11 eeuwen bestuur in een notendop November 2022 15 bied van een schout. Hoe het lokale bestuur exact functi oneerde was sterk afhankelijk van plaatselijke gewoontes en privileges. Van democratie was uiteraard geen spra ke. Het bestuur van de dorpen was voorbehouden aan een selectie van de rijkste en voornaamste inwoners die gezamenlijk de vroedschap vormden. Uit hun midden werden jaarlijks, meestal met Pasen, door de schout vijf of zeven schepenen gekozen en voorgedragen aan de bal juw. De schepenen vormden met de schout een college dat recht sprak op plaatselijk niveau. Dit college stelde ook een keur vast, de plaatselijke wetgeving. Eed die werd afgelegd door de schepenen van Oudkarspel. Uit het register met naamlijsten van regenten van Oudkarspel 1700 -1804. Collectie Regionaal Archief Alkmaar Langedijk verdween als 'stad' definitief van het toneel. Ook Alkmaar verloor tijdelijk het stadsrecht. Voor de rechtspraak werden opnieuw baljuws aangesteld. De regenten van Oudkarspel vergaderden in Het Regthuis, zoals dat er in 1726 uitzag. Het was zowel bestuurscentrum als rechtbank. Collectie Regionaal Archief Alkmaar De sierlijke handtekening van de secretaris van Oudkarspel onder een ordonnantie van Schepenen en Vroedschappen, 6 augustus 1709 veel West-Friese dorpen of in de rechtspraak zelfstandig De schepenen regelden samen met twee burgemeesters de 'huishoudelijke' zaken van het dorp. Burgemeesters hadden toen vooral tot taak de schotgelden (belastingen) te innen om daarmee de dorpskosten te betalen - van daar dat zij ook wel schotvanger werden genoemd. De zogenaamde rekenaars hielden de administratie bij. Een andere functie in het dorpsbestuur was die van secretaris. Het was zijn taak om allerlei brieven te schrijven, aan tekeningen te maken tijdens vergaderingen en brieven bij mensen te bezorgen. Kortom, hij was één van de be langrijkste mensen in de gemeenschap, niet in het minst omdat hij de schrijfkunst goed machtig moest zijn. Geza menlijk werden de bestuurders aangeduid als de regen ten van het dorp of de dorpsregering. De dorpen Broek op Langedijk, Noord- en Zuid-Schar- woude en Oudkarspel verkregen in 1415 gezamenlijk stadsrechten onder de naam 'stede Langedijk'. De stads- rechtverlening was echter van korte duur. Na het over lijden van Willem VI van Beieren in 1417 ontstond een verbitterde strijd over zijn opvolging als graaf van Hol land. Het overgrote deel van het West-Friese platteland steunde Willems dochter Jacoba van Beieren in haar strijd tegen hertog Filips van Bourgondië. Doordat Filips aan het langste eind trok, verloren de plattelandssteden in 1426 als straf hun privileges. De 'steden' Grootebroek, Abbekerk, Sijbekarspel, Niedorp en Winkel verzoenden zich met Filips en kregen hun stadsrechten spoedig terug. Anderen moesten echter diep door het stof. De stad Langedijk West-Friesland was een vreemde eend in de bijt, omdat daar ook sprake kon zijn van een plattelandsstad. Dit heeft zijn oorsprong in het feit dat de ambten als schout en baljuw meestal werden verpacht. Er waren vaak klach ten over machtsmisbruik van deze grafelijke ambtenaren. Ze hadden immers geld betaald voor die positie en wil- den dat zo snel mogelijk terugverdienen, het liefst met een flinke bonus. In 1400 kwamen de jarenlang opge kropte spanningen tot uitbarsting en werd besloten om stadsrechten te geven aan dorpscombinaties, die zo werden. Art-JIM1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2022 | | pagina 17