'n Paar losse flodders over Piet Volkers
Hier is ie 59 jaar en proost op de verloving van
moin en Ans, maart 1967
Moin vrouw Ans en ik ben altoid met Piet in de kennis
bleven. Toen ie in bejaardehuis Zonoord van Noorsker-
wou 't geboortekaartje van onze tweide en jongste zeun
kreeg, skreêuwde hai Zonoord bai mekaar en trakteerde.
"Ik ben vernoemd; moin kunstkloinzeun hiet Dennis Pieter."
Piet liende ons geld om een oud Opeltje te kopen. Bai
onze verjaardage kwam ie te gast en had ie twei kwitan
ties mee: ien voor de oflossingstermoin en ien voor de
rente. Dat ware skenkinge, dat deervoor is nooit een cent
over tafel kommen.
In dat Opeltje maakte we altemet een rit deur West
Friesland. Van elk durp wist Piet wel een anekdote te
vertellen. Toen we een keer ommerdebai Oostwoud rede
wees ie nei een kerk en zee: Deer was een dominee zo bar
an 't zundesskool geven weest, dat deer was een moidje
erg zwanger van raakt. Een groot skandaal vezelf.
Volgens Piet was dat een kwestie van 'te veul zeid, maar
te woinig teêltveergunning'.
Anekdotes PIET VOLKERS
Kalverdijker kermis ontstond ruzie aan de ronde
tafel bij café Stevers (later dancing het Roer).
Piet ging staan en met zijn bekende grote
handgebaren riep hij tegen de ruziemakers:
Rooïe kool en eerappele, vrede op aarde mense.
Siemen Stevers een rondje an deuze tafel.
De vrede was weer getekend.
Met vergaderingen bij Piet thuis stond het dan
blauw van de rook.
Daarna zette hij het raam open en hoorde je op
straat luid klassieke muziek en ook wel loof de
Heer met blijde galmen".
Als politie Willem Grimijzer zijn dienst afgelopen
was wipte die dan Piet aan en dronken ze samen
nog een paar jonge borrels. Daarna ging
Grimijzer lopend naar zijn woning een paar
honderd meter verder bij de sluis van Oudkarspel.
In de Allemanskerk preekte dominee Pliester van
de kansel te zorgen voor een klinkende collecte
voor de armen en behoeftigen.
Diaken Piet ging staan en interrumpeerde luid:
dominee bedoelt dat 't moet knispere, jullie
begroipe wel, brieffies met de handtekening van
Jelle Zijlstra d'r op.
46
Oktober 2014