D
L
orpsnamen van d
e iL^angetj
ijk
Henk Komen
Namen van dorpen werden vroeger wel eens anders ge
schreven. Dat kunnen we niet alleen zien op oude geo
grafische kaarten, maar ook op oude ansichten. Is het
nu Langedijk of Langendijk? Is het nu Broeck of Broek,
Outkerspel of Oudkarspel?
Er was geen uniforme schrijfwijze. Iedereen schreef zo
als hij dacht dat de naam geschreven moest worden.
Pas in 1948 werd bij wet geregeld dat elke gemeente de
straatnamen bij besluit van de gemeenteraad vastlegde.
De schrijfwijze werd uniform en namen als Pikstraat en
Spieringbuurt konden niet meer gehandhaafd blijven
voor een zichzelf respecterende gemeente. In de Middel
eeuwen ging het niet anders. In oude bronnen zien we
steeds andere schrijfwijzen en van geen kun je zeggen dat
het de juiste is, want niets daarvan stond vast.
Niet alleen de schrijfwijze, maar de namen van dorpen
zelf veranderden ook nogal eens. Het ambtelijk schrijven
uit die tijd, zoals oorkonden, handvesten en rekeningen,
was vooral een zaak van de graaf die in het verre Den
Haag resideerde. Zijn ambtenaren waren niet altijd op de
hoogte van de gebruikte namen ter plaatse waardoor er
oorkonden zijn die verwarring scheppen.
Zo werd het huidige Venhuizen, gelegen nabij Enkhui
zen, geschreven als Veenhusen, evenals het huidige Veen-
huizen in Heerhugowaard, waardoor het niet altijd zeker
is welk dorp bedoeld wordt als je die naam tegenkomt.
Hoe was de situatie met de Langedijker dorpen in die
tijd? We bekijken de oude bronnen vanaf 1094 tot 1426
op zoek naar de naam Langedijk en die van haar dorpen.
Ui l
2? 1-
De oude kerk van Noord-Scharwoude aan de Kerklaan.
Het dorp werd aanvankelijk Noord-Schorlewalth genoemd,
heette daarna in 1094 Bernarduskercka, vervolgens Sint
Janskerspel om uiteindelijk te eindigen met Noortscerwoude.
(Prent van H. de Winter, 1744)
Bernarduskercka en Franlorebroec
De eerste keer dat we in de geschiedenis de namen van
de Langedijker dorpen tegenkomen, is in een oorkonde
uit 1094 waarin de kerk van Schoorl met haar vier doch
terkerken als oud bezit van het bisdom Utrecht geschon
ken wordt aan het Utrechtse kapittel van Sint Jan.
Die dochterkerken waren Berga (Bergen), Aldenkercka
(Oudkarspel), Bernarduskercka (Noord-Scharwoude) en
Sudrekercka (Zuid-Scharwoude).1 De laatste drie liggen
aan de Langedijk. De naam Bernardus voor de kerk van
Noord-Scharwoude komt waarschijnlijk van de stich
ter van de kerk, want de patroonheilige (beschermhei
lige) was Sint Johannes. Mogelijk was het de naam van
de pastoor van de kerk van Oudkarspel die de kerk van
Noord-Scharwoude als nevenvestiging had laten bou
wen. De patroonheilige van Zuid-Scharwoude was Sint
Pieter en die van Oudkarspel Sint Maarten. Enige tijd
werden deze patroonnamen gebruikt voor de dorpen,
maar al snel keerde men terug naar de namen Oudeker
spel, Nortscerwoude en Zuutscerwoude, waarvan de
laatste twee zijn afgeleid van de naam 'Scorlewalth' zoals
dat deel van het Geestmerambacht in de Middeleeuwen
werd genoemd waarin de Langedijker dorpen lagen.
Broek, ook gelegen aan de Langedijk, heette aanvanke
lijk Franlorebroec, genoemd naar Franlore of Vronen (het
huidige Sint Pancras), en later Vronerbroek, om uitein
delijk kortweg gewoon Broek te worden. De toevoeging
'op Langedijk' is van latere datum. Deze namen vertellen
ons dat Broek vanuit Vronen is gesticht en de andere drie
dorpen, die dochterkerken waren van Schoorl, vanuit de
duinstreek.
Langhedicke
Het lijkt willekeurig, die naamsveranderingen, maar er
zit systeem in. Er zijn twee soorten namen, namelijk ka
pelnamen of kerspelnamen en geografische namen. Aan
vankelijk kende Langedijk de geografische naam Schoorl-
woude en na de stichting van de kapellen verdrong de
kerspelnaam de geografische naam, behalve die van
Oudkarspel, welke altijd een kerspelnaam is geweest.
Na verloop van tijd gaf men toch de voorkeur aan de
geografische namen die uiteindelijk transformeerden in
het huidige Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude en
Broek op Langedijk.
In 1288 had de Hollandse graaf Floris V de Westfriezen
definitief verslagen. De Westfriese dorpen gaven in een
oorkonde van 6 maart 1288 volmacht aan enkele dorps
genoten om de geschillen tussen hen en Floris V te be
spreken. In die oorkonde worden onder andere genoemd
Broech, Suscerwoude, Norscorwoude en Outkerspel.2 Nog
een keer komen de namen van de Langedijker dorpen
voor in verband met de onderwerping aan de Holland
se graaf, namelijk in de oorkonde van 19 maart 1289.3 In
de oorkonden die hierop volgen wordt alleen gesproken
over 'de Langhedicke'. De naam Langedijk komt voor het
eerst voor in 1309.4
Een oorkonde uit 1338 is interessant omdat deze een
lijst bevat waarin alle 52 dorpen van West-Friesland ge
noemd worden met erachter het aantal mannen dat ieder
Westfries dorp moest leveren voor de aanleg van de grote
inlaagdijk tussen Medemblik en Barsingerhorn.
14
Oktober 2016