5-dorpentocLt 1917
Ergens in 1986 kreeg ik van mijn opa Marsman zijn zil
veren schaatsmedaille van de 15-dorpentocht uit 1917,
omdat ik toen zelf net de West-Frieslandtocht had ge
schaatst. Naast zijn medaille kreeg ik ook een exem
plaar van het clubblad van de Alkmaarsche IJsclub uit
1985, met daarin een interview met mijn opa als een van
de weinige op dat moment nog levende deelnemers aan
die 15-dorpentocht.
wachtenden daar uren hebben moeten wachten om weer
in Amsterdam te komen.
Na lang wachten op voldoende sterk ijs konden de ijsver
enigingen eindelijk de 15-dorpentocht uitschrijven voor
zondag 28 januari 1917. Voor de tocht hadden zich ca. 125
mensen ingeschreven, waaronder een aantal cadetten
van de Cadettenschool in Alkmaar.
De eerste officiële Elfsteden
tochten (1909 en 1912) wa
ren zo succesvol, dat de ijs
verenigingen in onze regio
niet wilden achterblijven.
Op initiatief en onder aan
voering van de Alkmaar-
sche IJsclub werd na veel
vergaderen een schaatstocht
uitgedacht. Omdat in onze
omgeving geen 11 steden
liggen, werd er met de ijs
verenigingen uit de ruime
omgeving een 15-dorpen-
tocht van 60 kilometer
uitgedacht. Toen was het
alleen nog wachten op het
meest noodzakelijke voor
een schaatstocht, voldoende
sterk ijs.
Midden in de Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland
neutraal bleef, viel de winter van 1916 - 1917 al vroeg in
en hield ook vrij lang aan. De winter begon in novem
ber met een aantal nachten waarin het kwik al onder nul
daalde. Vanaf dat moment bleef het rond het nulpunt,
met af en toe sneeuw. Vanaf half januari
sloeg de vorst pas echt toe, van 23 januari
tot 6 februari vroor het matig tot streng.
Op 27 januari 1917 werd de derde offi
ciële Elfstedentocht gereden, met Coen
de Koning als winnaar van de wedstrijd.
Na 6 februari verloor de winter zijn
scherpste kantjes, nog wel matige nacht
vorst en lichte dooi overdag.
Vanaf de laatste week van januari staan
de kranten vol met ijsberichten uit het
hele land, over wedstrijden in hardrij
den, schoonrijden en ringrijden op de
schaats. Ook berichten over Amsterdam
mers die massaal met de wind in de rug
naar Haarlem schaatsten, maar met de
trein terug gingen, omdat hun de tegen
wind te hevig was. Die treinen en trams
waren volgens de krant zo overvol met
gestrande schaatsers, dat o.a. de halte
Halfweg werd overgeslagen, zodat de
Mijn opa, Jan Marsman, had
zich samen met zijn vrien
den Cor Langedijk en Cor
Swager en nog een paar
jongens uit Zuid-Scharwou-
de ingeschreven voor de
15-dorpentocht.
In het ochtendblad van het
Algemeen Handelsblad van
29 januari 1917 staat een
zeer uitgebreid feitelijk ver
slag van de 15-dorpentocht.
Hierin worden alle deelne
mers met naam en plaats
genoemd, zelfs de vier af
vallers (waaronder een paar
cadetten) worden met name
genoemd. In de avondeditie
van het Algemeen Handels
blad van diezelfde datum
staat nog een uitgebreid
verslag van de 15-dorpentocht, van de journalist Feith uit
Amsterdam, die zelf had meegereden.
De 15-dorpentocht was geheel anders georganiseerd dan
wij tegenwoordig kennen van schaatstoertochten.
Langedijk heeft altijd veel goede schaatsers gekend, hier de drukbezochte
ijsbaan in januari 1942 op 't Waartje in Oudkarspel
36
Oktober 2014
Jan Marsman jr.
Mei 1962 - 3 generaties Jan Marsman, samen 101 jaar