Over vroeger - 6 ONDERWEG NAAR SCHOOL We woonden maar 7 minuten gaans van school af. Ons schoolpad was dus niet lang. Maar verwend als we waren, in Driehuizen woonden we tegenover de school, vonden we het een heel eind lopen. De eerste week lag ik 's avonds te huilen in m'n bed van de pijn in m'n benen. Wasdom heette dat Hoe komt het dat je er tegenwoordig nooit meer van hoort? Wordt er niet meer gelopen of zijn de kinderen beter ontwikkeld? Gezien de lengte van de tegenwoordige jeugd, moeten zij vreselijke pijnen gehad hebben! Onderweg viel er toch nog wel het een en ander te beleven: met zonnig, warm weer lagen er nogal eens snoeken heerlijk te zonnen. Als je dan stil deed en zorgde dat er geen schaduw over de snoek heen viel, bleven ze rustig liggen. Het was ze aan te zien dat het roofdieren waren, zo echt vals als ze lagen te kijken. Soms kwam je een boer tegen die met een koe liep. Die moest dan naar de stier. Appelman was de stierenhouder, hij woonde precies op het Kruispunt, de andere kant van de school. Als het een koe was dan ging dat wel rustig, maar een pink (eenjarig dier) die nog nooit een touw ofzo om de kleine hoorntjes had gevoeld, was geen gemakkelijke voor de baas. Een man met een zeug kwamen we ook nogal eens tegen. Piet Bakker, de berenhouder, woonde zo ongeveer halfweg ons schoolpad. De geur van varkens waren we wel gewend, maar gieren dat die beesten deden, het ging je door merg en been. Een paar keer heb ik daar eens in die schuurtjes gekeken, maar ik was toch wel een beetje bang. Die varkensberen zijn veel drukker dan de zeugen. Ik was steeds bang dat ze over het schuttinkje zouden springen. En het gepotdekselde boetje van Piet Bakker was ook niet zo sterk Zagen we dus op de weg een man lopen met een varken, dan wisten we: die gaat naar Piet Bakker. Heel rustig ging dat: een touw om een van de achterpoten en men wandelde naar de berenboet. Een varken is nu eenmaal een gek dier: zou je het met een touw om de hals willen begeleiden, dan zou je dat nooit lukken, want als je het vooruit trekt, wil het achteruit. Een touw aan het pootje is nog de beste oplossing. Even voorbij Piet Bakker woonde Piet Strengman. Hij was krengenslager en hij handelde er ook nog wat bij. In het voorjaar brachten de boeren de dode lammeren naar hem en in de winter mollen. Piet stroopte de huidjes eraf en verkocht ze. Soms slachtte hij een jonge geit. Dan kocht mijn moeder wel eens wat, maar anders durfde ze het niet. Wist u dat geitenvlees erg lekker smaakt? Piet Strengman had een bijnaam: Piet Neus. Hij miste zijn neusbeentje, zodoende had hij alleen maar een soort dopje, dat bij het spreken nogal beweeglijk was. Er stond nog een heel klein huisje aan ons schoolpad. Daar woonde Ootje Appel - eigenlijk Appelman, maar die naam was te lang. Vereniging bestaat 15 jaar De Vereniging van Vrienden bestaat dit jaar 15 jaar en ter gelegenheid hiervan organiseert de vereniging op 14 oktober een VRIENDENAVOND in buurthuis De Deel, 't Kruis aanvang 20.00 uur Vrienden en introducees zijn van harte welkom op deze gezellige avond. door G. Modder-van Twisk 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 1997 | | pagina 7