Het l even m c e Kerkmeer Herman Veltum Jonge mensen vragen wel eens naar mijn jeugd. Dan ver tel ik ze over mijn eerste levensjaren, toen ik met mijn familie in het Kerkmeerhuis woonde. Vanaf februari 1952 tot half mei 1961 groeide ik op in dit afgelegen huis in de Kerkmeerpolder zonder waterleiding en elektriciteit. En om in het dorp te komen, moest ik eerst een kleine kilometer varen. Dan staan zij vaak heel raar te kijken. In dit artikel doe ik verslag van mijn herinneringen aan deze tijd. Het Kerkmeergemaal (links), het Kerkmeerhuis (midden) en de koeienboet (rechts) vanaf de noordkant gezien in 1960. Voor het Kerkmeergemaal ligt de motorschuit met een Albin benzinemotor van 5 pk. Vader Veltum: machinist en molenaar van de Kerkmeerpolder Het avontuur van de familie Veltum begon toen mijn va der in 1933 een nieuwe baan kreeg als machinist en mole naar van de Kerkmeerpolder. Binnen de grote Geestmerambachtpolder lagen voor de ruilverkaveling een aantal kleinere polders met een aparte bemaling. De Kerkmeer was zo'n poldertje, gele gen ten westen van Oudkarspel. Iets verderop naar het noordwesten lagen de Dergmeerpolder en het Kromme- water. Deze polders waren met grondduikers met elkaar verbonden. In 1864 werd de Dergmeermolen afgebroken en nam de Kerkmeermolen de bemaling van alle drie de polders voor zijn rekening. De twee waterschappen wer den ook verenigd onder één bestuur. Op 29 december 1914 verbrandde de molen als gevolg van blikseminslag tijdens een heftig noodweer. Juist een maand eerder was er in de molen een Kromhout ruwolie- motor geïnstalleerd, die de molenvijzel aandreef via een drijfriem. De motor raakte beschadigd, maar kon wor den gerepareerd. In 1916 werd op de molenfundamenten een machinegebouwtje om de motor heen gezet. Hierin stond de Kromhoutmotor die met een tandwielkast zorg de voor de aandrijving van de vijzel, die ook bij de brand behouden was gebleven. De capaciteit was 14 kubieke meter per minuut. De opvoerhoogte was 2,1 meter. Verder zuidwaarts langs de Kerkmeerkade stond een Amerikaanse windmolen die de bemaling kon onder steunen. Die had een opvoerhoogte van 2,5 meter en een capaciteit van 10 kubieke meter per minuut. Deze molen was geplaatst in 1942, omdat olie voor het motorgemaal in de oorlogsjaren steeds schaarser werd. Amerikaanse windmolen en poldergemaal van de Dergmeerpolder in een kaal polderlandschap Op de exacte plek van de afgebrande Kerkmeermolen werd in 1915-1916 het machinegebouwtje neergezet. De motor die in de molen stond was bij de brand behouden gebleven en kon worden hergebruikt. Hetzelfde geldt voor de vijzel. Links op de foto het Kerkmeerhuis en daarvoor de restanten van de molen. Ruim 1 kilometer voorbij de noordpunt van de kade van de Kerkmeerpolder lag de Dergmeerpolder. Hier stond een watergemaal met een Kromhout ruwoliemotor van 9 pk en ook een Amerikaanse windmolen. Vanaf 1933 werd mijn vader dus verantwoordelijk voor het handha ven van het juiste waterpeil in de Kerk- en Dergmeerpol- der. En met een onderbreking van 1945 tot 1952, heeft hij dit tot 1961 gedaan. November 2020 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2020 | | pagina 37