it had L
ambulance
^angec
t£ een eigen
ILij
OMGEVALLENDIENST
LMGEDIJK St PANCRAS
TEL.02260-2222
Langedijk
Tanja Kuiper
B5 il hw st
Tekst op de ambulance
Een eigen ambulance
In het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw vond
men dat er in Langedijk een ambulance moest komen.
Langedijk was voor de ruilverkaveling nog moeilijk be
reikbaar en het duurde te lang tot er een ambulance van
buiten arriveerde. Daarom werd er geld door het bedrijfs
leven 4.500) en de gemeenschap van Langedijk en Sint
Pancras 2.500) bijeen gebracht. In september 1964 is er
op het gemeentehuis in Noord-Scharwoude de officiële
overdracht aan de afdeling Langedijk van het Neder-
landsche Roode Kruis. De ambulance is een Ford Taunus
Transit.
Dat er een degelijke ambulance is aangeschaft, blijkt wel
uit het feit dat die nog steeds te bewonderen is in het Na
tionaal Ambulance- en Eerste Hulp Museum in Leiden!
De ambulance wordt door EHBO-ers bemand die zich
vrijwillig daarvoor hebben opgegeven.
Bewondering buiten van de ambulance door
v.l.n.r. Hoekstra en Beumer van het Roode Kruis Langedijk,
Burgemeester Zwart en gemeentebode Jan IJff
Maartje Barten-Vonkeman was zo'n vrijwilligster
Zij heeft zich 18 jaar lang vrijwillig ingezet voor dit werk.
Ze moest als bijrijdster eerst een opleiding voor E.H.B.O.
doen bij dokter Gerrmann plus nog een verdere oplei
ding in het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Alkmaar.
Maartje vertelt over die periode: De Ford Taunus was ei
genlijk niet groot genoeg als er twee mensen vervoerd moesten
worden: de brancards lagen dan boven elkaar.
Twee brancards boven elkaar
Eenmaal was er een heel lange man met een gebroken been en
toen moest de achterdeur open blijven, anders kon hij niet lan
guit liggen Ik begon in 1969 nadat ik mijn E.H.B.O.-di-
ploma had gehaald en had van 1970 tot 1989 een bordje aan de
deur. Ik kreeg dit bordje van meneer Bant van de Spoorstraat,
die daarvóór bij de E.H.B.O. zat. Inwoners konden bij mij te
recht voor de eerste hulp-kist of om assistentie te vragen. Om
te kunnen worden opgeroepen, gebruikte ik een mobilofoon. Er
waren nog 8 andere bijrijders die hetzelfde werk deden. Je moest
altijd klaar staan, ook 's nachts en in het weekend. Toen ik be
gon, was onze dochter Marieke 2 jaar. Als ik opgeroepen werd,
bracht ik Marieke naar buurvrouw Aarts, die woonde aan de
overkant. Als er een ongeluk was gebeurd, moest de chauffeur
van de ambulance, waaronder Willem Vader, een bijrijdster
zoeken. Later werd er een schema gemaakt en had elke bijrijder
dienst. Ongelukken met kinderen waren het ergst. Een ongeluk
op het kruispunt waar nu de stoplichten zijn, in Zuid-Schar-
woude, maakte dat ik met het werk ben gestopt."
Deze tekst stond ook op het diploma van Maartje
30
Oktober 2019
De ondergetekende, {hoofdcommissaris/
hoofd van Politie te
jerkiaart, dat de houder van dit diploma
p de door de politie afgezette terreinen
kan worden toegelaten tot het verlenen van
Eerste Hulp bij Ongelukken, zulks ter
beoordeling van de ter plaatse aanwezige
politieambtenaart