Zoeken naar de Moeijes-Molen
Afbeelding 10. Detail van de molenfoto met Afbeelding 11. Mijn opname met globaal hetzelfde
de bebouwing rechts van de molen gedeelte van de bebouwing aan de Dorpsstraat
Vergelijken we mijn foto met het betreffende detail van
de molenfoto, dan valt op dat na ruim een eeuw toch nog
heel veel herkenbaar is in het profiel. De in beide opna
men gelijk geduide stolpen zijn duidelijk herkenbaar.
De bebouwing tussen de stolpen vertoont ook nog ver
rassend veel overeenkomsten. Alleen de stolp uiterst
rechts is er niet meer, zoals inmiddels zovele stolpen uit
het dorpsbeeld zijn verdwenen.
Op grond van bovenstaande kunnen we veilig stellen
dat we de gezochte molen hebben gevonden. Blijft nog
de vraag wanneer de foto zal zijn genomen. Frederik
Moeijes overleed in 1914, dus moet de foto van voor die
tijd zijn. Op afbeelding 5, de detailfoto van de bebouwing
links van de molen, zijn tussen het huis a en de molen de
contouren van enige huizen zichtbaar
Wanneer dit huizen zouden zijn van de Engelenburg dan
is de foto na 1907 genomen. Volgens het boek 'Oudkar
spel' van de Stichting C.O.O.G. is de Engelenburg pas na
1907 bebouwd. Dus laten we voorlopig maar aannemen
dat de foto van rond 1910 is.
De Koog- en Bleekmeerpoldermolen
Frederik Moeijes zal tussen 1877 en 1880 als watermole
naar op de bewuste molen zijn gekomen. De molen be
maalde vanaf 1834 zowel de Koog- als de Bleekmeerpol-
der. Beide polders waren gescheiden door de Ganssloot,
die deel uitmaakte van de Raaksmaatboezem. Door een
duiker onder dit water waren beide polders met elkaar
verbonden en vormden zodoende een waterschap. Bei
de polders stonden vanaf toen tevens onder hetzelfde
bestuur en vanaf 1864 werden beide polders ook admi
nistratief als één polder (149 ha) beschouwd. Op de to
pografische kaart van 1880 staat een stoomgemaal in de
Bleekmeerpolder aangegeven, zodat toen de bemaling
wellicht in tegengestelde richting door de grondduiker
zal hebben plaatsgevonden. In hoeverre Frederik in het
dagelijks leven met e.e.a. belast was, is niet bekend.
In 1936 wordt een motorgemaal vermeld, met een
ruwoliemotor van 30 pk met vijzel. De molen van de
Koogpolder was toen ook nog in bedrijf. Een jaar later
verbrandt de molen.
Volgens de molendatabase dateert de molen van voor
1565. Op de kaart van Adriaan Anthonisz. uit 1567 staat
de molen dan ook vermeld. In de 17e eeuw is de molen
eigendom van het Vrouwengasthuis in Alkmaar en in
1832 is de molen met erf en huis eigendom van de inge
landen. In 1913 wordt de molen aangeduid als de molen
van IJze Koster.
Moeijes, een familie van molenaars
Frederik Moeijes, midden op de molenfoto, met pijp,
is in 1838 in Hoogwoud geboren en in 1861 aldaar met
Aafje Harder getrouwd. Aafje is de vierde van links op
de molenfoto. Zij krijgen acht kinderen, achtereenvol
gens: Cornelis, Jacob, Arien, Grietje, Pieter, Jan, Frederik
en Gerbrand. Alleen de jongste, Gerbrand, is in 1880 in
Oudkarspel geboren. Alle andere kinderen zijn nog in
Hoogwoud geboren. Frederik, de voorlaatste, in 1877,
zodat veilig kan worden aangenomen dat vader Frederik
tussen 1877 en 1880 als watermolenaar van de Koog- en
Bleekermeerpolder zal zijn aangenomen.
Hoewel we niet alle familietakken verder zullen volgen, is
in dit verband toch vermeldenswaard dat alle mannelijke
kinderen, behalve Frederik, in de genealogische bronnen
genoemd worden als watermolenaars. Van Cornelis en
Pieter wordt niet vermeld waar en op welke molen, Jacob
op molen A aan de Twuijverweg in Sint-Pancras en Arien
op een niet nader genoemde molen op de Oosterdijk
in Zuid-Scharwoude. Jan wordt genoemd als water
molenaar op de wipmolen aan de Langebalk te Zuid-
Scharwoude. Jan trouwt in 1899 met Neeltje Hart, dochter
Oktober 2015
51