Het Gorterdiep met rechts de Dorpsstraat van Noord-Scharwoude. Van hier loopt de Voorburggracht in zuidelijke richting schuin door de oude veenverkaveling van het Geestmerambacht. De kerkjes in Noord- en Zuid-Scharwoude heeft men op de oude plaats laten staan. Dat is de reden waarom die kerken zover van de Dorpsstraat staan. Deze nieuwe dijk, die Oudkarspel verbindt met Broek, werd toen pas De Langedicke genoemd. Deze naam komt voor het eerst voor in 1310 (Geus, 1989). De verlegging van de oorspronkelijke ontginningsas moet vóór dat jaar zijn gebeurd en waarschijnlijk na de grote stormramp van 1248 toen veel land vanaf Sint Maarten tot Langedijk door het water werd overspoeld. Later is ook de Oostdijk aangelegd om te voorkomen dat het land rondom de Kooger Kerk steeds weer onder water kwam te staan, nu niet door het water van de Rekere, maar door het water van De Waard. Dit kwam doordat de sluizen in de Huigendijk op last van de graaf van Holland moesten worden afgebroken, waardoor het water van de Waard geen kant op kon en het steeds hogere waterpeil de omliggende landerijen on der water zette (Beenakker, 1986). De Oostdijk wordt voor het eerst vermeld in 1388. En met die Oostdijk werden ook molens noodzakelijk. Het water kon het Geestmerambacht niet meer in, maar er ook niet meer uit. Permanente bema ling was van toen af aan onvermijdelijk wilde je bij hoog water droge voeten houden. Geraadpleegde literatuur Beenakker, J.J.M. en W.A. Ligtenburg (1986). De afwatering van de Heerhugowaard in de 14e en 15e eeuw. In Historisch-Geografisch Tijdschrift, 4e jrg., nr. 2, pp. 48-51. Beenakker, J.J.M. (1988). Van Rentersluze tot strijkmolen: de waterstaatsgeschiedenis en landschapsontwikkeling van de Schager- en Niedorperkoggen tot 1653. Alphen aan den Rijn. Burck, P. du (1957). De bodemkartering van Nederland. Deel 17. Een bodemkartering van het tuinbouwdistrict Geestmerambacht. 'Versl. Van Landbouwk. Onderz. No. 63.3, 's-Gravenhage. Cock, J.K. de. (1965). Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland in de middeleeuwen op fysisch- geografische grondslag. Groningen. Diederik, F. (1989). Archeo-logica. De archeologie van het noorden van Noord-Holland in historisch en landschappelijk perspectief. Schoorl. Edelman, T. (1958). Oude ontginningen van de veen gebieden in de Nederlandse kuststrook. Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie, 49 Geus, J.P. (1973). Het Vronlegeister ambacht, één der oudste bedijkingen van Holland. In: Alkmaars Jaarboekje. Geus, J.P. (1989). De Oostdijk van het Geestmerambacht. WFON 56, p. 59-70. Halbertsma, H. (1996). Oudheidkundige verassingen in de Kooger Kerk te Zuid-Scharwoude. WFON no. 63. Hurk, J.A. van den. (1962). De bodemgesteldheid en de land- en tuinbouwkundige mogelijkheden in de polder de Heerhugowaard. Stichting voor Bodemkartering, nr. 566, Wageningen. Kasse, C. (1987). Ouderdom en afzettingsmilieu van de pikklei-rekereklei ten noorden van Alkmaar (Kennemerland-Geestmerambacht). In WFON no. 54. Komen, H.E. (2006). Kapellen aan de dijk. Ontstaan en ontwikkeling van de Langedijker kapellen en hun gemeenschap. Heerhugowaard. Komen, H.E. (2008). De Langedijk in de Middeleeuwen verlegd. WFON no. 75. Langedijk, D. (1969). De geschiedenis van de Langedijk. Bergen. Noordeloos, P. (1931). Over de kerk van Schoorl en haar vier kapellen. In: Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem, deel 47. Haarlem. Numan, A.M. (2005). Noord-Hollandse kerken en kapellen in de middeleeuwen, ca. 720-1200. Een archeologische, bouwhistorische en historische inventarisatie. Zutphen. Pannekeet, J. (1971). Westfriese plaatsnamen. In WFON 38, p.95-102. Pannekeet, J. (1988). Noordhollandse plaatsnamen. Heiloo Rappol, M., e.a. (1994). In de bodem van Noord-Holland. Geologie en archeologie. Amsterdam Renses, J. (1986). Cultuurlandschap en historische- landschappelijke waarden in het ruilverkavelingsgebied Schagerkogge. Stichting voor Bodemkartering, nr. 1918, Wageningen. Schermer, A. (1973). Geestmerambacht IV. In: WFON nr. 40. Schoorl, H. (1973). Zeshonderd jaar water en land. Bijdrage tot de historische Geo- en Hydrografie van de Kop van Noord-Holland in de periode 1150-1750. Groningen. Slicher van Bath, B.H. (1960). De agrarische geschiedenis van West-Europa (500-1850). Utrecht. Vries Az,, G. de (1865). De kaart van Hollands Noorderkwartier in 1288. Amsterdam. Verh. der. Kon. Akademie v. wetenschappen, Amsterdam. Afdeling Letterkunde, deel 3 no. 2. Westenberg, J. (1974). Kennemer dijkgeschiedenis. Amsterdam Oktober 2014 Ontstaan van de Langedijk in de Middeleeuwen 35

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Van Otterplaat tot Groenveldsweid - Langedijk | 2014 | | pagina 36