De Langedijker Trio 4 is honderd jaar
Op weg naar Amsterdam voor de Koningsvaart 2013
1 mei 1981
30 november 1995
November 2022
31
Trio 4 als recreatievaartuig behouden. De oude Kromhout
was totaal versleten, er zaten al overmaatse zuigers in.
Jammer, hij heeft het 70 jaar lang prima gedaan. We heb
ben de Kromhout aan het motorenmuseum in Nieuwe
Niedorp in bruikleen gegeven en een 4 cilinder Ford in
gebouwd. In 1982/1983 is de Trio 4 tot recreatieschip om
gebouwd bij scheepswerf Kind in het Verlaat. Het ruim is
in het vet gezet, geïsoleerd en daarna ingetimmerd.
Een leuke anekdote
Als we hier in Langedijk door de sluis en in het hoofd
vaarwater rustig naar huis varen, krijgen we nog al eens te
horen, dat we met zo'n groot schip hier niet mogen varen!
Op de eilanden staan nu luxe villa's en sloepen zijn erg
populair.
Ik zeg dan lachend: "Mijn overgrootvader, opa, vader en ik
hebben hier altijd met dit schip gevaren! U bent hier ook komen
wonen, maar we vinden het niet erg, als U hier ook vaart!"
Trio 4 op de werf van Bijvoet
Met Ronald en Derk van
Schoorl
De schippers van de Trio 4
De schippers van 1922 tot heden: C. van Schoorl (2de), J.
Borsten, J. Priks, G. Krap, D. Droog, S. Koffeman, W. Post,
C. Wortel, D. van Schoorl, C. van Schoorl (3de) en R. van
Schoorl (4de).
Een trotse schipper
Ronald van Schoorl
aan het roer van de
honderdjarige Trio 4
Chronologisch overzicht eigendom:
7 augustus 1922
8 september 1959
1 augustus 1968
14 mei 1974
Cornelis van Schoorl Jzn
Cornelis van Schoorl Czn (3de)
en Dik van Schoorl
Cornelis van Schoorl Czn (3de)
Cornelis van Schoorl Czn (3de)
alleen firmant
Cornelis van Schoorl
(beëindiging firma)
Ronald van Schoorl Czn
In november 1995 heb ik de Trio 4 notarieel van mijn va
der gekocht. Nu ben ik met verdergaande modernisering
bezig. Dit omdat door Europese wetgeving de Trio 4 in
2017 als groot schip is gekenmerkt.
In 1973 moest de Trio 4 van de Scheepvaart Inspectie in
Rotterdam de 'den'6 verhogen i.v.m. uitwatering, anders
mocht ze niet meer naar de Rotterdamse zeehaven in de
Botlek. De "den" van het vrachtruim werd 40 cm ver
hoogd en er kwam een waterdicht kleed over het vracht-
ruim. De oude luiken werden voor oud ijzer prijs ver
kocht. Dit had invloed op de toen geldende meetbrief7
(historie):
Inmiddels staat de vijfde generatie Van Schoorl regelma
tig aan het roer, onze twee zonen Maarten Jan en Derk.
Enorm trots zijn Lyda en ik op de zesde generatie Van
Schoorl met Joep, Tom en Guus, en hopen dat zij ook 'va-
rensbloed' in de genen hebben meegekregen.
Behouden vaart! Is getekend Ronald van Schoorl.
Voetnoten:
1 Een jagersjongen is een schippersknecht die ‘in het haam’ de boot
lopend over het jaagpad voort trekt. Een brede band met daaraan de
jaaglijn, die men om de borst legt. Naast veel historische vaarwegen
ligt vaak nog een jaagpad.
2 Holte betekent de hoogte van het laadruim, gemeten vanaf de buik-
denning (de houtenvloer gelegen op 'de kattensporen’) tot de onder
kant van de stalen luiken.
3 De zeeg van een schip wil zeggen: de langsscheepse rondte, het oplo
pen van het dek in de lengterichting, volgens een gebogen lijn vanuit
het midden van de lengte van het schip, naar de voor- en de achter
steven.
4 Een geveegde kont bij een schip betekent een scherp gesneden vorm
in een rechte lijn die geleidelijk uit het water komt.
5 Merkels zijn stalen U profielen die dwars over het laadruim worden
gelegd. Hierop rusten de stalen luiken. De merkels zorgen ook voor
afwatering (als het ware een gootje).
6 De dennenboom, of kortweg den, is de opstaande kant van het
scheepsruim, vanaf het dek/gangboord van een schip.
7 De meetbrief is vrij vertaald het paspoort/kentekenbewijs van het
schip. Het is van het Koninkrijk Der Nederlanden en uitgegeven door
de dienst voor scheepmeting. Het schip heeft een teboekstelling in het
scheepsregister. Een uniek nummer welke is ingeslagen/gebeiteld in
het staal achter op de roef aan stuurboordzijde (376-ALKM.54).
-
r VMM
M