Bemaling Geestmerambacht met de molens van weleer Evenals de vorige polder is het grondgebied van de Vro- nermeer sterk veranderd door de uitbreiding van Alk maar. Het zuidelijk deel is al ingenomen door bebouwing en het noordelijk deel zal binnenkort volgen. De polder was in drie delen verdeeld, gescheiden door twee vaars- loten op Ambachtspeil. De molen stond te Sint-Pancras-Zuideinde (toen nog be horend tot de toenmalige gemeente Koedijk) aan de west kant van de polder, in het middelste deel. Hij verbrandde op 20 juli 1925 door onweer en wérd vervangen door een windmotor. Zijn oude standplaats is te duiden op onge veer 150 m benoorden de Keesman en 200 m oost-noord oost van de kruising van deze weg met de N245. Dieper in de polder lag nog een stuk van 22,5 ha dat door een apart (wip) molentje werd bemalen op de Westbe- verkoog. Bij beide molens was een schutsluisje waardoor je vanuit het Geestmerambacht in de Westbeverkoog en vervolgens in het dieper gelegen deel kon komen. Het kleine molentje zou nu in het parkje staan dat gelegen is tussen de spoorlijn Alkmaar-Hoorn en het Kanaal Om- val-Kolhorn, ongeveer waar het kanaal een flauwe bocht naar het noordoosten maakt. Wind zou er niet meer voor hem zijn! Windmotoren De Westbeverkoog De Westbeverkoog (140 ha) ontstond in 1871 door vereni ging en omkading van de laag gelegen landen bewesten de Beverkoog, die een grootte had van ongeveer 45 ha en die vanouds al was omkaad en werd bemalen door mo len A van het Geestmerambacht (overigens als zijn taak voor de grote polder erop zat). Ook de Beverkoog werd in de nieuwe polder opgeno men. Men bouwde een eigen molen. Zijn plaats was waar nu de overstort van de polder is aan het einde van de Dijkstalweg. In 1926 werd hij gesloopt en vervangen door een windmotor. Kerkmeer Oktober 2018 55

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2018 | | pagina 56