Van Noord-Scharwoude naar Canada
De mensen waren over het algemeen vriendelijk en be
hulpzaam. Ik was de eerste tijd geweldig enthousiast!
Natuurlijk wel wat naïef en hoe meer ik leerde van de
Canadese geschiedenis, des te meer ik de donkere kant
van het verleden zag. Vooral hoe de originele (Indiaanse)
inwoners werden behandeld.
Als ik terugkijk, heb ik het idee dat ik toen ook soms on
bewust Nederlanders ontweek.
Misschien omdat de meeste emigranten al ouder waren
en met een gezin. Velen waren ook stijf gereformeerd en
keken heel anders tegen de dingen aan dan ik. Meestal
leek ik weinig met ze gemeen te hebben. Een uitzonde
ring vormde de schaatsgemeenschap!
De omgang met Canadezen vond ik vaak gemakkelijker.
De eerste dag had ik al werk, hoewel mij dat niet erg goed
beviel. Na een aantal banen belandde ik uiteindelijk op
een nertsfokkerij. Daar heb ik de eerste Canadese win
ter doorgebracht en dat was ook een ervaring! De winter
is vaak lang en wordt bijna een obsessie. Er is een be
kend Canadees lied: Mon pays, ce n'est pas un pays, c'est
l'hiver! (red. Mijn land is geen land, het is winter!)
met auto
Het nertsbedrijf had meer dan 6000 dieren, die alle dagen
gevoerd moesten worden. Elke nerts had z'n eigen kooi,
maar ze waren toch buiten en in de winter werkte je dus
een groot gedeelte van de dag in heel lage temperaturen.
Men zei dat het geen ongewoon koude winter was. De
laagste temperatuur kwam tot -38o C.
Ik woonde in een hutje van ongeveer 4 bij 7 meter en
kookte voor mezelf op een fornuis met hout en steen
kool. Op een vrije dag was ik weg geweest en kwam
thuis in een lekker warm huisje, maar de kachel was leeg
gebrand. Het was laat en ik was moe, dus dacht ik: laat
maar tot morgen. Nou, dat heb ik geweten! Om een uur
of vijf werd ik wakker van de kou. Wat de temperatuur
binnen was, weet ik niet, maar buiten was het -30o C en
dan koelt een slecht geïsoleerd hutje heel vlug af! Alles
was bevroren, water, eieren, sinaasappels, tot de inkt in
de vulpen aan toe! Dus maar gauw een vuurtje gemaakt
en wat thee gezet.
Het bleef koud tot ver in maart, 16 maart was het nog
-26o C. En toen ineens was het voorjaar! Het ijs in de rivier,
die vlakbij was, kwam los op 10 april. Eind april waren
er plotseling heel warme dagen en op 30 april zwommen
we in de ijskoude rivier!
Ondertussen was ik de nertsen beu, zocht een andere
baan en vond die als reizend verkoper van tijdschrif
tabonnementen. De enige reden voor die baan was dat
ik kans had veel van het land te zien! Zo kwam ik in
Brits-Columbia terecht, de meest westelijke provincie
van Canada. Dat was toen nog een vrij onontwikkelde
streek, bijv. zonder verharde wegen. Ondertussen was
mijn verloofde Gerda daar ook gekomen, helemaal alleen
met hetzelfde schip De Grote Beer en daarna met de trein.
Wat een dappere meid! We zijn op 21 december 1955 in
Quesnel getrouwd. Dit was onze eerste winter samen. Ik
werkte toen op een houtzaagmolen, veel buiten en ook
's nachts. Het was een koude winter en als ik 's morgens
vroeg thuis kwam stond de thermometer een enkele keer
zelfs op -40o C!
We huurden een huisje in een gedeelte van de plaats waar
nog geen waterleiding, riolering en gas was. We hadden
onze wc buiten en het water kwam uit een put, die door
de hele buurt gebruikt werd.
De verwarming en het koken deden we met een fornuis dat
gestookt werd met zaagsel. Dat werkte goed zolang je maar
zorgde dat de zaagselbak niet leeg was. Een keer bleef het
zaagsel in de bak hangen en toen Gerda thuiskwam, was de
kachel uit! Na veel moeite wist ze hem weer aan de gang te
krijgen, maar ze had al visies van doodvriezen! We deden
alles lopend, want we hadden geen auto en moesten vaak
de rivierbrug over,
wat dus een kou
de wandeling was.
Nou, als ze de kans
had gehad, was ze
terug naar Neder
land gevlucht!
In het voorjaar ging
ik voor een aanne
mer werken die be
zig was met de aan
leg van een grote
aardgasleiding. Zo
nu en dan hielp ik
een ingenieur met
het uitmeten.
Trouwfoto
Oktober 2014
43