Uit de schoenendoos van mijn ouders ze dat nog te voet deden! Ze zullen wel gebruik hebben gemaakt van de bus via Schagen naar Sint Maarten of de Moerbeek. Opa Valkonet kwam uit Den Haag. Hij is altijd een stadsmens gebleven. Voor familiebezoek gingen ze dan met het openbaar vervoer. Mijn beide grootouders heb ik nooit zien fietsen. Er was geen telefoon en de onderlinge familiecontacten werden per brief onderhouden. Na de oorlog kwam de 'bouwvakvakantie'. Iets nieuws. Min of meer verplicht werd het werk in de bouw dan stilgelegd. Het begon met een week en het salaris van de bouwvakkers werd doorbetaald. Voor de oorlog was tuberculose een gevaarlijke en besmettelijke ziekte. De behandeling bestond uit rust en kuren in gezonde lucht. Het liefst in een sanatorium, maar het gebeurde ook thuis in een zogenoemd TBC-huisje. Dat werd dan bij de mensen in de tuin gezet, met een bed. Er zaten rollen onder. Voor het kuren van de patiënt kon het huisje dan in een gunstige stand worden gezet. Als kind heb ik wel diverse huisjes bij mensen nog zien staan. Door het beschikbaar komen van medicijnen na de oorlog kon tuberculose effectiever behandeld worden en zijn die huisjes verdwenen. Lang werd er nog getest op tuberculose met de "Testreactie van Mantoux". Mijn vader had een dergelijk huisje overgenomen om er in 1947 mee op vakantie te gaan. De eerste bestemming was gevallen op Sint Maartensbrug, dichtbij de kust. Op het boerenerf van boer Quaks. Het huisje bestond uit losse houten panelen: wanden, een vloer en een dak. Het was eenvoudig op te bouwen en weer te demonteren. Tegen de achterwand stond een 2-persoons stapelbed: de jongelui boven en vader en moeder op het onderste bed op de vloer. Aan de voorkant zaten twee grote openslaande deuren en in de zijkanten een klein raampje. Aan de achterkant, onder een afdak, stond een klein tafeltje waarop gekookt werd met 2 eigentijdse oliepitten. (zie opmerking 2) Het eerste zomerhuisje in 1947. Van links naar rechts: Rens en Jan Valkonet, Dick Mulder, Joh Valkonet, Jan Mulder en zijn vrouw Marie Kansen. Volgens de foto's en de verhalen moet het als volgt zijn gegaan. In 1947 gingen we samen een week op vakantie met de familie Mulder, de smid. Mulder was getrouwd met Marie Kansen en ze hadden een zoon Dick, die iets jonger was dan mijn broer Jan (1935). Mulder was chauffeur geweest bij Eecen en had de smederij overgenomen in Oudkarspel. Hij regelde het vervoer en gezamenlijk werd het huisje naar Sint Maartensbrug gebracht en weer terug. Jan Mulder had ook nog een motorfiets, een BSA van voor de oorlog, die de oorlog doorstaan had. Mijn vader had voor de mobilisatie al afstand genomen van zijn Ariel motorfiets. Wij vonden het een prachtige ervaring. Ik was 4 jaar en de hond van de boer was mijn grootste vriend. Ik kan me nog herinneren dat ik op de tank van de motor zat, mijn vader achterop en dat we over een kale betonweg naar het strand zijn gereden. Later heb ik begrepen dat dit nog een gevolg moet zijn geweest van de oorlog. De duinen waren toen 'Sperr-gebiet' en er woonde toen nog niemand meer. Voor de familie Mulder was het te primitief. Als het regende was er te weinig woonruimte. Bovendien leefde bij hen de angst of het dak het wel zou houden toen er midden in de nacht een zware onweersbui kwam. Op het strand van Sint Maartenszee. Rens Valkonet, Moeder Valkonet, Jan Valkonet, Jan Mulder, Moeder Mulder en Dick Mulder. Het volgende jaar (1948) gingen we naar Groet op camping 'de Paardenhemel'. De camping bestaat nog steeds en heeft 3 velden, afgeschermd door struiken en bomen voor voornamelijk seizoenplaatsen. Na een paar jaar zou ons huisje daar ook langer in het seizoen blijven staan. Het huisje was een paar meter verlengd met aan de voorkant twee openslaande ramen en een zijingang. Dat was al een hele verbetering. Binnen hadden we nu meer woonruimte. Alleen stonden we het eerste jaar op een volkomen verkeerde plek. Vlakbij de plees van de camping. Houten huisjes met een toiletton en een deksel. Met veel stankoverlast moesten die regelmatig geleegd worden. Mijn moeder vond dat helemaal niks en eiste dat we de volgende jaren er zo ver mogelijk vanaf zouden staan. Daarna hadden we dat probleem niet meer. Oktober 2016 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2016 | | pagina 38