Bezoek aan het museum 't Is mooi zo.... Schatten in het "Spaandermeer" bij Boterhuizen Door de nieuwe mogelijkheden, hóe de ruimtes in 't gebouw te gebruiken, is onze manier van bezig zijn ook veranderd. Na de verbouwing gingen we in september '99 met "stille trom" weer open. Er kan nu ook getrouwd worden, waar veel animo voor is. Van half februari 2000 tot eind maart toch even dicht voor de schoonmaakploeg en 't inrichten van de nieuwe tentoonstelling "Wateren water". 31 Maart opende mevr. Jansen-v.d.Gevel onder veel belangstelling de thema tentoonstelling plus in de Vriendenkamer de foto-expositie van Cees Kuenen Mooie gebouwen in onze polder. Vanaf januari hebben we al ruim 1500 bezoekers mogen ontvangen. Heel veel groepen en ook de weekenden "doen" 't goed. De zaterdag blijft wel achter, maar die dag wordt ook vaak anders ingevuld. De Open Monumenten-dagen van 9 en 10 september brachten ons samen 300 bezoekers!! Met 't bestuur van de Museummolen in de Schermer was een route uitgezet en kon er bij ons, extra, een dia-presentatie bekeken worden. De kinderen mochten een molentje maken of enige proefjes met water doen. De Monumentengroep Heerhugowaard verleende ook haar medewerking. Met de hulp van onze vrijwilligers mogen we dus op een geslaagd seizoen terugzien. En... zou dat "seizoen" nu óók weer doorlopen tot komend vooijaar Als laatste bewoners van Butterhuizen, waren de heer en mevrouw Spaan altijd wel bezig: mooi buiten boeren. "Boterhuizen", zegt Frans, zijn overgrootvader was Maarten Kalis, "was druipland, hobbelig land", Ja zelfs ook hoog land, dat werd door 't vergraven van de ringvaart van ons afgesneden. De Hoge Weid lag op een uitloper van de zandrug van St. Pancras. Ernaast had je de Lage Weid, met een rietschor en ooit was daar een haventje voor de Pancrassers. Ik mag graag in de grond wroeten, zogezegd, en met archeologisch onderzoek moet 't nog wel zijn aan te tonen, echter nu staat er het druipland-bos-in- groei, maar wat zat er onder. Door nieuwsgierigheid zijn we vanaf '84 bij het museum beland, en werden prompt gestrikt voor surveillant. Tussen de spoordijk en Boterhuizen ligt een enkele jaren daarvoor gegraven meertje, 2 hectare, groot en 4 meter diep, in het land van veehouder Spaan. (red. de vader van Frans Spaan) Een ongeveer 300 meter lange pijpleiding ligt van de ringvaart naar het wateroppervlak. In de ringvaart zelf drukte van bakken en sleepbootjes die af en aan varen met de in de omgeving van het polderhuis gebaggerde specie. Tuindersverdriet Met de heer Spaan, bewoner van de plaats tegenover de voormalige z.g. "brug van Kalis", welke laatste brug als nutteloos obstakel na de landrail door de familie Spaan met de provincie verdwenen is, nemen we een kijkje bij hetmeer. Alle voorbereidingen waren getroffen om het ongeveer 2 ha grote waterveld in te tomen en binnen zijn begrenzing te houden, en met rietschotten en vlechtwerk te beschermen tegen de waterwolf. Van de winter hadden de dichtstbij wonenden er al een prachtige ijsbaan. Alles scheen erop te wijzen dat de plas een lang leven beschoren was. Maar.dit pakte anders uit. Door uitbaggering van grote stukken wegsloot vlakbij de Halvemaansbrag en langs de Westdijk bleef de aannemer zitten met de vraag: waar moet die bagger heen? Zaken zijn echter zaken. De heer Spaan deed een bod, en een contract werd gesloten. Voor dit bod krijgt de boer, die van water niets kan telen, weer land terug, terwijl de aannemer onkosten bespaart en zijn bagger kwijtraakt. Zo te zien is al weer een gedeelte van de plas tot begaanbaar terrein geworden. Maar wat voorland! Je vindt er van alles! Gele steentjes zijn er bij en gebroken kloostermoppen, we zien een afgeronde steen waarop het woord COWEN. Dichtbij en verderop ligt alles wat zes of zeven eeuwen vergankelijkheid maar bij elkaar kan brengen en dat in de loop der Alie Beers-Visser. Interview met de heer en mevr. Spaan Frans Spaan Vervolg pagina 6 4 Tijdens vergravingen en 't werken aan het kanaal Alkmaar-Kolhorn werd er met het uitdiepen van de ringvaart en de aanlengende sloten en vaarten zeer veel grond en bagger verzet. Er verscheen een meer, het "Spaandermeer", en dat verdween weer. In de krant van 28 september 1940 lezen we hierover mèer Hai had drie bunder kool, ze ware best, en lagge in het koelhuis, nou al weke, de handel had er nag genies nei keken, 't wóu met de kool niet, net as met de rest. De hele winter had ie er werk an had en stond per week zo'n dikke zestig ure deer in de koud: allien tussen vier mure, de radio was alles wat ie had. En toen in juni overal op 't land de nüwe kool alweer begon te groeien, het riet weer opskoot an de waterkant, en 't jongvee op het grasland liep te stoeien, Toen gooide ie, met de hooivurk in ze hand z'n mooie dikke kool maar voor de koeie. Siem de Haan. Vervolg pagina 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2000 | | pagina 4