zelfde, er is altijd verandering. Dus het meer
De Waard zal er ongetwijfeld niet altijd heb
ben gelegen. Het moet eens zijn ontstaan.
En wat was er voor dat meer? Was er toen
reeds bewoning op de plaats waar nu de ge
meente Heerhugowaard ligt?
Deze vragen boeiden mij zo, dat ik dit graag
wilde uitzoeken om er een tentoonstelling
voor het Poldermuseum aan te wijden.
Gelukkig is er veel uit de oudheid bekend.
Oude geschreven bronnen in de archieven
vertellen ons veel, maar ook archeologisch
onderzoek, het zogenaamde veldwerk, ofte
wel het 'prutkijken'.
Door heel nauwkeurig en met veel deskun
digheid in de modder te wroeten, zijn ar
cheologen de laatste jaren veel te weten
gekomen over hoe het landschap van West
Friesland er vroeger moet hebben uitgezien.
Hoe dit eruit zag en hoe dit landschap zich
heeft ontwikkeld tot zoals wij het nu kennen,
daarover gaat de nieuwe tentoonstelling.
We gaan terug in de tijd tot negenhonderd na
Christus. Natuurlijk kunnen we nog verder
teruggaan, tot bijvoorbeeld het begin van
onze jaartelling, maar in die eerste negen
eeuwen veranderde het landschap rond Heer
hugowaard niet zoveel. Er lag een meters dik
veenpakket met een hoogte van zo'n twee
meter boven de zeespiegel. Dat bleef zo tot
de tiende eeuw. Toen gingen de bewoners
van dit gebied zich met de vormgeving van
hetlandschap bemoeien.
De eerste veenontginningen vonden plaats
met zeer grote gevolgen voor het landschap
achter de duinen. De gevolgen hiervan on
dervinden we eigenlijk nog steeds. Dat ons
landschap nu beneden de zeespiegel ligt en
dat we om droge voeten te houden voortdu
rend moeten malen, is het gevolg van de nij
vere arbeid van die middeleeuwse bewoner
die het veen introk om daar slootjes te gra
ven en zo het veen te ontwateren.
De tentoonstelling zal die gevolgen vanaf de
negende eeuw tot nu met tekeningen, foto's
en teksten uiteenzetten. Tot we uiteindelijk
wel weer in 1631 uitkomen. Daar stoppen we
niet.
Het tweede deel van de tentoonstelling laat
zien hoe het landschap van Heerhugowaard
sinds de droogmaking is veranderd.
Vanzelfsprekend - hoe kan het ook anders -
ligt hier het accent op de bebouwing van de
Waard. Bouwen om te wonen en te werken.
Veel was dat niet in de eerste eeuwen. Het
duurde tot het begin van onze eeuw voordat
er enige noemenswaardige bebouwing te
zien was in deze gemeente. Maar daarna
heeft de Waard dit dubbel en dwars inge
haald. In de jaren zeventig de snelst groeien
de gemeente en nog steeds zijn het aantal
heipalen dat dagelijks de grond in gaat niet te
tellen.
In Heerhugowaard is veel veranderd en dat
zal voorlopig ook nog wel zo doorgaan, want
plannen genoeg. Oostertocht is nog niet vol
tooid of nieuwe plannen als Huygenhoek en
Zuiderwaard zijn al volop in ontwikkeling.
En dan straks 'de Stad van de Zon' die het
landschap van Heerhugowaard-zuid drama
tisch zal veranderen en die deze gemeente
de allure moet geven die bestuurders passend
vinden bij de volgende eeuw.
En zo verandert onze omgeving voortdurend.
Van veenlandschap tot Stad van de Zon:
een landschap in beweging.
Henk Komen
conservator Poldermuseum
8