De 18e eeuwse runderpest in Langedijk Een veepestbosje moet niet verward worden met een geriefhoutbosje. Geriefhoutbosjes werden door de boe ren aangeplant om zichzelf van hout te voorzien. Elke boer had veel hout nodig. Vandaar de verscheidenheid aan soorten: essenhout voor gereedschapsstelen, ber kentwijgen voor bezems, wilgenhout voor in de kachel. De kenmerkende ringsloot heeft dan de functie om de bomen tegen het vee te beschermen. 'Scheuren' van het land Door de epidemieën werden de boeren ieder jaar armer, maar de belastingen bleven gelijk. Er waren boeren die liever afstand van hun land deden, dan ieder jaar maar weer verliezen te lijden. In 1749 waren er boeren in Oud karspel die 7 morgens en in Noord-Scharwoude boeren die 2 morgens wegschonken aan de regenten (Geestmer- ambacht morgen is ca. 8799 m2). Anderen meenden heil te zien in het 'scheuren' van de weidegrond om tuinbouw producten te gaan verbouwen. Destijds stond de veeteelt in ons land hoger aangeschre ven dan de land- en tuinbouw. Gecommiteerden van de Staten van Holland en West-Friesland waarschuwden dan ook tegen het scheuren van het land. Zij achten het scheuren een hachelijke zaak die de kwaliteit van de grond zou benadelen waardoor de eigenaars hun belas ting niet meer zouden kunnen betalen. Daarom vaardig den zij een resolutie uit met de bepaling, dat niemand mocht scheuren dan wanneer hij alle lasten tot vier jaar terug had voldaan. De veepest heeft uiteindelijk nergens geleid tot structure le veranderingen. Het zuivelbedrijf werd niet vernietigd. Na elke veepestaanval bleken de boeren toch weer in staat om hun veestapel aan te vullen en soms zelfs uit te breiden. De massale overschakeling op tuinbouw vindt later plaats en is niet aan de veepest in de 18e eeuw te wijten. Natuurlijk betekende elke epidemie een vermin dering van de welvaart, die tijdens de eerste twee epide mieën veel boeren catastrofaal geweest is. Maar tijdens de derde epidemie was de situatie waarschijnlijk alles zins overkomelijk. Onder controle Na zeer grote inspanningen is runderpest wereldwijd gelukkig uitgeroeid. De laatste meldingen in Europa da teren uit 1996 in het Europese deel van Turkije. Na een wereldwijde campagne om het runderpestvirus uit te roeien met intensieve vaccinatiecampagnes, kwam de runderpest vermoedelijk het laatst voor in Somalië in 2003. Sinds 2011 is de wereld officieel vrijverklaard van runderpest. Met dank aan Egbert Barten daar ik veel feiten en ge gevens uit zijn boek: EN RUKTE OVERAL ALLES WEG, WAER ZIJ TROF.'' De runderpest in Nederland, met nadruk op de Langedijk, in de 18de eeuw (1713-1784) mocht gebruiken. Literatuurlijst: Barten, E. EN RUKTE OVERAL ALLES WEG, WAER ZIJ TROF.'' De runderpest in Nederland, met nadruk op de Langedijk, in de 18de eeuw (1713-1784). Berg, J. v.d. De veepest en haar gevolgen, geplaatst in haar tijd, VL/VU scriptie. Faber, J.A. De veepest in Nederland in de achttiende eeuw, in Spiegel Historiael 1, nov. 1966, blz. 67-74. Faber, J.A. Cattle plaque in the Netherlands during the eighteenth century, Wageningen 1-7-1962. Hekmeijer, F.C. F. C. Korte geschiedenis der runderpest, 1845. Kuiper, M. Een kijkje in de geschiedenis van de Langedijk, Hoorn 1980. Nederlandse jaarboeken Amsterdam, 1747 - 1765. Regionaal Archief Alkmaar Roessingh H.K. Landbouw in de Noordelijke Nederlanden, 1650-1815. Gepubliceerd in Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 8 Wttewaal, B.W. Eene bijdrage nopens de veeziekte, in de Economist 1865. November 2020 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2020 | | pagina 19