Hoe in Broek op Langedijk het christelijk onderwijs tot stand kwam
November 2022
8
Oprichting lokale vereniging
De voorstanders van Christelijk Nationaal Schoolonder
wijs besloten daarop alleen verder te gaan. Er werd een
lokale vereniging opgericht, waarvan de leden 15,- con
tributie per jaar betaalden. Uit christelijk gereformeerde
hoek waren toch ook een aantal mensen die zich bij de
Men meldt uit Broek op Langedijk:
“De oprigting eener bijzondere school alhier, reeds geruimen
tijd geleden vastgesteld, was tot dusverre niet tot stand geko
men, daar de confessioneelen het niet eens konden worden met
de christelijk gereformeerden over doopnaam, aan de school te
geven. Dezen wilde haar <christelijk gereformeerde>, genen
<christelijk nationale> school noemen. Zoolang men het hier
niet eens kon worden, kwam men niet verder, omdat geene der
beide partijen afzonderlijk over voldoende financiëele krachten
beschikken kan. Thans echter is de zaak in der minne vereffend,
en slaat men de handen ineen, zoodat hoogstwaarschijnlijk eene
<christelijk nationale> school weldra alhier zal verrijzen.”
vereniging aansloten en ook uit Noord-Scharwoude wa
ren er leden die zich aansloten. Erg groot was de vereni
ging niet, want bij aanvang waren er slechts 16 leden. Dat
is ook eigenlijk niet zo vreemd, omdat 15,- voor veel
inwoners een behoorlijk bedrag was en kwam het erop
neer dat de school in eerste instantie alleen bereikbaar
bleek voor de gegoeden onder de inwoners. Met alleen
het oprichten van een vereniging was de klus nog niet
geklaard, want er moest een school en een onderwijzers-
woning gebouwd worden. Daarvoor had men zo tussen
de 8.000 a 9.000 gulden nodig en dat was voor die tijd een
enorme som geld, zelfs voor de gegoeden. Men besloot
een lening uit te schrijven van 4.500,- om daar een huis
met erf van te kopen.
Het bestuur bestond uit J. Slotemaker, voorzitter; D. Wa-
genaar, secretaris; J. Wagenaar, penningmeester; dominee
Scheffer, vice-voorzitter; en de leden P Bouwens, P Berk-
houwer en K. Kansen.
Het jaar 1873 liep ten einde zonder dat er ook maar een
spade de grond in was gegaan en ook in 1874 kwam er
van de oprichting en bouw van de school weinig terecht.
Er werd blijkbaar in 1874 nog wel over de oprichting er
van gesproken en het haalde zelfs op 7 juni 1874 de Hel-
dersche en Nieuwedieper Courant, die meldde;
Dominee van Arkel
Op 28 februari 1875 deed dominee J.D. van Arkel zijn in
trede in Broek op Langedijk en hij was de man die de
plannen weer los wist te trekken en het bestuur te mo
tiveren om uitvoering aan hun plannen te geven. Ook
moeten er in die periode ook weer besprekingen zijn
gevoerd met de christelijk gereformeerden, want de Hel-
dersche en Nieuwedieper Courant weet op 7 april 1875
te melden;
Uit Broek op Langedijk wordt gemeld:
“In deze kerkelijk zeer verdeelde gemeente, waar men vier ver
schillende kerkgebouwen vindt (eene hervormde-, eene doops
gezinde- en twee verschillende afgescheidenen), schijnen velen
ook niet langer tevreden te zijn met ééne openbare school. Er
worden namelijk pogingen aangewend, om op ons dorp eene
bijzondere school te stichten.”
Anders ging het met de Hervormden, zij kwamen in mei
1873 bij elkaar om te praten over de wens en de moge
lijkheid van de oprichting van een bijzondere school.
Hoewel ze nog geen plannen hadden en slechts de wens
hadden om er eens met elkaar over te praten, kwam men
toch tot de conclusie dat ze voor de haalbaarheid van
een oprichting ook de christelijk gereformeerden bij het
overleg wilden betrekken. De verschillen bleken echter te
groot. De Christelijk Afgescheidenen wilden een kerkelij
ke school, terwijl de Hervormden wilden aansluiten bij
de Vereniging van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs.
Ook in Broek wilde men bijzonder onderwijs
Hoewel bovenstaande ontstaansgeschiedenis voor zich
zelf spreekt, was dat voor Broek op Langedijk niet van
zelfsprekend. Het duurde nog tot 1871 voor de Christe
lijk Afgescheidenen in Broek lieten horen het niet eens te
zijn met het onderwijs op de openbare school. De kwestie
werd in 1871 in de kerkenraad besproken en die was van
oordeel dat de kerk zich met de school moest bemoei
en. Er bestond in Broek al een Hulpvereniging van Ge
reformeerd schoolonderwijs en deze verzond op 26 april
1871 een verzoekschrift aan de kerkenraad, om met haar
samen te werken, opdat men zou komen tot een chris
telijk gereformeerde school. Er kwam echter nogal wat
bij kijken voor het oprichten van een school, zeker ook
omdat bijzondere scholen niet werden gesubsidieerd. De
kerkraad zocht steun bij de classis, de vergadering van
een aantal protestants gereformeerde kerken in de regio,
zitting hebbend in Alkmaar en bij de provinciale verga
dering, maar ook daar kreeg men geen gehoor. Na een
herinnering van de Hulpvereniging in december 1871,
legde de kerkenraad het verzoek in januari 1872 naast
zich neer. De Hulpvereniging liet het er echter niet bij
zitten en in augustus kwamen de president A. Slot en
de secretaris G. Glas in de kerkenraadsvergadering, om
mondeling hun plannen voor de oprichting van een bij
zondere school toe te lichten. Er volgde een breedvoerige
discussie en men besloot om een openbare vergadering te
beleggen om dit zo breed mogelijk onder de aandacht te
krijgen van de lidmaten van de kerk. Tevens besloot men
om ook dominee Scheffer en J. Slotemaker uit te nodigen
om zo te kunnen werken aan een brede samenwerking
tussen de verschillende kerken. Of de vergadering er
uiteindelijk is geweest, is niet meer terug te halen, maar
een opwekkingspreek van dominee Wielinga op 14 janu
ari 1873, om alsnog tot de oprichting van een bijzondere
school te komen, heeft geen effect en het blijft uit de gere
formeerde hoek de eerste jaren stil.