Het veilinglijntje van Noord Scharwoude Dorp
November 2022
56
De sleutel berustte bij de opzichter op het emplacement.
Die opzichter was ook verantwoordelijk voor het treinre-
gister en het goed vastzetten van de wagens op het em
placement. Op zekere dag was blijkbaar vergeten enkele
wagens beremd of tegen remsloffen weg te zetten. Tij
dens een storm gingen ze aan de rol richting de hefbrug.
berichten konden worden uitgewisseld. Voor vertrek van
elke trein kondigde de treindienstleider (station Noord
Scharwoude) of de opzichter (Noord Scharwoude Dorp)
deze aan bij de sluiswachter. De maximumsnelheid op de
lijn bedroeg 30 km/u. Op het emplacement mocht bij het
oversteken van de losweg of het rijden naast gebouwen
niet sneller dan 5 km/u worden gereden.
De overweg in de drukke Westerweg bij kilometer 1.829
vlak voor de sluis was aanvankelijk alleen voorzien van
Andreaskruisen voor het wegverkeer en S-borden voor
de trein. Onder het geven van fluitsignalen moest voor de
overweg worden gestopt, waarna langzaam kon worden
opgereden. De snelheidsbeperking ter plaatse bedroeg 10
km/u. In de zomer van 1955 vond hier een aanrijding
met een motorrijder plaats met dodelijke afloop.
Op 14 februari 1956 ging het op deze overweg weer ver
schrikkelijk mis toen een NACO-bus rond 16.15 uur in de
flank werd gegrepen door een losse dieselloc die onder
weg was naar Dorp. Zeven passagiers raakten gewond
waarvan vijf ernstig. De loc ontspoorde. Er moest iets aan
de beveiliging worden gedaan! Op 13 december 1956 gaf
de chef Weg Werken van NS opdracht aan zijn collega
van Seinwezen om bij de overweg vier rode knipperlich
ten te plaatsen als onderdeel van een halfautomatische
knipperlichtinstallatie. De trein moest voortaan stoppen
voor de overweg, waarna de begeleidende rangeerder
via een drukknop de knipperlichtinstallatie in werking
stelde. Na passeren van de trein doofden de knipperlich
ten automatisch.
Een losse 1700 passeert hier de onbeveiligde overweg in de Westerweg op een zeer
koude 7 maart 1947. Op 6 maart kopte het Noord-Hollands dagblad: Siberische
toestanden in Noord Holland! Het was dan ook echt bar en boos met extreem veel
sneeuw. Tussen Alkmaar en Hoorn was er een trein ingesneeuwd die later door
een werklocomotief met een sneeuwschuiver bereikt kon worden.
Een omwonende zag ze gaan en belde het station Alk
maar. Vanuit Alkmaar werd een hulploc met personeel
richting Noord Scharwoude Dorp gestuurd. De wagens
bleken al tegen de lichte helling van de hefbrug ter hoog
te van het brugsein tot stilstand te zijn gekomen en kon
den worden teruggeduwd naar het emplacement. Op het
lijntje mocht maar één trein tegelijkertijd aanwezig zijn
die de normale treinseinen diende te voeren.
Het vertrekbevel werd gegeven door de treindienstleider
te Noord Scharwoude of door de op
zichter in Noord Scharwoude Dorp.
De beweegbare brug had tot gevolg
dat er nu ook meer beveiliging op
het lijntje werd aangebracht. Behalve afsluitlantaarns bij
de brug werden aan weerszijden van de brug afstands-
seinpalen aangebracht. Vanaf de aansluiting met de
hoofdlijn waren dat voorsein Av (km 1.280) en hoofdsein
A (km 1.780). Aan de andere zijde kwam aan het einde
van het emplacement sein B (km 1.990) te staan. Dat in
de polder toch een voorsein werd geplaatst, zelfs voor
afgegaan door twee mistbaken, zal te maken hebben ge
had met het gebrek aan overzicht wanneer treinen uit de
aansluitboog kwamen. De seinen werden niet door NS
bediend, maar door de sluiswachter van de Roskamsluis.
Zowel op Noord Scharwoude Dorp, bij de brug als bij de
aansluiting te Noord Scharwoude werd een telefoonkast
geplaatst, waardoor via de Rijkstelefoon veiligheidstrein-
In 1935 werd de Ringsloot verbeterd
tot provinciaal kanaal Alkmaar-Om-
val-Kolhorn. De verbreding van de
vaarweg had tot gevolg dat de vaste
brug over de Schutkolk bij kilome
ter 1.890 moest worden vervangen
door een beweegbare spoorbrug
bij de Roskamsluis. Gekozen werd
voor een hefbrug met een hefhoogte
van 2.29 meter, een lengte van 8.25
meter en een doorvaartbreedte van
7.00 meter. De aanbesteding was op
30 juli 1935, waarbij de bouwkos
ten werden geraamd op 13.000,
te betalen door het Rijk. Aannemer
Kloos uit Kinderdijk, geen
onbekende bruggenbouwer voor
NS, was één van de 18 inschrijvers.
Voor het bedrag van 9540 werd een
14.6 ton zware hefbrug gebouwd.