Gemeenschappelijk Gasbedijf Noord-Scharwoude de Eerste Wereldoorlog geen kwalitatief hoogwaardige buitenlandse steenkool kon worden geïmporteerd, werd de situatie er niet beter op. De Limburgse steenkool was kwalitatief minder en bovendien bijgemengd met bruin kool wat ten koste ging van de gaskwaliteit. Er werd dus aan de klanten gevraagd spaarzaam met het gas om te gaan. Begin 1918 doet de directeur het bestuur een voorstel om de fabriek verder uit te breiden, hiermee zouden de pro blemen met de te lage gasdruk kunnen worden opgelost. Gezien de bijzondere omstandigheden, en omdat het ernaar uitzag dat de oorlog snel zou worden beëindigd en er weer buitenlandse steenkool kon worden geïmpor teerd besloot de Gascommissie niet tot uitbreiding over te gaan. De directeur liet het hier niet bij zitten en kwam er in de volgende vergadering op terug. Hij had berekend dat het gasverbruik in januari 38% ho ger lag dan in januari van het jaar daarvoor en dat al leen daarom al de uitbreiding zou moeten doorgaan. De gemoederen liepen hoog op en de directeur waste de leden van de Gascommissie flink de oren. De leden van de Gascommissie waren zeer slecht te spreken over het eigengereide optreden van de directeur, er was immers al besloten de fabriek niet uit te breiden. Uiteindelijk kreeg de directeur drie jaar later toch zijn zin. In 1917 werd de gemeente Sint Pancras ook aandeelhou der, ze moesten zich daarvoor inkopen en deelden daar na ook mee in de winst. Burgemeester Jb. Kroonenburg trad toe tot het bestuur. De problemen over de gasdruk bleven maar spelen en ook uit de andere dorpen kwamen klachten, bij inspectie bleek dat er zich naftaline in de gasleidingen had vastge zet. De leidingen moesten worden gespoeld en dat gaf een verbetering, pas toen er in 1925 in Sint Pancras als buffer een gashouder werd gebouwd behoorde het druk- probleem tot het verleden. Vanaf 1927 werden ook delen van de gemeentes Koedijk en Oudorp op het gasnet aan gesloten. Elektriciteit In 1917 werd besloten om een elektriciteitsdistributiebe drijf op te richten en werd de naam gewijzigd in "Ge meenschappelijk gas en electriciteitsdistributiebedrijf voor de Langedijk en St. Pancras". Elektriciteit bleek een geduchte concurrent voor gasverlichting, waardoor men besloot zich ook hierop te richten. De gedachte was om de mogelijk teruglopende gasinkomsten te compenseren met inkomsten vanuit elektriciteitsverkoop. De elektri citeit werd niet zelf geproduceerd, maar er werd voor de leverantie een contract afgesloten met het in datzelf de jaar opgerichte Provinciaal Electriciteitsbedrijf van Noord-Holland (P.E.N.) in Bloemendaal. De Commissie van Beheer moest in 1937 onder druk van het P.E.N. de gemeenteraden adviseren om per 1 janu ari 1938 het elektriciteitsbedrijf aan datzelfde P.E.N. te verkopen. Dit was vanuit het oogpunt van het gasbedrijf geen gelukkige beslissing omdat hiermee de concurrentie voor kookdoeleinden werd verscherpt. In 1927 werd er op het terrein van de gasfabriek ook nog een badhuis van het Witte Kruis in gebruik genomen. Door de opkomende crisis is dit badhuis slechts een paar jaar in gebruik geweest. (zie Otterplaat 1998) Gascorruptie Eind 1927 was de Nederlandse gaswereld in rep en roer. In de pers verschenen verschillende artikelen dat er door leveranciers in den lande schenkingen of kortingen wer den gegeven aan directeuren of bestuursleden van gas fabrieken. Twee gemeenteraadsleden uit Oudkarspel, Paarlberg en Bakker, lazen deze artikelen en vroegen per brief aan de gascommissie of de directeur of andere be rokkenen bij de gasfabriek deze emolumenten ook wel eens hadden genoten. De voorzitter, burgemeester P. Slot van Broek op Langedijk, vond dit niet de weg om zoiets te vragen en stelde voor de brief voor kennisgeving aan te nemen en aldus besloot de Gascommisie. Gascommis- sielid Kroon uit Zuid-Scharwoude had weliswaar geen opmerkingen over de directeur of over de bestuursleden, maar het feit dat gascorruptie elders wel aan de orde was maakte wat hem betreft dat dit wel een punt van bespre king zou moeten zijn. Voorzitter Slot reageerde heel kort en zei dat de directeur het volste vertrouwen van het bestuur genoot en geheel vrijuit ging. Gascommissielid Kroon uit Oudkarspel vroeg vervolgens waaruit de beloning van de directeur bestond, deze was toen 4400 op jaarbasis plus vrij wo nen en gas voor verlichting en verwarming. Tot 1968 waren de gashouders nog in gebruik; op de achtergrond de RK Sint Jan de Doper 24 November 2020

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2020 | | pagina 26