De Polderkast - een topmuseumstuk
I
In ons museum staat zeer prominent tegen de achterwand van de
polderbestuurvergaderkamer een fraaie eikenhouten polderkast. Hier
bewaarde dat bestuur zijn waardevolle voorwerpen in en
vermoedelijk ook de administratie. In de bovenlijst van de kast zijn
twee afbeeldingen uitgesneden. Links is een ploegende boer te zien;
rechts een zeetafereel. Hiermee wordt verwezen naar de twee
gedaanten van de Heerhugowaard. Aanvankelijk was de Waard een
groot meer dat in open verbinding stond met de zee; na de
inpoldering zou de Waard het rijk van de boeren worden. In het fries
staat de tekst HEER HUYGEN WAERT. De kast is omstreeks 1630
gemaakt.
In 1631 was de drooglegging van de Heerhugowaard een feit. De
voornamelijk Alkmaarse investeerders verwachtten er flink aan te
verdienen, net als hun Amsterdamse collega's, die met de
drooglegging van de Beemster flink hadden "geboerd". Maar ze
hadden pech. De bodem van de Waard bleek voornamelijk uit
onvruchtbare, waardeloze zandige kleigrond te bestaan. Het was
zelfs zo erg dat het polderbestuur de eerste vijftig jaar verschillende
keren toestemming heeft gevraagd om de polder tot rietland te
maken. Dan lagen de polderlasten namelijk lager. In 1681 dreigde het
polderbestuur het land zelfs onder water te laten lopen. Dan konden
er tenminste nog visrechten worden geheven. De polder bood een
armoedige aanblik: de Waard had niet voor niets de bijnaam
armenpolder.
Of al de vergaderstukken in deze kast kwamen? Vast wel. In ieder
geval valt deze robuuste polderkast steevast te bewonderen op zijn
prominente stek binnen ons museum.
- Uit: Top van de Kop -
10
11