D
t
I
e
eeiiwse rime
^angee
in
t£
Dick Zuiderbaan
In de 18e eeuw werd de Republiek der Verenigde Neder
landen geteisterd door drie grote lang aanhoudende en
bijzonder felle runderpest-epidemieën.
De eerste duurde van 1713 tot 1720, de tweede van 1744
tot 1764 en kort daarop de derde van 1769 tot 1784. Deze
rampen, door tijdgenoten 'Gods tuchtroede' of 'Jammer
lijke Landplaeg' genoemd, vaagde een groot gedeelte
van de veestapel weg. Overheid, religie en wetenschap
boden geen passende oplossingen. Biddagen, bidstonden
en processies werden uitgeschreven door overheden en
kerkgenootschappen tot diep in de 19e eeuw.
De runderpest of veepest was een virusziekte afkom
stig uit Azië. De ziekte brak vier tot zeven dagen na de
besmetting uit en eindigde meestal binnen tien dagen
met de dood. De besmette runderen kregen hoge koort
sen, etterachtige ontstekingen en bloederige afscheidin
gen. De ziekte was uiterst besmettelijk. Vers vlees, verse
mest en zelfs verse huiden brachten de besmetting over.
Ook schijnbaar gezonde dieren waren verdacht, omdat
de smetstof na afloop van de acute ziekteverschijnselen
nog een tijdje actief bleef. Men deed in de 18e eeuw wat
men kon. Stallen werden uitgemest, import- en export
verboden werden van kracht, hele streken werden onder
quarantaine gesteld waardoor ook de handel stil viel. Dit
haalde echter allemaal niets uit. De ziekte verspreidde
zich van dorp naar dorp, van streek naar streek en stoor
de zich niet aan landsgrenzen. Ook de veehouderij in
Langedijk heeft zwaar geleden onder de veepest, waar
door hele veestapels verloren gingen.
De epidemie van 1713 tot 1720
Over deze eerste 18e eeuwse runderpestepidemie is wei
nig bekend. De besmetting kwam uit Azië vanwaar zij in
1709 startte op haar weg naar Europa. Langs de Kaspi
sche Zee, via Europees Rusland, de Balkan en de rest van
Europa arriveerde zij in 1713 in Nederland. Waarschijn
lijk is de runderpest meegekomen met de handelskara
vanen naar het westen. In 1714 sloeg de epidemie over
naar Engeland. Hoogstwaarschijnlijk via invoer van ziek
vee uit Nederland.
Over deze eerste epi
demie is weinig cijfer
materiaal.
In Friesland schijnen er
tussen december 1713
en februari 1715 zo'n
66.000 stuks rundvee
gestorven te zijn. In
Zuid- en Noord-Scher
mer, Schermerhorn en
Schermeer schijnen
tussen 1713 en 1718 zo'n 8.000 runderen het leven gelaten
te hebben (in 1744 waren hier 5.056 runderen). In Neder
land stierven ongeveer 300.000 runderen aan de ziekte.
In Europa gingen gedurende deze epidemie zowat 3 mil
joen runderen verloren.
Gegevens over de handelswijze tegen de eerste epidemie
in Langedijk zijn er nauwelijks. Een enkele brief -een ver
zoek van Gecommitteerde Raden (dagelijks bestuur van
Holland) om toezending van een lijst met het aantal in de
steek1 gelaten landen- van 5 augustus 1718 suggereert dat
de veepest ook toen in de Langedijk geheerst heeft. Maar
dat kan ook net zo goed in verband gebracht worden
met de algemene economische crisis van de eerste helft
van de 18e eeuw. Dat was een slechte tijd voor het boe
renbedrijf met dalende prijzen, stijgende kosten, strenge
winters, misoogsten en veel ongedierte. Aangenomen
kan worden dat deze eerste epidemie niet aan Langedijk
voorbijgegaan is. 1 Geruïneerde boeren lieten hun land
voor wat het was en trokken weg.
De epidemie van 1744 tot 1764
In 1744 verspreidde de runderpest zich ten gevolge
van de Oostenrijkse Successieoorlog via Hongarije naar
Zuid-Duitsland en Italië. Frankrijk werd in 1743 besmet
toen de Franse troepen over de Rijn terugtrokken. Ne
derland werd het jaar daarop besmet. Engeland kreeg de
ziekte wederom uit Nederland in 1745. Van deze ernstig
ste runderpest is wat meer cijfermateriaal bekend. Gedu
rende het eerste jaar was een sterftecijfer van 70% van
alle runderen in een gebied geen uitzondering. Tussen
november 1744 en augustus 1745 stierven er in Friesland
alleen al 135.000 stuks rundvee. In Utrecht stierven er tus
sen 1744 en 1746 bijna 34.000 van 3 jaar en ouder.
Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht waren de ge
biedsdelen waar de veepest in de 18e eeuw de boer het
zwaarst getroffen heeft.
Tabel 1 Sterfte in het eerste jaar van de veepest
(1744 tot voorjaar 1745)
November 2020
13
Steden en dorpen
Totaal
Totaal
In
Totaal
In
In
Hersteld
In
daaromheen
dieren m
ziek <2>
gestorven
van (1>
van (2>
Alkmaar
32.381
20.700
63,9
18.007
55,6
86,9
2.693
13
Hoorn
13.108
12.754
97,2
11.090
84,6
86,9
1.664
13
Enkhuizen
6.533
5.580
85,4
4.950
75,7
88,7
630
11,3
Edam
5.086
4.900
96,3
4.308
84,7
87,9
592
12
Monnickendam
4.296
3.863
89,9
3.294
76,6
85,2
569
14,7
Medemblik
7.337
6.262
85,3
5.547
75,6
88,5
715
11,4
Purmerend
8.592
8.208
95,5
7.148
83,1
87
1.060
12,9
Totaal
77.333
62.267
80,5
54.344
70,2
87,3
7.923
12,7