Overhaal "Pannekeet" Veel Heerhugowaarders weten dat er aan de ringdijk bij i' Broek op Langedijk ooit een overhaal is geweest waarmee vaartuigen uit het (lage) vaarwater van de polder Broekom konden worden overgehaald naar het (hoge) v water van de ringvaart en omgekeerd. Er zullen ook nu nog verscheidene mensen zijn die deze overhaal hebben gekend of er zelfs gebruik van hebben gemaakt. Deze overhaal 'Broekhom' genaamd werd vnl. gebruikt door tuinders uit Heerhugowaard die hun producten, naar de groenteveiling in Broek op Langedijk wilden brengen en die van daar ook weer huiswaarts keerden. Deze bekende, electrische overhaal heeft na de afbraak nog bepaalde 'sporen' op de dijk nagelaten zodat men de vroegere plaats van deze installatie nog enigszins kan herkennen. Minder bekend is dat er destijds elders in onze polder nóg een overhaal heeft bestaan. Toen in 1913 een groenteveiling werd opgericht in Noord-Scharwoude leek de weg naar de veiling voor de tuinders in het noordelijk deel van de polder heel wat korter te worden. Ook hier maakte men het liefst gebruik van de schuit. Immers, het vervoer per vaartuig was heel wat goedkoper dan met paard-en-kar. Om varende Noord- Scharwoude te bereiken was echter een hele opgave. De bouw van een overhaal zou een oplossing kunnen zijn. Om die reden werd er in 1924 door een groep tuinders in de binnenpolder Pannekeet (zie kaartje) een overhaal gesticht om daarmee een zo kort mogelijke PULD"' vaarroute naar de veiling te bewerkstelligen. De overhaal was nodig om van het (lagere) polderpeil op het (ho- gere) peil van de Noordscharwouder Polder (oud land z.g. druipland) te kunnen komen. Daarbij moest een niveau-verschil van, naar mijn schatting, 1-1,5 meter overwonnen worden. Via deze bovenland-polder kwam men vervolgens via een sluis op de ringvaart. Deze stak men dan over om via een tweede sluis weer op het (veel lagere) peil van het Geestmer-Ambacht te komen. Een stukje verderop was dan de veiling 'Noordermarktbond' gevestigd. Na verkoop en levering van de producten kon men met de lege schuit de terugtocht weer aanvaarden. Mijn persoonlijke herinneringen aan de overhaal 'Pannekeet' zijn opgefrist en aangevuld door enkele oudere mensen, waaronder Piet Kooy en zijn vrouw, woonachtig aan de Hasselaarsweg. Piet zijn vader, Arie Kooy, was voorzitter en mede oprichter van de 'overhaal-vereniging'. Een foto van de ingebruikneming van de overhaal in de zomer van 1924 was nog in het bezit van de fam. Kooy. Deze foto werd destijds gemaakt en gesigneerd door Arpat Moldovan, in die tijd een bekende fotograaf uit Nieuwe Niedorp. Op de foto staan verscheidene mensen uit de polder Pannekeet, keurig poserend voor het splinternieuwe houten boetje waarbinnen de grote lier 'op droog' stond. Ook de grote lorrie is te zien met daarop een versierde vlet, geladen met een partij vroege piepers in tenen mandjes. Voor ons: pure nostalgie Ik heb ter verduidelijking van mijn verhaal een tekening gemaakt waaruit ongeveer kan worden opgemaakt hoe het overhalen in zijn werk ging. Het ging daarbij dus om het overbruggen van een hoogteverschil in waterpeil. Dit gebeurde door een zware lorrie op 4 wielen over rails te laten lopen, die aan beide kanten van de polderkaai ook een heel eind onder water door liepen onder dezelfde, vrij zwakke helling. Aan het einde van de rails gekomen zag je dan ook van de lorrie niet meer dan de uiteinden van de verticale zij stangen. Een vlet of praam legde men stil boven de ondergedoken lorrie, die vervolgens met de lier weer de helling óp werd getrokken en dus op een gege vgp moment in contact kwam iherneT* vaartuig en dit mee nam naar boven. Het lukte alleen als er 2 potige lieden aan de lier stonden en de grootste vertraging was ingeschakeld. Op de tekening met de vlet, waarin 54 kistjes product, is ook te zien dat de polderkaai deels is weggegraven; dat scheelde alweer zo'n 75 cm. Deze inbreuk op de waterkering was door het polderbestuur toe gelaten op voorwaarde dat dit gat, ingeval van nood, weer veilig en snel kon worden gedicht. Daartoe lagen er in het boetj e de nodige dikke planken die op 2 plaatsen in speciale gleuven konden worden geschoven die op de verticale kaaischotjes waren aangebracht. De zo gemaakte "kist" kon dan snel met grond worden gevuld om op die manier een welis waar tijdelijke, maar betrouwbare waterkering te maken. Het vroegere houten boetje werd later vervangen door een wit, kalkstenen schuurtje. Daar zaten 2 raampjes in waarvan de ruiten altijd stuk of weg waren. Behalve de dikke planken en de lier was er binnen ook nog een wandkastje te zien met smeermiddelen. Verder hoorde er een koe voet te staan die soms nodig was om de lorrie over het dooie punt heen te helpen. Tenslotte viel het mij destijds op dat er tijdens de oorlog steeds meer anti-duitse en pro-engelse kreten metkrijtopde binnenmuur wer- df*n geschreven et ei ndevan deze overhaal kwam aan het eind van de veertiger jaren. Er werd toen steeds minder gevaren; het vervoer per as nam allengs de over hand. De hele boel is toen afgebroken en het sloop materiaal verkocht. Van één onderdeel weet ik mij het hergebruik nog heel goed te herinneren. Over een tochtsloot in de buurt lag een rijbrug waarvan door Ton Schotten tsiWW61'' ju OVSV*'»*-' NS, (>01-061 SITUATIE tot CA- 1^65 6 !rv 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 2000 | | pagina 5