Ontstaan en weer verdwijnen van banken in Langedijk Broek op Langedijk Bij de eerste bank, de Coöperatieve Onderlinge Spaar- en Voorschotbank voor Land- en Tuinbouw in Broek op Lan gedijk, werd begin 1905 een bestuur aangesteld en een kassier benoemd. Deze kreeg een vergoeding van f 50,- per jaar, wat toen heel gebruikelijk was voor kassiers van startende banken. Wel moest hij voor f 2.000,- uit zijn eigen bezit borg staan voor zijn handelen, een fors be drag. De kassier had wel bevoegdheden, maar op som mige zaken hield het bestuur toch liever zelf ook de vin ger aan de pols en daarvoor vergaderde ze wekelijks. Naast de bankzaken kwamen die avonden ook verdere dorpszaken aan de orde en de nodige sigaren en koffie ontbraken ook niet. Een Raad van Toezicht moest zorgen dat de bank goed werd bestuurd. Ik ben bij deze bank als jongste bediende in 1959 mijn loopbaan begonnen en mijn baas was toen kassier Piet Glas. De bank begon zich in die periode behoorlijk te ontwikkelen, ik was het derde personeelslid en een voor die tijd ultramodern gebouw was in aanbouw. Het gebouw werd zelfs al met een redelijk grote kluis in de kelder uitgerust met de eerste safeloketten in Langedijk. De laatste directeur van deze zelfstandige bank, onder tussen Rabobank Broek op Langedijk genaamd, was Cees Koedijk, van 1977 tot 1990. Het pand Dorpsstraat 66 in Broek op Langedijk was in de jaren 60-70 het kantoor van de Raiffeisenbank en woonhuis van de familie Glas Noord-Scharwoude De eerste bank in Noord-Scharwoude, een dorp met toen bijna 1500 inwoners, was de Rooms Katholieke Coöperatieve Boerenleenbank, opgericht op 7 februari 1909 met als eer ste kassier Pieter Zut (geen familie). Het werkgebied van deze bank was "den kring waarover de Roomsch Katholieke Parochie van den Heiligen Johannes den Dooper te Langedijk zich uitstrekt", zo staat er in de oprichtingsakte. Om lid te worden van de bank moest natuurlijk wel aan een paar voorwaarden worden voldaan. Men moest minimaal 21 jaar zijn en "godsdienst, huisgezin en eigendomsrecht als grondslagen der samenleving erkennen en er zijn gedrag naar regele". Ook hier werd een bestuur en een Raad van Toezicht benoemd en men vergaderde wekelijks. De vergadering werd steevast geopend en gesloten met de 'christelijke groet', in die tijd gebruikelijk in katholieke verenigingen. Ik ging in maart 1967 bij deze bank werken. Die was toen gevestigd in een kantoor achter het woonhuis van Huitema in de Oosterstraat 7. Huitema was de kassier en omdat het bankwezen nog heel klein was, runde hij daarnaast ook een boekhoudbureau. Naast Huitema was ik de enige werknemer met de bedoeling hem dat jaar op te volgen. Het kantoor met woonhuis aan de Dorpsstraat, tegenover Concordia In juni verhuisden we naar een prachtig nieuw kantoor met een nog mooier woonhuis met 6 slaapkamers aan de Dorpsstraat 67, ongeveer tegenover Concordia. Er waren zoveel slaapkamers omdat er een katholiek gezin kwam wonen. Met al twee kinderen in hetzelfde jaar 1967 voldeden wij ruimschoots aan de verwachtingen van het toenmalige bestuur met hun grote gezinnen! Het kantoor met woon huis moest mooier zijn dan de kantoren van de niet-katholieke banken. De onderlinge wedijver tussen katholieken en an dersdenkenden speelde in die tijd heel sterk en niet alleen in het bankwezen. Over de verhuizing van de inventaris (die mini maal was) van de Oos terstraat naar de Dorps straat, vroeg het bestuur aan Huitema hoe hij dat ging doen. Huitema sprak de mooie volzin: "ik neem Johannes Gerardus Huitema 10 Oktober 2017

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2017 | | pagina 11