Mijn huisje aan de Boomgaard Trijntje Blom voor de 'klompenhos' van mijn huisje omstreeks 1950 Mijn vader (C. Kout Azn.) met mijn broer Aris Kout Czn. voor de tomatenkassen van mijn grootvader, omstreeks 1936 Voor mijzelf was de Schippersloot ook 'zwembad'. Ik ver kleedde me in een van die twee boetjes van mijn oom Aris Kout Azn. en zwom dan, meestal samen met een vriendin, in de Schippersloot. Jammer genoeg waren er veel waterplanten die je moest ontwijken, wat we deden door er boven te blijven zwemmen. Ja.het was onge veer 1950, een andere tijd. Nu, 2015, bestaat de Schippersloot niet meer, gedempt tijdens de verkaveling in 1972. Ook de naam niet. Alleen herinneringen, dat wel. Mijn huisje vroeger en nu In de koopacte uit 1927, waarin mijn grootvader Aris Kout Pzn. het huis koopt van Wilem Goudsblom Azn., wordt het huis als volgt beschreven: 1.Een huis, schuur, erf op de Bogert te Zuid-Scharwoude Kadaster, sectie B, nr. 678, groot 1 are, 75 ca De overdracht vond plaats op 'den eenentwintigsten October negentienhonderdzevenentwintig, des avonds zes uur, in de Herberg 'De Schelvisch' te Zuid-Scharwoude Wat was het bouwjaar en wie waren de vroegere eigenaars? Mede met behulp van de informatie in deze koopakte heb ik na vermoeiende, maar verrassende zoektochten in de Archieven van Alkmaar en Haarlem, samen met hulp vaardige medewerkers het volgende kunnen achterhalen. Het huis bleek veel ouder te zijn dan ik dacht 1848. De eigenaresse (landbouweres) wed. W. Pluister sterft. Ze was getrouwd met Willem Pluister in 1816. Deze laatste stierf in 1834. Ofschoon ze later hertrouwd is, erfde haar zoon Klaas Pluister, metselaar en landbouwer te Broek op Langedijk, het huis. Dit was al geregeld in de huwelijksacte van 1816. Mijn grootvaders tomatenkassen lagen ook aan de Schip- persloot, vanwaar hij een goede verbinding had met de veiling (zie foto van mijn vader en broer voor de kas, 1936). Na zijn dood in 1942 lagen nog lang resten hiervan op het land. Ik herinner me een stuk schoorsteen, waar we op klom men. Verder was er, volgens mijn neef Aris Jan Kout Jzn. die er vaak speelde met zijn neef (wijlen) Wim Kout Azn., ook een kelder met een vloerkleed en wat meubels waar in hij als kind had gespeeld. Daarin zouden volgens zeg gen in de oorlog onderduikers hebben gezeten. Dit feit was bij meerdere bewoners van de Boomgaard bekend. Ook is mij overigens verteld dat in het 'koeien-boetje'van Thijs Blom, die het huisje huurde, ook onderduikers zich in de hooiberg verstopten voor de Duitsers. Van het bedrijf van mijn grootvader resten ook nog twee 'boetjes' (schuurtjes). Ze staan er nog, maar zijn verbouwd door K. Groen, die er een muziekstudio van maakte en een garage. Midden boven Aris Kout Pzn. met vrouw Neeltje Schrieken en kinderen: op de arm Aris, daarvoor Cor (mijn vader) en Aagtje (zittend). Links en rechts zijn zwagers Reyer en Cor Schrieken (kleermaker in Oudkarspel) met vrouw en kinderen. Omstreeks 1907. 42 Oktober 2015

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2015 | | pagina 43