Rechtszaak gemeente tegen Heer van Zuid-Scharwoude
van Schiedam. Hij komt in 1760 voor het eerst als Am
bachtsheer naar Zuid-Scharwoude om kennis te maken.
Hij verblijft enkele dagen zeer plezierig bij schout Jacob
J. van Twuyver (1719-1781), die ook secretaris van Zuid-
Scharwoude is. Zoon Jan van Twuyver volgt zijn vader
op als schout en gaat samen met Mispelblom Beyer een
turbulente tijd tegemoet. Het land is namelijk behoorlijk
verdeeld in twee kampen, de Prinsgezinden (voor het
Oranjehuis) en hun tegenstanders, de Patriotten.
Geschilderd wapen van de familie Mispelblom Beyer
Verandering door de Franse tijd
Dan trekken in januari 1795 de Fransen via de bevroren
rivieren het land binnen en komt er een enorme verande
ring in het landsbestuur. Hadden eerst de Prinsgezinden
het voor het zeggen, nu komen hun tegenstanders de Pa
triotten aan de macht. Jan van Twuyver en Jan Jacob Mis
pelblom Beyer zijn Prinsgezind en worden aan de kant
geschoven. Eind februari 1795 wordt Van Twuyver ont
slagen als schout en secretaris van Zuid-Scharwoude. Het
oude bestuur moet immers weg en het volk kiest zelf wel
een nieuw bestuur. Jan Jacob Mispelblom Beyer kan hem
ook niet helpen want hij, opgeklommen tot hoofdofficier,
is ook ontslagen. Veel veranderingen kan Van Twuyver
trouwens niet meer meemaken: hij overlijdt al in 1796.
De nieuwe orde maakt nieuwe wetten. Eerst komt er
een Staatsregeling in 1798 die een einde maakt aan het
bestaan van de Heerlijkheden. De titel is dan niet meer
erfelijk. In 1814, als de Fransen weer uit het land zijn ver
trokken, worden de Heerlijke rechten onder koning Wil
lem I weer voor een deel hersteld. De zakelijke rechten
blijven, zodat de inning van het bedrag voor de tienden
blijft bestaan. Dat geldt ook voor het uitgeven van het
jacht- en visrecht. In 1848 zal met een nieuwe Grondwet
wel het Heerlijke recht worden afgeschaft om iemand
voor te dragen of aan te stellen in openbare betrekkingen
(de schout!).
In deze Franse tijd is intussen Jan Jacob Mispelblom
Beyer in 1810 overleden. Door de nieuwe wetten is er
nu een openbare verkoop van de Ambachtsheerlijkheid
Zuid-Scharwoude. De koper is mr. Walraven Willem
Noodt (1787-1844), rechter in Franeker. Hij betaalt er
f 3.925 voor. Hij is een kleinzoon van de overleden Jan
Jacob Mispelblom Beyer en daarom geen vreemde met
dit onderwerp.
Wie zijn de nieuwe Heren na de Franse tijd?
Walraven Willem Noodt verkoopt het in 1834 weer voor
f 9.900 aan mr. A.J.C. Maas Geesteranus (1805-1871), die
al familiebetrekkingen heeft met Noodt.
Deze A.J.C. Maas Geesteranus is door een huwelijk in ge
goede kringen terechtgekomen en kan beschikken over
een flink vermogen. Hij trouwt namelijk met jonkvrouw
Catherina Anna Caan, dochter van de invloedrijke staats
raad jhr. Hendrik Johan Caan en Margaretha van Hoog
straten. Daarom zijn op zijn huwelijksdiner in 1834 vele
notabelen aanwezig. Zo zien we de minister van Justitie
en het Driemanschap dat de overkomst uit Engeland in
november 1813 van de latere koning Willem I voorbereid
de: graaf Van der Duyn van Maasdam, Van Hogendorp
en Van Limburg Stirum.
Na het overlijden van A.J.C. Maas Geesteranus (1805
1871) in 1871 is de volgende Heer van Zuid-Scharwou-
de zijn zoon H.G.J. Maas Geesteranus (1837-1894). Ook
bij zijn overlijden in 1894 neemt zijn zoon A.J.C. Maas
Geesteranus (1862-1939) het weer over.
Is deze familienaam dus bijna de gehele 19e eeuw verbon
den aan Zuid-Scharwoude, in het begin van de 20e eeuw
zien we toch de naam Mispelblom Beyer weer terug.
In januari 1909 koopt een nazaat van de eerste Heer van
Zuid-Scharwoude uit 1730 het dorp opnieuw. De nieuwe
koper is Hendrik David Mispelblom Beyer (1841-1916)
uit Haarlem en hij zet op 67-jarige leeftijd de familietradi
tie voort. Hij mag zich voor het flinke bedrag vanf30.000
voortaan Heer van Zuid-Scharwoude noemen. De rest
van de 20e eeuw zal er geen andere naam meer komen
dan die van Mispelblom Beyer.
De strijd om het tiendrecht
Er is heel wat gemopperd over het betalen van f 535,88
voor het tiendrecht. Waarom wordt een schuld die op de
40
Oktober 2016