Herinneringen aan Jan Groothuizen met zijn tamme meeuw
2e van links handelaar Jan Groothuizen
Het ei van de Tamme Meeuw
Van een stel jongens uit de buurt kreeg hij een ei dat ze bij
Bergen aan Zee gevonden hadden. Jan ging ermee naar
zijn broer in Alkmaar die een kippenbedrijf had. Daar liet
hij het uitbroeden. Na 31 dagen in de broedmachine kwam
er een vogeltje uit dat zich ontpopte als jonge meeuw.
Menu
Met gekookte eitjes en bal
letjes gehakt fokte Jan het
dier op. In het begin wel 20
a 25 eieren per week, later
werd het afgebouwd tot 1
ei per dag. De baas hoefde
maar even zijn geluid te la
ten horen en dan kwam hij
krassend aan fladderen. In
het begin bleef hij wat op
het erf scharrelen en werd
goede vrienden met de poes en de hond. Zijn slaapplaats
was in het kippenhok, tegen donker zocht hij met veel
blazen zijn stok op. Hij had eigenlijk een hekel aan dat
kippenvolk.
Kokmeeuw of Zilvermeeuw
Na een paar maanden was het al duidelijk: het was een
Zilvermeeuw. Hoe Jan de bijnaam 'De Kokmeeuw' kreeg
is me niet duidelijk. Maar ik denk (als vogelaar) dat kok
meeuwen in de jaren 50 meer in het binnenland zaten en
de zilvermeeuwen meer aan de kust. Die kende men hier
dus niet zo goed. Als Groothuizen met zijn meeuw door
het dorp liep (in het begin kon de meeuw niet vliegen en
scharrelde wat mee) was het al gauw van "daar gaat De
Kokmeeuw." Ik heb veel mensen gesproken en die hebben
het over 'de tamme meeuw'.
Het kippenhok werd verlaten en de meeuw kreeg een
plaats in de boet. Hij begon ook beter te vliegen en zat
overdag op het kop-eind van de akker, net over de sloot.
Het menu werd uitgebreid met kaas en vis en zelf schar
relde hij ook wat bij elkaar. Zondag was een feestdag, dan
zweefde hij rond twee uur boven de woning om neer te
strijken voor het zondagsmaal, namelijk een hoeveelheid
soep. Vermoedelijk merkte het dier aan de rust in het land,
geen komen en gaan van bouwers, dat het zondag was.
Contact met Artis
Een meeuw die uit de hand
at, dit was een onbekend ver
schijnsel volgens de ornitho
logen. Dus was het niet onop
gemerkt gebleven bij krant en
radio.
Dit zeldzame geval van dieren
liefde tussen mens en meeuw
had men bij Artis nog nooit
meegemaakt. Meneer Portielje
van Artis belde, die wilde graag
de meeuw hebben. Hij deed er
onderzoek naar en schreef daar
ook over. Portielje was een au
toriteit op dierpsychologisch
gebied. Hij was bekend door de Verkade-albums voor
de Tweede Wereldoorlog en zijn bijdragen voor radio en
kranten. Maar dat deed Jan niet, hij vond het veel te grap
pig. De heer Portielje vroeg wat Jan hem te vreten gaf en
toen hem dat verteld werd, zei hij: "geen wonder dat het
beest niet meer weg gaat, een veel te best kosthuis. Als je mij
zo zou trakteren, zou ik ook nooit meer weggaan!" Even later
kon Jan hem pareren op de vraag, wat voor geslacht de
meeuw had. "Nou meneer Portielje, precies weet ik het niet,
maar ik denk een mannetje. Vorige week moest de bus voor hem
stoppen op de Dorpsstraat, was hij net op weg naar het café van
Dignum aan de overkant
Courant
Een paar keer is de schrijvende pers langs geweest. In een
uitgebreid artikel in januari 1951 wordt het hele gebeuren
beschreven in de Alkmaarsche Courant. Een van die ke
ren, alles was verteld over de meeuw en ze waren klaar,
zei Jan tegen die schrijver: "ik heb ook nog een tamme Mol,
die doet alles wat ik zeg." Nou daar keek hij bar van op. Ze
zat er gewoon bij, het was zijn vrouw (meisjesnaam Mol)!
Slot
In het begin heeft men gedacht dat de meeuw wel zou
vertrekken bij de volwassen leeftijd van 4 jaar en ge
slachtsrijp, maar dit is niet gebeurd. Alleen drie dagen
per jaar trekt hij erop uit, maar komt elke keer weer terug.
De Zilvermeeuw heeft zich zelf een leven aangewend,
dat is misschien wel het meest wonderlijke, en is toch
stokoud geworden.
Bronnen:
- Regionaal Archief Alkmaar
- Diverse kranten
- Vroegere buren: Bouwens, Engeringh, Smit
- De broers Bram en Willem Leegwater uit Broek op Langedijk
- Familiearchief kleindochters Tina en Jacqueline Bakker
De meeuw aan de maaltijd
Jan met zijn meeuw
Oktober 2019
19