-5- Boten uit de Schermer konden via de Noordervaart bij de Omval met een overhaal in de ringsloot komen Voor een verbinding van Alkmaar met de ringvaart van de Heerhugowaard werd vanaf Jan Boyens de Hoornsevaart ge graven naar de plaats in de Omringdijk waar de Zuid Reker- dijk bij Huiswaard begint. In de dijk werd een sluis gebouwd. Deze gang van zaken botste met de belangen van Sint Pancras en Langedijk. Hun vaarweg, de Veert, naar het Zwijnsmeer bij Alkmaar werd Verbroken. Over deze Veert lezen we in "Uit de geschiedenis van Alkmaar en omgeving" van Th.P.H. Wortel, onderwerp: Het huis aan de sluis, blz. 138, waar de grafelijkheids rekeningen uit de jaren 1343-1346 worden behandeld, het volgende: De Overdam was dat deel van de grote West- friese omloopdijk, dat later Oudorperdijk zal heten. Hij dankte zijn naam aan de daar, tussen Zwijnsmeer en Zeglis, gelegen overhaal, die vaartuigen "over de dam" bracht. Hier was de enige en belangrijke toegang te water tussen Kennemerland en West-Friesland: een drukke overzet- en los- en laadplaats, waar alle per schip aangevoerde goede ren konden worden overgeladen of met schip en al overge haald "over den Overdam in die Zeglic" of omgekeerd van het Zeglis in het Zwijnsmeer. Hier was een belangrijk "verkeersknooppunt" in het goederen vervoer van en naar West-Friesland en hier passeerden de schuiten met allerlei materialen, nodig voor onderhoud en herstel van de grafelijke huizen Middelburg en Nieuwendoorn en, in omgekeerde richting, de uit West-Friesland gehaalde vis, het gevogelte en al wat verder bestemd was voor de grafelijke proviandkamers. Om over de ringsloot en Hoornsevaart naar Alkmaar te varen zou betekenen dat in de Oosterdijk een sluis moest worden gebouwd Deze kosten en de door het schutten onvermijdelijke water- inlaat wilde men niet. De oplossing werd gevonden door de sloot aan de noord kant van de Hoornseweg vanaf het punt waar de Veert werd onderbrokentot aan de Rekerdijk te verbreden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Overhaal: historisch magazine Heerhugowaard | 1994 | | pagina 6