11 eeuwen bestuur in een notendop
November 2022
16
Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude en Broek op Lan-
gedijk werden pas later 'verhandeld'. Deze ambachten
waren in 's graven boezem gebleven.
Een overzicht van ambachten in West-Friesland
omstreeks 1750. Bron: Wikipedia
Omstreeks 1730 beginnen de Staten van Holland op gro
te schaal heerlijkheden te verkopen als snelle inkomsten
bron. Er vindt een veiling plaats en Noord-Scharwoude
wordt gekocht door mr. Willem van Vlaardingerwout, en
Zuid-Scharwoude door Jacob Mispelblom Beyer.
Machtiging van regenten tot aankoop der ambachts
heerlijkheid Noord-Scharwoude, 1729.
Collectie Regionaal Archief Alkmaar
Nadat het huis Egmond zijn grandeur had verloren, komen
de bezittingen in handen van de Staten van Holland. Die
verkochten Oudkarspel in 1607 aan mr. Adriaen Duyck,
secretaris van de Staten van Holland. In de eeuwen daarna
gaat het eigendom via vererving, maar ook door verkoop,
over in diverse handen.
Een bijzonder geval betreft de verkoop van Broek op
Langedijk. Hier wordt de heerlijkheid verkocht aan de
regenten van het dorp zelf. Dat had een duidelijk motief,
namelijk bestuurlijke zelfstandigheid en onafhankelijk
heid, iets waar de Broekers ook in latere tijden veel waar
de aan hechten.
Dorpen als verhandelbaar goed
Als we kijken naar Langedijk, zien we dat er vanaf 1426
sprake is van vier aparte dorpen. In de loop van de tijd
gingen de graven er toe over om bepaalde rechten (de
'heerlijke rechten') over te dragen en in leen te geven aan
een ander persoon. Vaak was dat een beloning voor hulp
in bijvoorbeeld een oorlog. Dan was er sprake van een
ambachtsheerlijkheid waarbij de eigenaar als heer (of
vrouwe) werd aangeduid.
Voortaan benoemde de heer dan de schout en andere
dorpsfunctionarissen. In enkele gevallen werd ook de
hoge justitie in leen gegeven. Dergelijke heerlijkheden
vormden dan een apart baljuwschap en worden ook wel
hoge heerlijkheden genoemd. Oudkarspel was een der
gelijke hoge heerlijkheid, nadat gravin Jacoba van Beie
ren dit ambacht in 1430 had geschonken aan Jan II van
Egmont.
Hij verkreeg daarbij de “hoge en lage jurisdictie, de tienden
groot en smal, vis- en vogelrechten, het pluimgraafschap en alle
andere inkomsten te water zowel als te land, welke de graaf van
Holland daar bezat en bovendien nog acht blokken buitenlands
tienden en eigendom van de Schaapskuilmeer en alle andere
leenroerige goederen aldaar”.
Heerlijkheden zijn niet adellijk van karakter zoals een
graafschap of een hertogdom. Ze kunnen worden geërfd,
maar zijn ook verhandelbaar. Het eigendom gaf naast in
komsten een zekere status doordat de eigenaar de titel
Heer van mocht voeren. Het werd voor rijke regenten
interessant om in bezit te komen van een heerlijkheid.
- .,7 X«
,-K,.
rO.TAi./.
«O/..';*,»,
c
Yy 4.
7? 1 <7 er
C - kr^’
Vo»» I»
Z./ Z 4 if. '.V'.
i
/.ft Otr.- X f'i 'f“f i"
<o<,
/n-A.
m r C l'
ff W ,,t.
i
uXv j/r Cl 1 C »t V
A, m< èy
MC* /«-««■♦♦/
/o i»n n, 7^.'. A <)J
.7 i
X /y t.*», k-, thV ^<1 ///tfyrMj
X i -Vp»/»
r< //c, -A'-.
«kM
aft ft tr-
- v> «Y
é-i I
t' y 7«>-/
Jf
SCHAGU NltDOm K KOfMK