Ontstaan en weer verdwijnen van banken in Langedijk Door ziekte van Du Burck van de Coöperatieve Boeren leenbank in Zuid-Scharwoude werd Voogt ook tijdelijk kassier van deze bank. Dat leidde tot een fusie van deze twee banken. De bank ging verder onder de naam Coö peratieve Boerenleenbank Langedijk-Noord, gevestigd in de gemeente Langedijk, met als werkgebied de gemeente Langedijk en aangrenzende gemeenten. Vanaf dan zijn er in de vier dorpskernen nog maar vier banken overgebleven, in elk dorp één, en daar bij zou het niet blijven. De Coöperatieve Boerenleenbank Langedijk-Noord zal vanaf die tijd de basis vormen voor de fusies die nog zullen volgen en steeds de voortzet tende bank zijn. In 1961 wordt de naam veranderd in Coöperatieve Raiffeisen- bank Langedijk- Noord. Voogt zou tot 1 april 1972 blijven. Op die datum nam hij afscheid als directeur van deze bank die per 1 januari al een fusie was aangegaan met de rooms-katholieke Coöperatieve Raiffeisenbank Noord- Scharwoude. Nieuwe naam: Rabobank Langedijk. Fusiegolf Belangrijk was in dit stadium ook het feit, dat beide Coöperatieve Centrale Banken in Utrecht en Eindhoven (in 1972) fuseerden tot de Coöperatieve Rabobank Neder land. Daardoor werden fusies tussen aangesloten banken, ook in de diverse dorpen, zeer vergemakkelijkt omdat de banken sinds die datum tot één organisatie behoorden. Zo kwam in mei 1976 ook een fusie tot stand tussen de Coöperatieve Boerenleenbank in Zuid-Scharwoude met de Rabobank Langedijk (zie boven). Daarmee was het aantal coöperatieve banken in Langedijk geslonken tot twee, één in Broek op Langedijk en één in Noord-Scharwoude, met bijkantoren in Zuid-Scharwoude en Oudkarspel. De landelijke ontwikkelingen lieten zien dat er sindsdien ge sproken kan worden van een ware fusiegolf. Waren er op de fusiedatum van beide Coöperatieve Centrales in 1972 nog circa 1200 zelfstandig banken, eind december 2015 waren het er nog maar een 100-tal. Commerciële banken. Naast de coöperatieve banken waren er vanaf de jaren zestig ook enkele commerciële banken, o.a. de Amster- damsche - en Rotterdamsche Bank (later AMRO Bank en weer later ABN) in Broek op Langedijk en de Nederland- sche Middenstands Bank in Noord-Scharwoude. Deze banken kwamen naar Langedijk omdat zij voorna melijk de vele handelaren aan de veilingen van dienst wilden zijn. Over het algemeen was het zo: de hande laren zaten bij de commerciële banken en de tuinders/ middenstand bij de coöperatieve banken. De reden was dat in het veilingbestuur ook de tuinders zaten en die wa ren over het algemeen ook ruim vertegenwoordigd in het bestuur van de bank. Dat zagen de handelaren niet zit ten, zo hadden ze met partijen te maken met twee petten op en voor de aanvraag van een financiering was dat niet prettig. Naar een andere bedrijfsvoering Het bankwezen begon halverwege de jaren zestig enorm te groeien, doordat de salarissen van de werknemers niet meer contant werden uitbetaald maar via de bank of giro. Iedereen werd dus eigenlijk gedwongen om een betaalre kening te openen. Ook rekeningen van gas, water, elek triciteit, de ziekenfondskosten, verzekeringen enzovoort werden voortaan via de bank betaald, waar voor die tijd bodes de nota's kwamen incasseren. De bodes werden overbodig, een uitgestorven beroep nu. Ook de betalingen door de tuinders aan hun leveranciers gingen in het vervolg via de bank. Sommige tuinders le verden de rekeningen bij de bank in met het verzoek ze te betalen. We moesten dan zelf de eventuele kortingen ook nog van het te betalen bedrag aftrekken, anders was het commentaar niet mals. We schreven alle ontvangsten en uitgaven nog in gro te boeken, de computer was nog niet uitgevonden. De rekeningafschriften werden dagelijks getypt vanaf de klantkaarten. De ruilverkaveling werd in de Langedijk uitgevoerd eind jaren 60 en beginjaren 70 en ook dat was van grote in vloed op de banken in Langedijk. Veel kleine of oudere tuinders stopten met hun bedrijven en ervoor in de plaats kwamen grote bedrijven met mechanische apparatuur. We gingen van vaarpolder naar rijpolder, van de schuit naar de tractor. Voor de nieuwe bedrijven waren grote bedragen nodig en daar vervulden de banken in de agra rische sector een grote rol in. Het consumptieve krediet deed door de toegenomen welvaart zijn intrede eind jaren zestig. Het bestuur was in eerste instantie zeer negatief over deze ontwikkeling on der het motto "ga eerst maar sparen en koop dan maar luxe". Deze stelling kon men niet lang volhouden, de cliënt ging dan deze luxe financieren via financieringsmaatschappij en. Ook wij gingen dus over tot deze vorm van lenen. Er werd geen zekerheid gevraagd en had je een goede baan en een goede reputatie, dan kon je een redelijk bedrag lenen met maandelijkse terugbetaling via de privéreke- ning. Later is, om dit te controleren en overfinanciering te voorkomen, het nog steeds bestaande landelijke Bureau Krediet Registratie (BKR) opgericht. Cor Voogt 12 Oktober 2017

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2017 | | pagina 13