t
Een
tMoeniF
in
narwonc
e
Cornelis Dekker, geboren 5 mei 1876 te De Rijp, was de eerste bloemist die een eigen bloemisterij in
Noord-Scharwoude begon. Zijn bedrijf was gevestigd op Dorpsstraat 84, de plek waar Gerrit Kleimeer vanaf
1938 zijn levensmiddelenwinkel dreef. Kleimeer had als buurman aan de noordzijde de belastingadviseur
W.J. van der Stok. In 1972 werd dit winkelpand gesloopt om plaats te maken voor een administratiekantoor
van dit advies- en administratiekantoor. Het huidige huisnummer daarvan is nu Dorpsstraat 566.
Achtergrond van Cornelis Dekker
Cornelis Dekker was een zoon van
Jan Dekker en Maartje Roemer, die
beiden op jonge leeftijd overleden.
Cornelis werd ondergebracht in het
weeshuis in Midden-Beemster. Op
30 september 1899 trouwde hij met
Maartje Kemp, geboren te De Rijp
op 3 december 1878, dochter van
Abram Kemp en Grietje Spaan uit
De Rijp.
Cornelis Dekkers beroep was vol
gens de trouwakte fabrieksarbei
der; Abram Kemps beroep was in
1878 houtzagersknecht, in 1899
pakhuismedewerker.
Cornelis en Maartje moeten
wel kort daarna zijn verhuisd,
want hun eerste kind, Marie Dekker, werd geboren op
19 juli 1900 op de Molenkade en ingeschreven in het
bevolkingsregister van Noord-Scharwoude.
Jan, oudste zoon van Cornelis
Dekker, bezoekt in 1970 met zijn vrouw Del-
la en dochter Karin zijn geboortehuis Dorps
straat 566 in Noord-Scharwoude. Jan Dekker
emigreerde in de jaren 30 naar Canada.
Op de foto van het bedrijf anno
1906 zien we dat het de Dekkers in
de eerste zes jaren van de twintigste
eeuw goed is vergaan. Ze hebben
twee kinderen, een eigen bedrijf en
een dienstbode, keurig gekleed in
een wit schort. Ze waren bevriend
met mijn grootouders, Jacob Jong
en Neeltje de Vries, die hen tot ge
loof brachten. Na het afleggen van
de geloofsbelijdenis in de Gerefor
meerde Kerk werd hun eerste kind,
Marie, pas op wat latere leeftijd
gedoopt. Marie was vriendin van
mijn twee tantes, Neeltje en Niesje
Jong, die beiden als tieners overle
den aan TBC.
In de tuin van mijn grootouders
Jong plantte Cornelis Dekker een gele roos. Via stekken is
deze plant in onze familie gebleven en staat hij ieder jaar
in onze tuin weer opnieuw in bloei.
Het bloemistenbedrijf in 1906. De personen van voor naar achteren zijn: de dienstbode, Marie Dekker, Maartje Kemp met Griet
Dekker en achteraan Cornelis Dekker. Twee werknemers zijn nog zichtbaar (bij de kas en de muur met de palmen). Het land is
nog niet verkaveld en de Oosterstraat is er helemaal nog niet.
16
Oktober 2017
Dick Barten