De 18e eeuwse runderpest in Langedijk
Sterftegrafiek: Jaarlijkse rundveesterfte door de veepest
Uit de sterftegrafiek van Langedijk is de afnemende sterf-
tegraad af te lezen. Een uitzondering vormt Zuid-Schar-
woude waar de sterftegraad juist toenam. Duidelijk is te
zien dat in Oudkarspel weer de meeste runderen stier
ven. Bij de percentages is dit verschil echter verdwenen.
De ziektepercentages over oktober 1769 tot september
1770 schommelen tussen de 64% en 77% en de sterfteper
centages tussen de 40% en 54%. Van de ziek geworden
dieren stierf gemiddeld 63%. Tussen deze pieken liggen
perioden waarin nauwelijks dieren het leven hebben ge
laten. Deze epidemie is dus lang dus niet zo destructief
geweest als die van 1744 tot 1764 toen de ziekte jaar na
jaar bijna zonder ophouden voortsleepte.
Maatregelen tegen en bestrijding van de ziekte
Van alle kanten is geprobeerd de ziekte tegen te gaan. De
overheid kwam hiervoor met verordeningen. Zodra de
ziekte ergens was gesignaleerd regende het 'plakkaten'
met maatregelen en verboden over het land. Al in 1713
kwamen de eerste verordeningen. Deze werden ook later
in 1744 en in 1768 weer van kracht.
Wat heeft de overheid gepoogd te doen tegen deze ramp?
Allereerst ging men over tot isolatie van de getroffen ge
biedsdelen. Er kwam een invoerverbod van vreemd vee.
Hierdoor hoopte men de verspreiding van de ziekte te
gen te gaan. Dit had één nadeel: als de ziekte bijzonder
sterk heerste konden de boeren hun veestapel niet aan
vullen en raakten hele gebiedsdelen 'ontvolkt' van rund
vee. Soms werd dit verbod tijdelijk, vaak gedurende de
zomer, opgeheven. Dit gebeurde pas als de ziekte toch
al algemeen heerste en het dus toch niet meer uitmaakte
of de pest nu wel of niet via de invoer van vreemd vee
verspreid werd. De eerste keer dat dit verbod opgehe
ven werd gebeurde in 1751. Het vee dat toen ingevoerd
werd kwam uit meestal uit Denemarken (Jutland) en
Noord-Duitsland.
Het gestorven roodbonte vee, zie hieronder werd hier
door vervangen door het geïmporteerde zwartbonte vee.
Roodbont vee was typerend in de 17e en 18e eeuw
(schilderij Paulus Potter uit 1647)
Vaak werd dit invoerverbod aangevuld met een uitvoer
verbod. Het nadeel hiervan was dat sommige gebieds
delen 'verstopt' raakten met te veel vee. Dit had weer tot
gevolg dat het vee in deze gebieden spotgoedkoop werd.
Weer een nieuwe tegenslag voor de toch al zwaar getrof
fen boer. Deze maatregel werd wel eens, onder druk van
de plaatselijke bevolking, opgeheven. De dieren die dan
in- of uitgevoerd mochten worden moesten zijn verge
zeld van de nodige certificaten van gezondheid. Tevens
moesten de dieren acht dagen of langer na de in- of ver
koop in quarantaine gehouden worden.
Dit in- en uitvoerverbod gold meestal ook voor de hui
den, de hoorns en de klauwen van het gestorven dier.
Dit alles werd ontsmet met kalk. Ook het vet van de die
ren werd in het oog gehouden. Zelfs de invoer van vers
hooi is wel eens verboden. Er kwam ook een verbod op
het houden van veemarkten. Deze maatregel was vaak
niet vol te houden zodat er wel eens een tussenoplossing
gevonden werd in het houden van een markt buiten de
stad.
November 2020
15
Jaarlijkse rundveesterfte
door de veepest
in Langedijk 1769-1782.
100
1784
1780
1769
300
200
- Noord-Scharwoude
Oudkarspel
100
1784
1769
1775
1780