Uit het leven van een agrariër
Ja, die stenen leeuwenkoppen maten 30 bij
60 cm en waren 8 cm dik. Nou, die kun je als
boer best gebruiken. Het tamme-eendenhok
moest in de reparatie en als fundering aan de
slootkant mochten de "koningen van het
dierenrijk" hun leven voortzetten. Na 25 jaar
was de vraag naar onze eende-eieren, -
vooral gebruikt door 'n banketbakker in
Alkmaar - afgelopen. De eenden belandden
in de pan, het hok werd gesloopt en, ja hoor,
daar kwamen onze makkers de leeuwen
weer boven water.
Hun volgende adres was op de boetzolder bij
de verf en teerpotten, waar ze tot 1972
hebben mogen msten. Maar de aanleg van
de West-Tangent verstoorde die rust, want
de boerderij en de pinkenboet van
"Boterhuizen A5" moesten worden gesloopt
en dus moest er weer een nieuwe
bestemming voor de "heren" worden
gevonden.
De boerderij van de fam. van Breugel aan de
Middenweg was prachtig gerestaureerd en
droeg al jaren de naam "Leeuwenhof': een
accoord was gauw gemaakt tussen onze
vrienden van Breugel en onze oude
bekenden.
Vanaf die tijd mogen de machtige leeuwen
aan weerskanten van de dam, prachtig
ingemetseld in de poortpalen, in volle glorie
hun fraaie koppen aan het volk tonen.
Redactie:
In dit jaar van de boerderij een kleine "buitenom"
uiteenzetting over de Leeuwenhof aan de
Middenweg 22.
De oudste delen van deze rechthoekige
stolpboerderij met achterhuis dateren van ca.
1680. Opgetrokken uit rode baksteen boven een
gecementeerde plint, met aan de noordgevel een
getrapte weeg. De voorgevel toont zesruits
schuifvensters met aan weerszijden luiken. De
paneeldeur met vensters heeft in het bovenlicht
een levensboom. Bovenop een schilddak met
een zadeldak uitbouw, 'n Rieten
dakbedekking met aan de voorzijde
boulet-pannen (grijze geglazuurde
kruispan met ruitmotief) completeren
deze gave beeldbepalende
stolpboerderij.
In 2000 stopte de Leeuwenhof als
boerderij, bij velen bekend als de
"kaasboerderij", het veebedrijf wordt -
noodgedwongen - in het noorden van
het land voortgezet. Vele nieuwe
woningen omsluiten straks deze fraaie
stolpboerderij, maar de leeuwenkoppen
in de dampalen geven ook straks zeer
herkenbaar aan: hier is de Leeuwenhof.
We volgen in enkele afleveringen de drukke werkzaamheden op en rond het
bestaan op een boerderij van een eeuw geleden - door Simon Borst -
Simon Borst geboren te Heerhugowaard op
17 oktober 1891, kwam nadat hij de lagere
school had verlaten, in 1904 als boerenknecht
bij Jan Ursem aan de Donkereweg in De
Noord. Zijn verdienste bedroeg 2,50 per
week plus kost en inwoning. Het melken
moest hij nog leren, alsook alle voorkomende
werkzaamheden.
Bij het leren van melken was j e eerste werk de
achterpoten van de koe met een touw
kruislings spannen en vastbinden, anders gaat
het koebeest aan de loop. Dan wordt de uier
schoongemaakt, vroeger met afgespatte
melk, nu met een doek en een emmertje water.
Daarna begin je goed in de spenen (tepels) te
knijpen, waarvoor veel spierkracht in de
vingers nodig is, en je moet er handigheid in
krijgen om een zoveel mogelijk brede
melkstraal te verkrijgen. Nou, dat heb je niet
zo gemakkelijk onder de knie. Wanneer je
ongeveer halfweg bent met de koe, dan neemt
de boer het van j e over, omdat het
onmogelijk is als beginneling een koe goed
uit te melken. Doe je dit niet, dan krijgt de koe
in vaktermen "de drop". Daarna vangt de
boerenknecht met de volgende koe aan. Het
melken kan of mag je in de herfst of
wintermaanden leren, daar het de boer
vroeger in de zomermaanden te veel melk
kost. De werktijd was normaal van halfvijf 's
morgens tot zes uur 's middags. In de hooitijd
was het 6 weken lang werken tot 's avonds
negen uur. Vakantiedagen of een vrije
zaterdag waren er nooit bij, het hele jaar
doorniet.
Al het werk moest met de hand worden
gedaan. Ook het hooien. Het gras werd met de
zeis gemaaid, meestal door losse
werkkrachten uit Gelderland, die werden
"poepen" genoemd. Daar hadden we inder
tijd een spreuk op gemaakt:
Er kwamen twee poepen uit het
poepenland
en die poepen dronken poepenbier.
Is het niet in het poepenland,
dan gebeurde het meestal zondags hier.
Ook dronken zij wel eens poepenwijn,
en maakten zij met elkaar veel
poepele-gein
Bij Jan Ursem kwamen in het begin van de
20ste eeuw ook twee poepen; die maaiden
van 's morgens drie uur tot aan de middag,
namen op het heetst van de dag enkele uren
rust, en
maaiden dan weer tot 's avonds tien uur.
Mijn loon, schrijft Simon Borst, ging elk jaar
1,- omhoog, en wanneer je zelf geen
verhoging durfde vragen dan deed je vader of
moeder dat wel. Want wanneer je jong de
school verlaat en je vader is al weg, dan moet
je de kost uit verdienen, en d'r is weer een
eter minder aan tafel. Een
arbeidershuishouden besloeg vroeger
meestal veel personen en met ƒ6,- per
Boerderij "de Leeuwenhof'
Gegevens ontleend aan het werkboek van de
werkgroep monumenten Heerhugowaard
4
5