l oan. en weer verd Ken m iL^angec wijnen van K Piet Zut Lokale initiatieven in de Langedijker dorpen Ook in onze dorpen, met hun toen nog overwegend agrarische bevolking, werden kort na de eeuwwisseling de eerste banken op coöperatieve basis opgericht. De eerste initiatieven kwamen in 1904 van de grond, door de actieve propaganda van Mr. Kraakman uit Alkmaar. Hij wist burgemeester Slot van Broek op Langedijk over te halen een eerste vergadering te beleggen en binnen twee maanden was de eerste coöperatieve bank een feit: de Coöperatieve Onderlinge Spaar- en Voorschotbank voor Land- en Tuinbouw. In 1906 volgde de oprichting van een bank in Noord- Scharwoude, de Katholieke Boerenleenbank. Gevolgd door een tweede in 1909 op niet-katholieke basis, de Coöperatieve Boerenleenbank. Ook in Zuid-Scharwoude bleek plaats voor twee banken, in 1907 de Coöperatieve Boerenleenbank, gevolgd in 1911 door de Coöperatieve Vereeniging Boerenleenbank. Het laatste initiatief ontstond in Oudkarspel. Het duurde tot 1910 voor de Coöpera tieve Boerenleenbank daar een plaats in de gemeenschap vond. Dit laatste had een voorgeschiedenis: er was al eens een financieel initiatief mislukt en er was al sinds 1867 een actieve Nutsspaarbank. Het waren in het be gin kleine financiële instellingen en er waren dus zelfs 6 banken in de 4 oorspronkelijke kernen van Langedijk. Laten we ze per dorp eens bekijken. Oktober 2017 Dat er twee landelijke centrales naast elkaar ontstonden, had te maken met juridische meningsverschillen over wat de beste verenigingsvorm was en - uiteraard - met het geloof. De uitgangspunten waren in grote lijnen dezelfde. Leden konden bij het bestuur van de plaatselijke bank een voor schot aanvragen voor noodzakelijke bedrijfsaankopen. In het begin ging het nog niet om al te grote bedragen, vaak niet meer dan enkele honderden guldens. De taak van het plaatselijke bestuur was dan om te bekijken of de uitga ven verantwoord waren en de termijn vast te stellen voor het met rente terugbetalen van de lening. Waren de banken aanvankelijk pure 'kredietbanken', rond de eeuwwisseling kwam het 'sparen' bij een bank in zwang. Burgemeester Arie Slot in de deuropening van het gemeentehuis van Broek op Langedijk Inleiding De wortels van de Rabobank liggen in de jaren negentig van de 19e eeuw, toen de grondslag werd gelegd voor de eerste lokale banken. De grondlegger van het systeem van coöperatieve landbouwbanken was burgemeester Friedrich Wilhelm Raiffeisen in Duitsland, die in 1846 de aanzet gaf. Euro pa, en dus ook zijn gemeente Wester- wald, werd in dat jaar getroffen door bittere armoede en hongersnood. Hij nam het initia tief om met vrien den en bekenden een soort coöpe ratieve vereniging op te richten om de arme bevolking te voeden met brood uit een coöperatie ve bakkerij. Later Friedrich Wilhelm Raiffeisen gebruikte hij deze ervaring bij de op richting van de eerste coöperatieve banken om praktijken met woekerrentes tegen te gaan. Ook in Nederland ontstonden op het platteland vanaf 1896 lokale coöperatieve banken. Deze 'boerenleenban ken' werden opgericht naar het voorbeeld van de Duitse Raiffeisenbanken. Uit behoeften aan kennis, advies en middelen verenigden lokale boerenleenbanken zich al in 1898 in twee landelijke organisaties: in Utrecht vestigde zich de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank in Eindhoven de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2017 | | pagina 10