De 18e eeuwse runderpest in Langedijk Over het eerste veepestjaar van 1744 tot voorjaar 1745 zijn er cijfers van West-Friesland en het Noorderkwartier. Deze cijfers zijn samengebracht in tabel 1. Uit de cijfers blijkt dat er gedurende dit eerste jaar 80,5% van de koeien met de ziekte besmet raakte. Hiervan stierf 87,3% terwijl 12,7% van de ziekte herstelde. In totaal is in dit eerste jaar 70,2% van alle runderen in Noord-Holland gestor ven. Kijken we naar de verschillende steden en hun dor pen daaromheen dan valt op dat Alkmaar en omgeving, waaronder Langedijk valt, ver onder het gemiddelde zit. Hier raakte 'slechts' 63,9% besmet en stierf 'slechts' 55,6%. Mogelijk, dat Alkmaar er in dit geval uitspringt, omdat Alkmaar een veel groter gebied om zich heen had dan de andere steden. Ook is bekend dat er een aantal plaatsjes rond Alkmaar waren, waar de ziekte niet of nauwelijks heerste in dit eerste jaar. Bakkum en Callant- soog nauwelijks en in de vissersdorpen Egmond aan Zee en Huisduinen helemaal niet. Steden en hun omgeving waar de ziekte sterk geheerst heeft, zijn Hoorn, Edam en Purmerend. Alle drie met een sterftepercentage van in de 80%. Tabel 2 Sterfte door de veepest in Langedijk (1744 tot voorjaar 1745) De cijfers van Langedijk zijn samengebracht in tabel 2. In deze tabel valt vooral Oudkarspel op. Oudkarspel was het grootste dorp van de vier en had het meeste grasland tot zijn beschikking. In 1744 werden er in Oudkarspel 553 runderen gehouden. Hiervan stierven er 382, dat is 69% van de veestapel. De andere dorpen kwamen er met een sterftepercentage tussen de 30,7 en 35,7% wat gunstiger af. Toch stierven in Noord-Scharwoude van de 182 run deren er 65. In Zuid-Scharwoude hield men in dat jaar 140 runderen en werden er 43 slachtoffer van de gevrees de ziekte. In Broek op Langedijk werden 96 koeien ge houden waarvan er 32 sneuvelden. Opvallend is dat in vergelijking met Oudkarspel in de drie andere dorpen zeer weinig ziek geworden dieren herstelden. Een sterftecijfer van 70,2% in Noord-Holland gedurende het eerste jaar was al ernstig, maar wat de runderpest-epi- demie echter catastrofaal maakte was het langdurig ka rakter ervan. Steeds opnieuw braken er epidemieën uit en de pogingen om er iets tegen te doen hielpen niet. Ver halen van boeren die hun veestapel tot vijfmaal toe ach tereen zagen uitsterven zijn legio in deze tijd. De klachten zijn vooral veelvuldig in de winter. Het vee stond dan op stal waardoor de besmetting (dieren dicht bij elkaar) veel groter was dan 's zomers wanneer de dieren in de wei liepen. De epidemie van 1769 tot 1784 De tweede runderpestepidemie was in 1764 nog nau welijks uitgewoed toen de derde en laatste 18e -eeuwse ziektegolf haar weg begon. Vanuit het oostelijk deel van de Balkan kwam de ziekte in 1765 in Hongarije, waarna de ziekte via het Oostzeegebied en Duitsland in de len te van 1768 Gelderland bereikte. In september 1769 was heel Nederland besmet. Via de Zuidelijke Nederlanden werd ook Frankrijk besmet. Van deze laatste epidemie is vrij veel cijfermateriaal bekend. Het eerste jaar (april 1769 - maart 1770) van deze epidemie is het ergste ge weest. Hoewel deze epidemie het minst erge van de drie geweest is stierven er in deze tijd in Holland (het Noor der- en Zuiderkwartier) nog altijd 159.228 runderen (kal veren niet meegerekend). Het totaal aantal runderen (ex clusief kalveren) was in 1769 ongeveer 225.000. Dat is een sterftepercentage van 70,76%. Dit percenta ge gedurende het eer ste jaar doet dus niet onder voor de cijfers bekend van de beide eerdere epidemieën. Gedurende de hele periode werden er bijna 170.000 runde ren besmet en daarvan stierf zo'n 67%. Ook het cijferma teriaal uit Friesland geeft aan dat hier gedurende de eer ste tijd nogal wat koeien de dood vonden. Hier stierven tussen mei 1769 en december 1769 zo'n 98.000 runderen. Het totaalaantal runderen in Friesland in de 2e helft van de 18e eeuw wordt geschat op 160.000 runderen zodat het sterftepercentage 61,25% bedraagt. In Langedijk begint deze epidemie in Oudkarspel. Op 15 juli 1769 worden de eerste ziektegevallen aan de Ge committeerde Raden gemeld. Iedere twee weken daarna zijn er meer sterfgevallen. Hoe razendsnel de ziekte zich verspreidde is te zien aan de sterftemeldingen voor Oud karspel tussen 15 juli en 30 september 1769: 4, 18, 114, 162, 301, 386. Eind augustus wordt ook Noord-Scharwoude besmet. In de 2e helft van september zijn ook Zuid-Schar- woude en Broek op Langedijk besmet. De ziekte maak te tussen oktober 1769 en juli 1770 nog vele slachtoffers maar was daarna -tijdelijk - uitgewoed. In oktober 1772 komt de epidemie weer terug. Deze keer duurde het tot februari 1775 voordat Langedijk weer vrij van de ziekte was. Tussen november 1780 en februari 1781 woedde de ziekte nog even in Noord-Scharwoude en Oudkarspel. 14 November 2020 Dorpen Totaal dieren Totaal ziek In Totaal gestor In Hersteld In ven Oudkarpel 553 487 88 382 69 105 21,5 Noord-Scharwoude 182 77 42,3 65 35,7 12 15,5 Zuid-Scharwoude 140 47 33,5 43 30,7 4 8,5 Broek op Langedijk 96 35 36,4 32 33,3 3 8,5 Totaal 971 646 66,5 522 53,7 124 19,1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2020 | | pagina 16