Het aanzien van een kasteel in Oudkarspel De meegekomen schildersknecht Anthony moest het doen met een kamer in Alkmaar als logeeradres. Volgens een verklaring van de predikant heeft "Johannes van Bunningh kunstschilder van Uijtreght veel ommegangh en verkeerin- ge gehadt bij zijn dogter Grietje en dat hij sigh selven trouw belofte aan haar verbond ende de trouw soude voltrecken soo ras hij enige stucken schilderijen tot Amsterdam hadde doen vercopen om daar uijt de penningen ter de costen te ver- sorgen". De predikant drong diverse malen aan bij Jan van Bunnik om te komen tot een huwelijk met zijn dochter Grietje omdat zij zwanger was geraakt van hem, wat definitief werd bevestigd toen zij (onder druk van haar va der) 'in barensnood onder ede' aan de vroed vrouw had moeten verklaren wie de vader van het kind was, namelijk Jan van Bunnik. Ondanks de geboorte van dochter IJtje (doop 25 maart 1691) kwam het voorlopig niet tot een huwelijk tussen Grietje de Bont en Jan van Bunnik. De kunstschilder verdween en reisde verder naar zijn volgende opdracht Het overlijden en de boedelscheiding van predikant Jaco bus de Bont (+1697) bracht verandering. Volgens een verklaring van Grietje de Bont op 24 septem ber 1697 kon zij met de opbrengst van het aan haar toeko mende deel uit vaders nalatenschap "ten oorsake van mijn man Johan van Bunningh verscheiden posten betalen en mij met mijn weijnigen gelt niet kan behelpen". Zij ondertekende het stuk met het ongebruikelijke "Griet je Bont nu vrou van Bunnik". Blijkbaar had het huwelijk met de kunstschilder onlangs alsnog plaatsgevonden (1697). Met de opbrengst uit de erfenis konden niet alle gemaak te schulden van Jan van Bunnik worden voldaan. Grietje de Bont (Bunnik) leende voor het resterende tekort een bedrag bij haar zuster Aaltje. De kunstschilder stierf evenzo in 1727 in armoede te Utrecht, beroofd en geplunderd door zijn kinderen. 11) Schilderijen van Jan van Bunnik worden tegenwoordig via de veilinghuizen voor bedragen van 20.000,- en ho ger verkocht. Van Teijlingen Adam van der Moere overlijdt op 24 september 1691, zijn zuster Aleida erft het herenhuis en de heerlijkheid Oud karspel. Zij trouwt op 27mei 1691 met Floris van Teijlin gen, die zich daarna Heer van Oudkarspel mag noemen. Floris van Teijlingen is naast zijn burgemeesterschap van Alkmaar, hoofdingeland en heemraad van de Zijpe, Heerhugowaard, Schermer en Wieringerwaard. Cornelis Pronk tekende het herenhuis in 1727 als 'het hof te Outkarspel' Het echtpaar bewoont zelf het herenhuis te Oudkarspel. 12) De tuin van het herenhuis wordt in 1718 uitgebreid door sloop van een naastgelegen huis, staande beoosten de straat, met de Achtergracht ten oosten. 13) Na het overlijden van Floris van Teylingen (+1728) erft zijn zoon Cornelis Floris het herenhuis met de heerlijk heid Oudkarspel. Cornelis Floris woont met zijn vrouw Christina van Kin schot in een huis aan de Oudegracht teAlkmaar, het he renhuis in Oudkarspel dient enkel als buitenverblijf. Jan Lodewijk van Teylingen erfde het herenhuis 10 jaar later (1738), als zoon van voorgaande. Hij huwde in 1752 in Alkmaar met Maria van Foreest uit Hoorn. Het heren huis in Oudkarspel werd na het huwelijk het hoofdver blijf. Na het overlijden van Jan Lodewijk (+1758) huw de Maria van Foreest achtereenvolgens met Francois Constantijn Druijvesteijn (schepen te Haarlem,+1767) en Mr. Jacob Binkhorst (jurist, hoofdofficier en raad der stad Hoorn). Maria van Foreest overlijdt in 1781, Mr. Jacob Binkhorst in de nacht van 6 op 7 januari 1798 aan een 'subiet toe val' 14) Jacob Binkhorst werd begraven in Oudkarspel, waarmee aannemelijk is dat het herenhuis in het laatste kwart van de 18e eeuw door het echtpaar Binkhorst-Fo- reest werd bewoond. Rond deze tijd is ook een gevangenentoren aan een muur bij het huis gebouwd. Het huis raakte daarna in verval door de kortdurende oorlog in het jaar 1799. 15) 20 Oktober 2016

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2016 | | pagina 21