Van Noord-Scharwoude naar Canada drie generaties Hij moedigde me aan om verder te leren en ik heb toen schriftelijke lessen in landmeetkunde en wegenbouw en -onderhoud gevolgd. Het volgende voorjaar begon ik bij het Ministerie van Wegen als junior-landmeter. Het Mi nisterie was zich geweldig aan het uitbreiden, want er werden overal nieuwe wegen gebouwd. Wel betekende het dat ik de hele week, of soms meerdere weken, van huis was. Zelf had ik heel veel plezier in m'n werk en deed niet liever dan in het bos of de bergen werken! Ondertussen hadden we een dochter en ook een pleeg kind. Tot die tijd spraken we meestal Nederlands in huis, maar toen we een pleegkind kregen, gingen we bijna al leen Engels spreken. Later hebben we ook twee jongens als baby geadopteerd. De oudste woont nu in Neder land met z'n partner en zoon. De jongere zoon woont op Vancouver-eiland. We hebben vijf kleinkinderen, jammer genoeg niet dichtbij. In 1960 werd me een baan aangeboden in Stewart, een klein plaatsje aan de noordkust aan de grens met Alaska, aan het eind van een fjord. Omdat Stewart de meest noor delijke ijsvrije haven is aan de noordkust van Canada, had men het idee om een spoorweg naar het binnenland te bouwen, want daar waren grote hoeveelheden steen kool te exploiteren. In het begin van de 20e eeuw was een stuk spoor van een kilometer of twintig gebouwd, maar toen kwam de Eerste Wereldoorlog en was er geen geld meer. Dus stopte die onderneming. Stewart lag dus helemaal geïsoleerd, er was geen weg naar toe, je kon er alleen komen met een klein vliegtuig of een boot. De regering wilde deze uitgestrekte eenzame streek toegankelijk maken, want er zijn veel mineralen. Het was de bedoeling om een weg te bouwen helemaal naar het noorden van de provincie, een afstand van meer dan 600 kilometer. Een karwei dat een jaar of tien in be slag heeft genomen, want het is heel moeilijk bergachtig terrein met veel sneeuwval en in het binnenland lange koude winters. We kwamen op 1 april met de boot aan in Stewart en zullen die dag niet gauw vergeten. Het land lag nog diep onder de sneeuw en de nacht tevoren was er nog zo'n 30 cm. gevallen! De huizen lagen ver scholen onder gigantische bergen sneeuw en de wolken hingen laag. Zo nu en dan hoorde je lawines met donderend geluid naar bene den komen. Het leek een heel vreemd land. Totdat een paar dagen later het weer op klaarde en daar waren de bergen! Ze rezen zo'n 2500 meter op uit het dal, stralend in de zon! Arenden zweefden in de lucht, wat een prachtige streek! De jaarlijkse sneeuwval was ongelooflijk! Sommige winters bijna tien meter en het duurde tot mei, voordat al die sneeuw ge smolten was. Twee keer hadden we een overstroming, grote stukken van de weg, die nog maar een paar jaar oud was, werden verwoest. Een winter hadden we een vreselijke brand op een heel koude nacht met harde wind. We dachten dat het halve dorp zou verbranden. Het bleef uiteindelijk 'maar' bij vier gebouwen. De aardbeving in Alaska in 1964 was ook bij ons heel goed te voelen, ons huis voelde als een deinend schip en ik vreesde dat het om zou vallen! Er was ook een tsuna mi, maar die bereikte ons niet. We woonden ruim zes jaar in Stewart en kochten een huis met 1300 m2 grond erbij, voor de grote som van 4.000! Dat was, zelfs in die tijd, spotgoedkoop. Omdat er geen tv was en slechte radio-ontvangst, waren we op onszelf aangewezen. In die tijd kon je gratis boe ken lenen van een bibliotheek in de hoofdstad Victoria. Dus elke maand bestelden we stapels boeken. Voor de kinderen was het ook een ideale plaats. Ze hadden er heel veel vrijheid en omdat het geïsoleerd lag en iedereen el kaar kende, was het heel veilig. Na een volgende baan in Burns Lake, kreeg ik in 1975 een baan in Prince George, een plaats van 70.000 inwoners dat functioneert als een streekcentrum met regeringskan toren, een ziekenhuis en een universiteit. In deze laatste baan reisde ik over een heel groot rayon, vele malen gro ter dan Nederland. Na mijn pensionering in 1988 heb ik dat reizen eerst wel gemist! Sinds 1992 wonen we in Vernon (Brits Columbia), een mooie streek met veel fruitkwekerijen. Is onze emigratie een succes geweest? Daar hebben we nooit zo bij stilgestaan. We hebben een heel goed leven gehad en waar we ook woonden, we zijn altijd gelukkig geweest! Onze ouders en broers en zuster zijn een paar keer bij ons op bezoek geweest en zelf zijn we heel vaak naar Nederland gegaan. 44 Oktober 2014

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 45