren vervangen. In de jaren dertig van de vorige eeuw zien we al dat hier en daar voor een stolp nieuwbouw verrijst in de vorm van een woonhuis. De stolp blijft dan nog wel staan, maar degradeert tot stal en dat betekent meestal het begin van het einde. Aan de hand van onderzoek in het kadaster en de herinnering van Heerhugowaarders, die zich de situatie van voor de oorlog nog goed kunnen herinneren, hebben we inmiddels een redelijk compleet beeld waarin de gehele polder Heerhugowaard (ook die in het gebied staan dat tot Langedijk behoort, maar zonder Oterleek) eens stolpen hebben gestaan. Samen met de nog bestaande en de verdwenen stolpen komen we op een totaal van 365 stolp- boerderijen. Daarvan zijn er 168 ver- dwenen. Van de bestaande stolpen zijn er slechts 57 die ouder zijn dan 1832. Bouwperioden Kijken we naar alle 365 stolpboerderijen die eens in de Waard hebben gestaan dan behoren daartoe 126 stolpen die vóór 1832 werden gebouwd. Hoe ziet de bouw van stolpen in de Waard er vanaf 1832 uit: 1832 tot 1860: 21 stolpen 1860 tot 1870: 27stolpen 1870 tot 1880: 33 stolpen 1880 tot 1890: 13 stolpen 1890 tot 1900: 4 stolpen 1900 tot 1910: 22 stolpen 1910 tot 1920: 15 stolpen 1920 tot 1930: 10 stolpen 1930 tot 1940: 3 stolpen Hoewel een kleine tweehonderd stolpen nog niet in dit lijstje zijn verwerkt, omdat daarvan het precieze bouwjaar mij nog niet bekend is, geeft het toch een aardige indicatie over de bouwperioden. Vóór 1832 werden de meeste stolpen gebouwd en na 1940 geen enkele (wel herbouw). De crisisperioden zijn hierin ook goed te herkennen: 1890-1900 (landbouwcrisis) en 1920-1940 (economische crisis en oorlog). Verdwenen stolpen En dan nu een zelfde lijstje, maar dan van verdwenen stolpboerderijen in de Waard. Van vóór 1832 zijn mij twee stolpen bekend die niet werden herbouwd. Maar uit die periode is geen betrouwbaar aantal te noemen. 1832 tot 1900: 1900 tot 1910: 1910 tot 1920: 1920 tot 1930: 1930 tot 1940: 1940 tot 1950: 1950 tot 1960: 1960 tot 1970: 1970 tot 1980: 1980 tot 1990: 1990 tot 2000: 2000 tot 2003: 4 stolpen 6 stolpen 4 stolpen 2 stolpen 13 stolpen 14 stolpen 9 stolpen 33 stolpen 29 stolpen 14 stolpen 18 stolpen 1 stolp Van 21 verdwenen stolpen is mij het precieze jaar vansloop of brand nog niet bekend 6 Rustenburgerweg 126, kop-romp boerderij. Afgekapte stolp met aangebouwd voorhuis in art nouveau stijl 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2003 | | pagina 5