Excelsior Herinneringen aan de Heerhugowaardse zuivelfabriek Tot en met de zestiger jaren was de zuivelfabriek Excelsior aan de Middenweg niet weg te denken uit het beeld van Heerhugowaard. Hoewel er eertijds ook nog een zuivelfabriek aan de Stationsweg had gestaan (verbrand in 1943) en er ook nog enkele kaasfabriekjes in de gemeente waren gevestigd, was Excelsior de laatst overgebleven moderne zuivelfabriek in het dorp. Het is waarschijnlijk overbodig te vermelden, dat de plaats waar de fabriek heeft gestaan, het huidige Excelsiorhof is. De fabriek was een coöperatieve vereniging. De boeren, die de melk aan de fabriek leverden waren de leden en ook de eigenaars van de fabriek. Als eigenaars hadden zij een ledenkapitaal in de coöperatieve vereniging. Afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van de afgeleverde melk en het goede of minder goede exploitatie-resultaat van de fabriek, vond een bijschrijving van het ledenkapitaal plaats. De boeren hadden overigens de keus om lid te worden van Excelsior en daar hun melk aan te leveren, of zich te verbinden aan een andere zuivelfabriek. Daarbij sprak ook de hoogte van de uitbetaling van de melkprijs per geleverde liter melk nog wel een woordje mee. Zo kon het voorkomen dat boeren, die wat verder van de fabriek hun boerderij hadden, toch de keuze lieten vallen op Excelsior. De melk werd 's morgens in bussen aan de weg gezet en dagelijks ('s zomers tweemaal per dag) door de melkrijder van de fabriek opgehaald. Aan het aantal bussen, dat langs de weg stond, kon j e zien of het een grote boer betrof. Oorspronkelijk haalde de melkrijder de melk op met paard en wagen. Simon Groot, die jarenlang deze klus verzorgde, reed met paard en wagen heel naar Oudkarspel en tot aan Koedijk. Hij deed dat zeven dagen in de week. Alle dagen stond hij om 4.00 uur op, verzorgde zichzelf en het paard en spande het paard bij de fabriek voor de wagen, om tegen zes uur de lange rit te beginnen. Tegen de middag keerde hij met volle bussen terug bij de fabriek, 's Zomers gebeurde dat 's middags nog een keer. Onnodig te vermelden dat Simon na het avondeten vroeg in zijn bed stapte. Om 1.00 uur in de nacht ging evenwel de wekker en moest hij opstaan om het paard eten te geven. Deed hij dat niet, dan wilde het paard de volgende dag niet lopen. Het is duidelijk dat het een zeer gewillig paard moest zijn, dat aan het enkele bevel "Ho!" en "Vort!" voldoende had om bij de stopplaatsen stil te houden en weer verder te gaan. Aan Simon de taak om bij de stopplaatsen de zware met melk gevulde bussen (40 - 50 kg) op de wagen te laden. Menigeen had er moeite mee om een gevulde bus alleen maar op te tillen. Maar Simon, die klein van stuk was, plaatste ze op de wagen, de hele dag door. "Het is een zwaai", zei Simon en hij zal wel gelijk gehadhebben Grote Kees 11 Jaar lang was zijn paard "Grote Kees" zijn trouwe metgezel. Het bijzondere van dit paard was, dat het blind was. Toch kende hij exact de plaatsen waar gestopt moest worden. Het paard stond daar stil en telde het aantal bussen aan het geluid dat het opzetten op de wagen ervan veroorzaakte. Als dit drie bussen betrof, kende hij dat aantal en zette zich na het opzetten van de bussen vanzelf weer in beweging. Een moeilijkheid kon zich in zo'n geval voordoen als de koeien 's zomers meer melk gaven en een vierde bus in gebruik was genomen. Na de derde bus zette paard en wagen zich in beweging. Simon schreeuwde dan "Ho!!" en zwaaide rap de vierde bus op de wagen, voordat paard en wagen helemaal waren vertrokken. Als de dagtaak erop zat, werd het paard bij de fabriek uitgespannen. Nadat dit gebeurd was, liep het blinde paard, alleen, via de Middenweg naar de 4e Kil, waar Simon woonde. Een andere route liep via de Oostdijk. Op een koude winterdag kon het voorkomen dat Simon op de Draai, bij het café van Jacob Bes de rit even onderbrak om een hartversterker tot zich te nemen, en paard en wagen stonden dan op de dijk te wachten. Dat paarden ook weer niet alles nemen, hlijkt uit het verhaal, dat ouderen mij vertelden. Opnieuw stonden de paarden, want het was ditmaal een span, op de dijk te wachten. Maar het was deze keer kennelijk niet bij één borreltje gebleven, waardoor het wachten wat langer duurde. In ieder geval vonden de paarden dat té lang duren, waarna zij eigener beweging terugliepen naar de fabriek. Simon was genoodzaakt te voet naar de fabriek te gaan en de route opnieuw te starten. Maar die tijd ligt vér achter ons. De fabriek Excelsior moderniseerde en Simon moderniseerde mee, paard en wagen werd een vrachtwagen. En zoals we thans allen weten, het melken gaat op dit moment automatisch, komt bij de moderne boer in een gekoelde melktank terecht en wordt in een moderne tankauto naar de fabriek gebracht, voor verdere verwerking. De zuivelfabriek ontwikkelde zich van een eenvoudige installatie, waar melk tot boter en kaas werd verwerkt, tot een moderne zuivelfabriek, maar kon zich in het huidige fusie-geweld ook niet meer handhaven. In de jaren zeventig werden de poorten gesloten en ging de verwerking van de melk naar de zuivelfabriek Aurora in Opmeer, een fabriek die thans ook al niet meer bestaat. De gebouwen van Excelsior werden gesloopt en maakten plaats voor woningbouw. Wat overeind bleef was de woning van de directeur van de fabriek. Jan Swart Stoomzuivel- fabriek "Excelsior" in 1915 6 Simon Groot omstreeks 1922. Hij werd 94 jaar 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2002 | | pagina 5