Het leven in de Kerkmeer
Het Kermeerhuis vanuit het zuiden gezien in de winter van 1955. Van links naar rechts:
het gemaal, koeienboet, de woning met daarvoor de kapberg en de wc boven de sloot.
Er werd een krooshek gemaakt van een balkje met een
heleboel kleine latten bijna tegen elkaar. Aan de voorkant
van de greppel werd het krooshek gemonteerd. Verder
op in de greppel kwam de plank met een lat dwars over
de greppel om het water tegen te houden. Om de boel
in gang te zetten moest er water geschept worden uit de
sloot. Hiervoor hadden wij een prachtige ijzeren tuutem
mer. Er werden wel 5 tot 6 emmers water geschept en in
de greppel gedaan. Er moest water met veel kroos en flap
uit de sloot worden gehaald. Dan kon je goed zien dat
het krooshek werkte. Daarna stroomde het water door de
greppel tot aan de plank. Om het water op te pompen
moest er onder de plank heel hard in het water met de
lat gepoerd worden. Dit moest de vijzel voorstellen. De
rolverdeling was als volgt. Eén moest water scheppen,
de ander zorgde ervoor dat het water goed door stroom
de en de derde ging malen met de lat onder de plank.
Het water scheppen was het zwaarst. Het malen was het
leukste en het water goed door laten lopen was ook be
langrijk. Ieder ging netjes op zijn beurt. Zo konden wij
geweldig mooi spelen met elkaar.
De post
De post werd soms in het schuitje gelegd of soms in de
broodmand in de fietsenboet. Formeel moest de postbode
1 of 2 keer per week de post naar het woonhuis brengen.
Dit gebeurde bijna nooit. Zelf ben ik op 1 augustus jarig.
In de grote schoolvakantie, en dan was iedereen thuis.
Dan kwam Adriaan Spanjaard, de postbode, met zijn ei
gen motorbootje naar de Kerkmeer varen. Dan had hij
post mee en voor mij waren er altijd wat leuke kaarten
voor mijn verjaardag. Adriaan kreeg koffie en een lekkere
koek en bleef gezellig praten met de familie. Na een klein
uurtje ging hij weer naar huis.
Een nieuwe baan
In mei 1961 stopte vader definitief als machinist en mo
lenaar. De koeien werden verkocht en met de opbrengst
en een kleine hypotheek van de bank werd een huis in de
Kroonstraat gekocht met een grote boet ernaast.
Opa Veltum verkocht zijn huis in het dorp en kwam bij
de familie wonen. Moeder heeft ervoor gezorgd dat opa
Veltum zijn eigen kamer met kachel kreeg. Begin juni van
dat jaar ging vader bij houthandel Eecen werken. En zo
eindigde na ruim 9 jaar mijn avontuur in de Kerkmeer.
Noot van de redactie:
De polders Kerkmeer, Dergmeer en Kromwater zijn tegen
woordig onvindbaar weggevaagd bij de herverkaveling rond
1968-1974. Maar het pompgebouwtje van de Kerkmeerpolder
en het Kerkmeerhuis bestaan nog steeds en zijn nu over de
weg bereikbaar (Kerkmeerweg 20, Oudkarspel). Björn de Vries
(eigenaar sinds 1981) heeft de nog aanwezige oorspronkelijke
vijzel gerestaureerd en er een Samofa-motor op aangesloten. Hij
heeft hierover ook een boek geschreven: Een West-Friese affaire,
Malers in de Kerk- en Dergmeer (2010). Het boek is tijdens
openingstijden in te zien in de bibliotheek van het Regthuis en
een beperkt aantal exemplaren is nog te koop.
November 2020
39