Jeugd
Over vroeger 5
Ons erf was groot, een half ha. Een boom
gaard met vanalles erin:
Appel- en perebomen. Een juttepeer, twee
dirkjesperen, twee assumers, twee prinsepe
ren en twee Gieser Wildemannen.
Een heel oude boom met heerlijk zoete zo-
merappelen: de zonzoet, twee meigroenen,
een Gelderse bellefleur en een Brabantse,
een kandijzoet en een zoet veentje en een
tulpappel. Ook stonden er twee pruimebo-
men en nog een peresoort die men niet meer
tegenkomt: de herfstsuiker. De vruchten wa
ren al rijp als de dorskas kwam. Een klein
grauw peertje, groen en gespikkeld als een
kievitsei.
Suikerzoet, goed om uit de hand te eten en
goed om te stoven.
Het onrijpe fruit was geschikt om te drogen.
Niet lang houdbaar was het herfstsuikertje.
Het personeel van de dorsmachine en de
schooljeugd wisten er wel raad mee.
Wat we zagen uit onze ramen:
veel bouwland met hier en daar wat weiland.
Links de ringdijk met daarachter Hensbroek.
De molen van Hensbroek zag je alleen in de
winter, als de bomen kaal waren.
Verder zag je het gemaaltje van Hensbroek
en een molen zonder wieken, wat huisjes en
de Hensbroekeibrug. Dan de molen van de
Wogmeer met wat boerderijen in die polder,
Rustenburg en heel in de verte ook nog het
kerkje van Ursem en later ook de R.K.-kerk
met het rode pannendak.
Rechts van het midden de strijkmolens, toen
nog in vol bedrijf en de Schermermolens.
Hoeveel? Minstens 14 zagen we er.
Oterleek was niet te zien door de bebouwing
van de Rustenburgerweg.
We hadden "Ruimzicht". Zo had mijn groot
vader de boerderij genoemd.
De eigenlijke naam was "Het Groote Bosch"
of "Basch", maar dat werd minder toepasse
lijk gevonden.
Ja natuurlijk, we moesten ook naar school.
Een lagere openbare school stond toen nog
aan het Kruis. Een grote school met vier loka
len, maar na de uittocht van de R.K. leerlin
gen bleven er nog maar 18 kinderen over,
verdeeld over 6 klassen, met maar een onder
wijzer, tevens hoofd van de school.
Het schoolplein bood voor alle spelletjes vol
doende ruimte. Er stonden 5 kastanjebomen, 4
met witte - en 1 met rode kaarsen.
De boom met rode kaarsen gaf geen goede
vruchten. Daar zat altijd vocht in.
Een van die bomen was bepaald bijzonder
oud. Hij had een kroon zo wijd en zo mooi,
nooit heb ik een grotere of mooiere kastanje
boom gezien.
De spelletjes die we speelden waren voor mij
nog nieuw. Over de namen verbaasde ik me
toen ook al.
Wat denkt u van vangkies, waagies en petje
dief, annemertjes of wollefies?!
Het waren wel fijne spelen, want er moest
hard gehold worden.
Bij petje dief moest de groep in twee partijen.
De aanvoerders gingen dan voeten om de eer
ste keus: de jongens gingen op een willekeuri
ge afstand van elkaar staan en kwamen iedere
keer om de beurt een klomplengte naar elkaar
toe. Wie de afstand sloot, had de eerste keus.
Heel veel verschil maakte dat ook weer niet,
maar de snelste loper was voor zijn groepje.
Verder ging het om de beurt. Het was een ern
stige zaak en het gebeurde zeer nauwgezet.
Verder werden de spelletjes van het seizoen
gedaan: hinkelen, tollen, knikkeren, hoepelen,
touwtjespringen, ballen. In de herfst deden we
nog een bijzonder spel: we bouwden huizen,
scholen, kerken en winkels. Zelfs de jongens
deden dan mee. Met stoffers van thuis maak
ten we walletjes van grind en bedden van kas
tanjebladeren. Ging het meer op de
6
Door G. Modder-Van Twisk