Hoe kwam Arie Bruin in een dodenmars terecht?
Hij weet dat in de zomer van 1948 een laatste onderzoek
van het Consultatiebureau voor T.B.C.-bestrijding waar
schijnlijk zal opleveren dat hij genezen wordt verklaard.
Hij is van plan dan per 1 augustus 1948 voor de uitke
ring te bedanken. Het bestuur van de Stichting 1940-1945
maakt zich echter sterk voor hem om toch een invalidi
teitspensioen aan te vragen. Het sterke vermoeden leeft
dat bij hem een inzinking op de loer ligt. Er komt een
steunverklaring dat na onderzoek is gebleken dat Arie
Bruin "zich gedurende de vijandelijke bezetting in Nederlands
nationale zin niet onwaardig heeft gedragen" (sept. 1948).
'Niet onwaardig', het zal wel goed bedoeld zijn, maar
met dat laatste oorlogsjaar vol ontberingen zou je sterke
re formuleringen verwachten.
Wat zeker helpt is dat Frans Slot uit Noord-Scharwoude,
voorman uit het verzet, hem ook aanraadt de aanvraag
in te dienen. Arie heeft er vrede mee, dient de aanvraag
in en na goedkeuring gaat dat ondersteunende invalidi
teitspensioen vanaf december 1948 in. Hij mag er als 'los
arbeider' wel bij werken en probeert dat ook te doen. Bij
voorbeeld als transportarbeider voor de groenteveilingen
bij de spoorwagons.
Eind jaren 50 wordt bekend dat de regeling wat betreft de
pensioenen van de Stichting 1940-1945 zal gaan stoppen.
Wie nog aanvraagt kan meedoen, daarna kan het niet
meer. Arie is niet van plan daar aanspraak op te maken.
Pas na sterk aanraden, van enkele kameraden uit zijn tijd
in de concentratiekampen en van zijn kinderen, vraagt hij
het toch maar aan. Dat blijkt een goede beslissing te zijn.
Nieuwe fase na volledige afkeuring
Want als hij 53 jaar is, kun je zeggen dat hij wat werken
betreft 'op' is. Dan blijkt het plezier van het goed geïn
dexeerde pensioen en breekt eindelijk een periode aan
zonder financiële zorgen.
Na de oorlog (foto augustus 1946 of 1947) kunnen Arie (links) en
broer Jan Bruin (rechts) weer vrij met hun kroost op straat lopen,
hier dichtbij het huis van Arie, op de achtergrond de Nieuwe Weg.
De kinderen van Arie: 1e links is Gata en de 3e links is Lida,
aan de hand van haar vader.
Hij leeft op, kan eens met zijn vrouw vakanties houden
en zijn broze gezondheid (nieren behoorlijk kapot gesla
gen tijdens gevangenschap) goed in acht nemen.
Hij hield altijd nog contact met drie kameraden uit zijn
tijd van de concentratiekampen en een van de drie kame
raden is nog bij zijn begrafenis aanwezig.
Arie overlijdt enkele dagen na zijn 80e verjaardag in 1993.
Dat hij nog de leeftijd van
80 jaar heeft weten te be
reiken, is na dat slopen
de laatste oorlogsjaar een
prestatie op zich. Het zegt
ook veel over zijn mentale
weerbaarheid, de weer
baarheid die de Duitsers
ook al nooit hadden kun
nen breken.
Diezelfde weerbaarheid
stelde hem in staat nooit
voor zijn kinderen een ge
traumatiseerde vader te
zijn.
Dochter Gata: "wij merkten
daar niets van, hij deed juist
alles voor zijn gezin".
Arie Bruin op latere leeftijd
Slotopmerkingen
- Schutter Gerard Veldman werd in een actie van het ver
zet met een wapendropping in de Slag bij Rustenburg
op 11 oktober 1944 gedood door een kogel.
- Herman Wolfswinkel (1921-2013), zoon van de café
houder, verklaarde mij ooit dat een van de kogels van
de aanslag altijd in een plank van de vloer was blijven
zitten.
- Een latere eigenaar verklaarde mij ooit dat die plank
na een verbouwing nog een tijdlang op de zolder was
bewaard. Later is het café gesloopt en is er op dezelf
de plaats een geheel nieuw pand gebouwd.
- Onderzoek naar een veroordeling van Jan Verkerk na
de oorlog door het Bijzonder Gerechtshof liep vast. Er
zou ook sprake kunnen zijn van een schuilnaam, daar
is nog diepgaander onderzoek voor nodig.
Bronnen:
- Familie-archief Bruin
- Toendertoid, nummer 6, mei 1995,
uitgave Stichting Waarland van Toen
- Diverse kranten
- Interview met dochter Agaath Bruin
- Informatie dodenmarsen op het internet
Oktober 2017
39